Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dolly de danseres (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dolly de danseres
Afbeelding van Dolly de danseresToon afbeelding van titelpagina van Dolly de danseres

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (6.63 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
detective


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dolly de danseres

(1927)–T. Avany–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk IV.

Eenige dagen waren sedert de gebeurtenissen, vermeld in ons vorig hoofdstuk, verloopen. Men had volop genoten; het weer hield zich prachtig en Wright had al het mogelijke gedaan om het zijn gasten aangenaam te maken. Een paar waren er echter, die zich niet zoo schenen te vermaken. Het waren Harold, Wright's neef, en Clarcke. De laatste had van den dokter vernomen, hoe koel de danseres tegenover zijn vereering stond en daarmede was voor hem vrijwel alle attractie, die de partij op hem had uitgeoefend, verdwenen. Onvermoeid, zich niet storend aan Dunn's vermaningen, zette hij echter zijn campagne voort en liet geen gelegenheid voorbijgaan om Miss Forest te bewierooken. Deze gelegenheden deden zich echter slechts zeer sporadisch voor, want de danseres hield zich thans opvallend veel bezig met den gastheer, die steeds meer en

[pagina 50]
[p. 50]

meer in haar netten verward geraakte. Den dokter ontweek zij sinds het gesprek, dat zij met hem gevoerd had, en 't bedroefde dezen oprecht, te zien, hoe weinig de jonge vrouw in overeenstemming handelde met de belofte, die zij hem toen had gegeven. Het scheen wel, dat juist dit gesprek een omgekeerde uitwerking op haar teweeg had gebracht, want de wijze, waarop zij met Wright coquetteerde ging alle perken te buiten. Geen gelegenheid liet zij voorbijgaan om den gastheer steeds meer onder haar bekoring te brengen en iedereen merkte haar toeleg dan ook op, uitgezonderd wellicht Edith, in wier tegenwoordigheid zij steeds een gereserveerde houding tegenover Wright aannam. Wat hiervan de reden was, vermoedde niemand, behalve misschien Dunn, die na het gedeeltelijk afgeluisterde gesprek, van een geheime verhouding tusschen neef en nicht, overtuigd moest zijn. Harold had eenige malen getracht Miss Forest alleen te spreken, doch op handige wijze had zij dit steeds weten te vermijden.

Het was op een warmen ochtend, dat Miss Forest en Wright na een lange wandeling in een soort priëel achter in den tuin uitrustten. Wright had de hand der jonge vrouw in de zijne genomen en bekeek vol bewondering de blanke vingers.

‘Dolly ik aanbid je,’ riep hij plotseling uit ‘je moet de mijne worden, ik kan niet buiten je.’

‘Zij trok haar hand weg en keek hem schalks aan.

‘Meen je daar nu wel wat van?’, vroeg zij ondeugend.

‘Hoe kan je dat nog vragen, lieveling. Je moet het toch gemerkt hebben, dat, sinds ik jou ontmoette, er geen ander voor mij meer bestaat!’

‘Dat is best mogelijk, doch ik zal je alleen toebehooren..... als je echtgenoote.’

Zij vouwde haar handen achter het hoofd samen en leunde in haar stoel achterover. De dunne gladde stof van haar zijden japon spande zich strak over haar boezem. Als gemagnetiseerd bleven zijn oogen er op rusten en een vurige gloed steeg hem naar het hoofd. Een allesoverheerschend verlangen deze schoone vrouw te bezitten kwam in hem op. Zijn

[pagina 51]
[p. 51]

hart scheen hem in de keel te kloppen, hij ademde kort en snel achter elkaar, zijn wangen gloeiden. Zijn brandende blikken gleden langs den kanten rand van haar ondergoed, dat zich tegen haar roomkleurige huid onder haar armen afteekende.

‘Nu, hoe denk je er over?’ vroeg zij eindelijk, schijnbaar achteloos over hem heen ziende. Wright ging voort haar aan te zien met blikken, die de bedekking harer verlokkende schoonheden schenen te willen verzengen.

‘Je vraagt teveel,’ mompelde hij tenslotte dof.

‘Teveel? Zou ik teveel vragen?’, riep zij uit in volle bewustzijn van haar bedwelmende schoonheid.

‘Neen, maar het kán niet. Ik ben gebonden,’ riep hij plotseling met een gebaar van tegenzin uit.

‘Gebonden? Bah, wie zou je kunnen binden? Je bent ongetrouwd... hebt geld... Wat zou je kunnen binden? Ach, dat zijn slechts uitvluchten. Kom laten wij naar het gezelschap terugkeeren.’

Zij wilde opstaan, doch hij sprong haastig op en weerhield haar. ‘Wacht even, dan zal ik het je vertellen. Ik heb er nog nooit met iemand over gesproken: Edith is mijn nicht niet!’

‘Zoo, wat is zij dan!’

‘Dat doet er niet toe. Het zou te lang duren je dat te vertellen. De hoofdzaak is, dat ik een zoon bij haar heb en dat zij in het bezit is van brieven, waarin ik dit erken. Ik ben dus volkomen in haar macht.’

‘Waarom heb je haar dan niet getrouwd?’

‘Toen ik haar kón trouwen, wilde ik dat niet meer. Mijn liefde voor haar was toen verdwenen.’

‘En nu wilde je mij op dezelfde manier behandelen. Maar ik ben slimmer dan zij! Ik herhaal het nogmaals: ik zal je alleen toebehooren als je vrouw!’

‘Maar dat is onmogelijk, dat moet je toch begrijpen!’

‘Ik begrijp niets. Als men een vrouw bemint, moet men alles durven trotseeren om haar tot de zijne te maken!’

‘Maar denk dan toch eens na. Nu maakt zij geen gebruik van die brieven, omdat zij nog steeds hoopt,

[pagina 52]
[p. 52]

dat ik haar zal trouwen, doch zoodra zij bemerkt, dat ik het oog op een ander heb geslagen, zal zij alles publiceeren en haar rechten opeischen.’

‘Bah, je bent dus bang voor die brieven?’

‘Ja, want dat zijn de bewijzen, dat het kind inderdaad het mijne is.’

‘En als ik je deze brieven nu eens bezorgde, zou je mij dan trouwen? Ik weet wel, waar zij haar brieven bewaart.....’

‘Waar bewaart zij ze dan?’

‘Aha, mijnheer denkt het zonder mij klaar te kunnen spelen. Neen, zoo dom zijn wij niet. Wat is dus je antwoord?’

‘Ik zou je trouwen.’

‘Kan ik daar een schriftelijke bevestiging van krijgen?’ vroeg Dolly voorzichtig.

Wright staarde de jonge vrouw, die blijk van zooveel koele berekening gaf, een oogenblik minder vriendschappelijk aan. Misschien gevoelde hij reeds eenige spijt zoover te zijn gegaan.

‘Het zij zoo,’ sprak hij eindelijk. Hij haalde een naamkaartje uit zijn portefeuille tevoorschijn en schreef met zijn vulpenhouder eenige woorden op de achterzijde. Zij nam het kaartje over, doch gaf het onmiddellijk weer terug.

‘Deze verklaring heeft geen waarde,’ zeide zij kortaf, ‘ze is ongeteekend.’

Wright beet zich op de lippen en plaatste onwillig zijn handteekening onder het geschrevene:

‘Ik beloof Miss Forest te zullen huwen, zoodra zij mij mijn brieven aan Miss Edith Astor heeft terugbezorgd.’

‘Zoo is het goed,’ merkte Dolly op, het papier tusschen haar blouse stekend. ‘Wij zullen nu naar huis terugkeeren.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken