Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat bi uutsprake van den IIII coervorsten die hertoge van Ghelre des lants ofgewijst wert, ende hoe die Roemsche Coninc tegen hem te velde quam.
Dat III capitel.

Omtrent Sinte Vechters dach quam Kaerl van Ghelre wederom uut Lottringen, also hi daer gheweken was om des Roomsche Conincs willen, die sere starck int lant van Ghelre lach, ende quam nu bi den coninc overmits grote bede van der coninghinne in Brabant, ende si verwarf hem genade om den coninc, dat hi hem daer onthouden mochte. Ende hem wert toegeseyt van den coninc, waert sake dat hi bewisen ende doceren conde dat hi een recht geboren hertoge van Ghelre ware, hij soude des genyeten. Ende die uutspraec daervan wert gheset in handen van den IIII coervorsten van den Rine. Doe nu den dach quam, die tot Maestricht gehouden werdt, wert daer pronunceert endeGa naar voetnoot442 uutgeroepen aldus: dat hi dat lant mit recht niet behouden en mochte, als oec sijn voervaderen gedaen hadden; want nadien dat die stam van Ghelre mit hertoech Reynolt begraven ware mit helm ende mit schilde in den jare M CCCC ende XXIII, ende sijn oudevader Aernolt ende sijn vader Adolf dat lant vanGa naar voetnoot443 Ghelre van den keyser te lene niet ontfangen hadden, mer hadden dat versuymt ende veracht, ende hadden over die L jaren der Keiserliker Majesteyt rebel geweest. Daerom wert daer pronuncieert ende uutgesproken dat dye voornoemde here Kaerl soude voertan genoemt werden here Kaerle van Egmont, ende nyet van Ghelre. Ende hoewel dese uutspraeck aldus geschiet was, so bleef hi nochtans int lant ende wert genoemt hertoge van Ghelre. Ende die stede van den lande van Ghelre verbonden hem doe meer te samen ende bi horen here te bliven, ende waren daer meer toe inclineert dan si te voren geweest hadden om den knechten ende ruteren uuten landen te houden ende te verdriven van sconincs wegen daerinne laghen. In denselven jare toech dye Roomsche Coninc mit groter macht van volc int lant van Ghelre te voet ende te paerde, ende beleyde die stede van Remunde in meninge die mit cracht te winnen; mer het wert gedadinct. Vandaen toech hi voer Nimmagen ende beleide de stede mit groter heercracht, ende bestormde se mit bussen, engienen ende andere instrumenten; mer die binnen weerden hem vromelike, want si voren wel voersien waren van vele knechten ende zoudenieren te paerde ende te voet, ende deden al bi wilen grote scade in des conincs heer, want hi vele doden liet int bestormen van der stede. Ende ten lesten is die coninc after rugge getogen ende liet daer veel van sijn artelrye ende bussen, want si die niet wel tot horen wille weder crighen en mochten. Ende corts hierna is die coninc weder boven in die lande getogen tot eenre groter dachvaert, dye tot Worms gehouden wert, dair alle de vorsten ende princen van Duytslant ende grote ambassaten van vele coningen van kerstenrijc vergadert waren.

[pagina 414r]
[p. 414r]

Op dese tijt was tot Egmondt opt Zee een visch an lande ghecomen die wel VIII vamen lanc was.

Ende als die coninc in Hoech-Duytslant weder gereyst was, so bleef daer veel vergaerts volck in den lande van Ghelre, ende waren van der Groter Gaerde van den hertoge van Sassen. Ende deden veel quaets van roven ende branden in den lande, ende namen een plaetse in geheten Nyerkercken, dwelke si seer starc maecten, daer si lange tijt in lagen, oerlogende op tlant van Ghelre. Dye hertoge van Ghelre, die op dese tijt int lant was, heeft groot volc van wapenen vergadert ende heeft Nyerkercken belegen, ende scoten dat vier daerinne, also dattet meeste deel verbarnde; ende dieselve vitaelge die si hadden verbrande mede. Ende die Ghelressen bestormden se crachtelicken tot III mael toe, also dat die knechten wel sagen die daerbinnen lagen, dat sijt niet houden en mochten. Aldus gaven sijt op, behouden lijf ende goet. Ende die Ghelressen brakent of ende slechtent ter aerden toe.

voetnoot442
en AB.
voetnoot443
van van AB.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken