Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat dye keyser nederquam ende verwoeste al te seer dat lant van Vlaenderen, ende watter ghesciede.
Dat LXI capitel.

Binnen desen middelen tijden quam de keyser neder mit vele Overlantse vorsten, hertoghen, graven, vrien heren ende ridderen, gheestlic ende waerlic, mitten Rijcsteden ende andere den Roemschen Rijcke onderdaen, mit groot volke van wapenen, om sinen zoen, den Roemscen Coninck, te verlossen, ende die injurie hem ghedaen te wreken. Die Roomsche Coninck quam tot sinen vader te Mechelen, danckende hem ende den princen ende vorsten van Duyslande van den arbeyde de si om sinentwille gedaen hadden, biddende den keyser sinen vader op zijn knien dat hi te vreden woude sijn van de van Brugghe, overmits den eedt die hi gedaen hadde; mer die keyser en woudes niet doen, want enighe prelaten seyden, dat hi den eet niet sculdich en ware te onderhouden. Aldus versochten de van Ghendt an heer Philips van Cleve, des heren zoen van Ravenstein, dat hi hoir capitein woude sijn, also in den pays te Brugge ghesloten was; dwelc hy dede, ende creech by practiken dat casteel ter Sluys in, ende hi maecte hem starc te water ende te lande. Ende die grave van Vendomme, die die gravinne van Simpol getrout hadde, hielt hem te Brugge, mit meer andere capiteinen uut Francrijc, ende quamen den Vlaminghen te hulpen. Die keyser ende die Rynsche Overlantse heren, sijn ghecomen mit groter heercracht, ende togen omtrent Ghent ende Brugge, dair si gerooft ende gebrant hebben vele dorpen, husen ende woningen, so datter eilacen niet en bleef staen; ende doirreden dat lant van teen eynde totten anderen, ende hadden tot diversen tiden vele scermutsingen tegen den Vlaminghen ende den anderen capiteinen, ende sloegen malcanderen groot volck of, sonder enighe staende striden te hebben, sonder oec enighe plaetsen oft fortressen te winnen. Op een tijt quamen si voir den Damme, menende den Vlaminghen dat of te lopen; mer tfaelde hem, want si dair jammerlic verlaecht worden, ende verloren dair een groten hoop volcxs, onder diewelke dat een broeder van Brandenburch verslagen wert, ende ruymden mit groter scanden. Dairna, opten Heyligen Sacramentsdach, waren vele van den Overlantse knechten mit sommige heren in dye stede van Ghent gecomen, menende dat si die stede al gewonnen hadden. Ende als dien van Ghent dochten dat sy er genoech in hadden, lieten si die scotdoeren van der poorten vallen, ende deden hair slusen open, so datter niement ontquam, hi en wert geslagen of verdroncken. Dye keyser mitten Rynschen heren aldus mit dit grote volc in den lande leggende, en worter anders niet bedreven, dan die platte landen dairomtrent bedorven, verwoest ende vernyelt worden, dat groot jammer ende scade was, ende opten dach van huden noch te beclagen is; ende als si sagen dat si Gent, Brugge ende Yeperen nyet bedwingen noch gedoen en konden, ende dat opten armen lantman nyet meer te halen en was, ende oec omdattet laet in den herfst was ende winterlick began te worden, so ist heer opgebroken, ende die keyser mitten Rynschen heren ende Rijcksteden sijn weder in Hoech-Duytslant getogen, sonder yet merckelicxs bedreven te hebben dat scrivens wairt is; ende hebben die steden als Aelst, Hulst, Denremonde, Oudenaerden ende andere mit volck van wapenen beset, ende lyeten enighe cappiteynen in den lande, als hertoge Aelbrecht van Sassen, grave van Mychen, die lange tijt oerloghe voerde mitten heren ende steden diet mitten Rooms Coninck hilden teghen den ande-

[pagina 399v]
[p. 399v]

ren die den pays te Brugghe ghemaect onderhouden wouden, die tot horen capitein ende hooftman hadden den heer Philips van Cleve, des heren van Ravensteyns zoen, dye uut crachte van dyen payse tot hem oec toech die stede van Brusel, Loeven, Thienen ende meer ander cleyneGa naar voetnoot352 steden. Mer dye van tsHertogenbossche stonden neutrael. Ende enighe Franse capiteinen quamen oeck in Brabant te Brusel, te Thinen, te Nyvele, ende deden grote scaden in Brabant, in Henegouwen ende Namen. Ende dyergelicken deden heer Robbrecht van Arenburch, heer van Heesdyn, ende heer Everaert, sijns ooms kinderen, joncheer Evert ende Robbrecht. Die heer van Chantrain bewaerde die stede van Loeven, die anders in groten periculen gheweest souden hebben. Ende in desen oorloghe ghescieden an beyden sijden vele onverwinlicke scaden van roven, branden, dootslaghen, ende grote exactien, scattinghen ende rantsoenen in Vlaenderen, Brabant, Henegouwen ende in Namen. Ende het was een scadelic oorloghe, sonder enighe regulacie ende ordinancye; want die ruters ende knechten an beyden sijden hadden een compact ende overdracht mit malcanderen ghemaect van rantsoen te geven, als een pondt groot Vlaems; ende yghelic die woude, mochte also veel husen ende kerken an brande steken als hy woude. Soe werden in diversen plecken in Vlaenderen, Brabant ende Namen vele scone dorpen ende kerken ofgebrant by cleinder oersaken. Die knechten die te Brusel laghen verbranden Vilvoirden; ende Aerscot in Brabant wert van den hertoghe van Zassen ghewonnen ende mitter kercken verbrandt. Desghelicken de stede van Thienen, dair groot goet in gevlucht was, wert oec van hen ghewonnen, beroeft, gheplondert ende na gebrantscat; ende doen begonste al te swairlic die pestilencie binnen Brusel te regneren. Ende op dese tijt hilt men spraeck mitten hertoghe van Zassen, ende tracteerde starckelyc om pays te maken. Ende ten lesten die van Loeven, Brusel ende andere cleine steden, maecten pays mit hem in des Rooms Conincs name, gelovende ende betalende grote zommen van penningen, meer dan si wel vermochten. Ende dit gesciede in dye Oestmaent, int jaer van LXXXIX; ende daer wert die sterfte hoe langer ende meerder, datter vele dusenden storven binnen der stede van Brusel ende dairomtrent.

voetnoot352
cleyen AB.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken