Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dolly de danseres (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dolly de danseres
Afbeelding van Dolly de danseresToon afbeelding van titelpagina van Dolly de danseres

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (6.63 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
detective


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dolly de danseres

(1927)–T. Avany–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk VIII.

Harold verdreef dien middag den tijd met het rooken van de eene sigaret na de andere. Hij dacht zwaar na, iets, wat hem maar zelden overkwam. Hij was gewend, dat alles verliep, zooals hij dat wenschte, zijn welgevulde beurs zorgde er steeds voor, dat zich daarbij niet veel moeilijkheden voordeden. Thans leek het geval hem echter lastiger dan ooit. Hij wist, dat Vera woord zou houden: indien hij er niet in slagen mocht Harrison dien avond met zich mee te tronen - en dat wel op een zoo handige wijze, dat deze zelf zijn toeleg niet bemerkte - dan zou hij voor altijd van haar bijzijn verstoken zijn. Hoe hij zijn hersenen ook inspande, hij slaagde er niet in een naar zijn meening onfeilbaar plan in elkaar te zetten. Tenslotte sprong hij gramstorig op, wierp de slechts half opgerookte sigaret met een nijdige beweging in het aschbakje en liep eenige malen met groote passen het vertrek op en neer. Voor zijn

[pagina 105]
[p. 105]

schrijftafel - de nietsdoener hield er zelfs een dergelijk meubelstuk op na! - bleef hij staan en beschouwde eenige oogenblikken met gefronste wenkbrauwen een portret van Vera, die hem vanuit haar omlijsting met haar verleidelijke blikken als in stille bespotting over zijn onmacht aanstaarde. Met een half gesmoorden vloek van onmacht wendde Harold zich om en vervolgde zijn rondgang door de kamer, doch telkens dwaalden zijn oogen weer naar de beeltenis der verleidelijke vrouw. Plotseling stond hij midden in zijn loop stil. Met zijn vuist op de leuning van den dichtstbijstaanden stoel slaande, slaakte hij een uitroep van triomf.

‘Wel ja, het moet gelukken!’, riep hij uit. ‘Tref ik hem niet op de club, dan vind ik hem in ieder geval vanavond in de foyer. Er zijn dan wel veel menschen om ons heen, waarvan er een ons zou kunnen beluisteren, doch dat hindert niets... als ik mijn doel maar bereik.’ Hij schelde en beval den kort daarop binnentredenden bediende hem zijn hoed en wandelstok te brengen.

Even later hield hij op straat een auto aan, en liet zich naar de club rijden, waar hij hoopte Harrison aan te zullen treffen.

Hij doorliep echter alle zalen, zonder den gewenschten persoon te zien. Toen hij de biljartzaal echter binnentrad, had hij moeite een juichkreet te onderdrukken.

‘Het geluk is met den booze,’ mompelde hij met een grijns, ‘daar staat onze man te biljarten.’ Onverschillig slenterde hij de zaal binnen, nu eens hier, dan weer daar even bij een paar spelers vertoevende. Tenslotte bereikte hij het biljart, waarop Harrison met een der andere clubleden aan het spelen was. Aan een klein tafeltje in de nabijheid zette hij zich neer, riep een kellner, bestelde met een veelbeteekenend knipoogje een kop thee en volgde daarop schijnbaar aandachtig het verloop van het spel. Af en toe liet hij zijn goedkeuring blijken of maakte eenige aanmerkingen op minder juiste stooten, iets, waaraan geen der beide spelenden aanstoot nam, daar Wright voor een der beste, waarschijn-

[pagina 106]
[p. 106]

lijk den besten biljartspeler van de club gold. Bij het kort geleden gehouden concours had hij weliswaar slechts den derden prijs weten te behalen, doch het was een algemeen bekend feit, dat hij op den avond, toen hij twee partijen tegen middelmatige spelers verloor, lichtelijk aangeschoten was. Het duurde niet lang, of Harrison beëindigde met 'n hooge serie de partij. Hij legde zijn queue op het biljart en beval een kellner hem een verversching te brengen.

‘Dat is een mooie prestatie van je, Harrison,’ merkte Wright op, opstaande en den ander zijn geopenden sigarettenkoker voorhoudend.

‘Merci,’ zeide Harrison er een sigaret uit nemend. ‘Ja, ik ben er vandaag byzonder in. Het was mij tot nu toe nog nooit gelukt, het van Mr. Williams te winnen.’

‘Onze kampioen, hè?’, spotte Wright, want steeds had hij Williams overwonnen.

‘In naam althans,’ voegde Harrison erbij.

‘Voel je er iets voor nog een partij met mij te spelen?’, stelde Wright voor. ‘Men moet het ijzer smeden als het heet is, zegt een oud spreekwoord. Ik zou dus van mijn goede conditie zooveel mogelijk partij trekken.’

‘Welja, daarin heb je gelijk. Juist omdat ik vandaag zoo op stoot ben, verlang ik er ook naar door te spelen.’

‘Vooruit dan maar.... Harry, breng mij mijn queue!’

Even daarna was de partij ook reeds begonnen. Harrison, die wist, dat hij thans tegenover een veel sterker tegenstander aan het werk was dan bij de vorige partij, speelde zeer voorzichtig en berekenend en overtrof zich zelf. Toen de eerste helft der partij afgespeeld was, had hij nog steeds een goeden voorsprong op zijn tegenstander. Dit scheen Wright echter te machtig te worden. Toen hij weer aan de beurt kwam, zette hij een serie in, waaraan geen eind scheen te komen. Spoedig stonden de partijen op gelijken voet en nog steeds duurde de serie voort.

‘Ik ga vanavond met Miss Dufour soupeeren,’ vertelde hij achteloos, terwijl hij bezig was zijn

[pagina 107]
[p. 107]

queue zorgvuldig te krijten. Harrison werd onmiddellijk een en al belangstelling.

‘Zoo!’, riep hij uit, ‘met de vriendin van Miss Forest?’

‘Dezelfde,’ antwoordde Wright, zonder eenige meerdere belangstelling te toonen. Hij bukte zich en verrichtte met mathematische zekerheid een zeer moeilijken stoot.

‘Ken je Miss Forest?’, vroeg hij daarna onverschillig, terwijl hij opmerkzaam de drie ballen op het biljart beschouwde, die in een zeer ongunstige positie waren blijven liggen. ‘Hm,’ mompelde hij halfluid, schijnbaar een en al belangstelling voor zijn spel, ‘een moeilijke bal.’

‘Ja, ik heb hedenochtend juist met haar kennis gemaakt.... een charmante vrouw.’

‘Inderdaad, dat is zij.... Ik zal hem over rood spelen. Let eens op, het is de eenige kans om hem te maken.’ Hij mikte even en stootte met veel effect tegen den zijkant van zijn bal, die, den roode even rakend, na twee banden loodrecht op den bal van zijn tegenpartij af liep. Harrison deed het ondereind van zijn stok bij wijze van goedkeuring eenige malen zwaar op den grond neerkomen.

‘Een goede stoot,’ riep hij in vervoering uit, ‘als je zoo doorgaat, maak je de partij achter elkaar uit!’

‘Kom, kom, niet zoo somber. Kijk eens, ik heb niet veel overgehouden. Deze stoot is minstens even moeilijk als de vorige. ....Ja, ik heb Miss Forest vroeger wel eens ontmoet. Zelden zag ik zulk een schoonheid.’ Hij hield zich reeds weer bezig met het krijt.

‘Ik zou haar vanavond gaarne willen ontmoeten. Zou je mij daarbij behulpzaam kunnen zijn?’

Wright keek even op.

‘Hm, of ik je helpen kan? .... Het zou misschien gaan.’ Hij deed, alsof hij eenigen tijd nadacht en hervatte toen:

‘Misschien is het zoo te regelen, dat.... Je wenscht natuurlijk niet, dat deze ontmoeting meer dan een toevallige lijkt?’ viel hij zichzelf in de rede.

[pagina 108]
[p. 108]

Harrison scheen even verward, doch daarop antwoordde hij:

‘Je hebt gelijk, het is beter dat deze ontmoeting een toevallige schijnt.’

‘Dat lijkt mij nogal moeilijk.... weet je wat, ga vanavond eenvoudig met mij mee, als ik Miss Dufour ga afhalen.’

‘Waar zult gij haar dan ontmoeten?’

‘In de gang, bij haar kleedkamer, na afloop der uitvoering.... Als ik wist, dat Miss Dufour in het geheim genomen mocht worden, dan zou de zaak stellig zonder eenige moeite te regelen zijn.’

‘Waar denk je aan!’, riep Harrison uit, ‘alsof dat niet hetzelfde zou zijn als Miss Forest eenvoudig te zeggen, dat ik haar vanavond wensch te ontmoeten! Die twee dames vertellen elkander natuurlijk alles.’

Wright, die inzag, dat hij een domheid begaan had, knikte levendig.

‘Inderdaad, daarin heb je gelijk.... Dat is dus afgesproken, nietwaar? Mag ik je tijdens de voorstelling een plaats in mijn loge aanbieden?’

‘Heel gaarne. Wij behoeven elkander dan na afloop niet te zoeken.’

Wright had zijn doel bereikt: Harrison zou hem dien avond vergezellen en Vera zou ingevolge haar belofte dien nacht...... Snel bukte hij zich over het biljart om zijn vreugde niet te laten blijken. Hij was echter zoo opgewonden, dat hij zijn bal verkeerd effect gaf, waardoor deze een geheel verkeerde richting uit liep. Verwonderd keek Harrison hem aan.

‘Hoe heb ik het nu met je?’ vroeg hij verbaasd.

‘Rook in mijn oog,’ antwoordde Wright, terwijl hij het gezicht vertrok en in zijn linker oog begon te wrijven. Harrison bracht met een mooie serie de partijen weer op gelijken voet, doch miste toen een betrekkelijk gemakkelijken bal.

‘Dat kost je de overwinning, mijn waarde,’ riep Wright uit. ‘Ik moet nog maar vijf punten halen en je gelooft zeker wel, dat ik deze kans niet voorbij zal laten gaan?’

[pagina 109]
[p. 109]

Harrison antwoordde niet. Het speet hem, dat hij zich de overwinning op het laatste moment nog zag ontgaan. Hij had er een eer ingesteld zich erop te kunnen beroemen Wright te hebben verslagen en nu wilde het noodlot, dat hij deze in alle opzichten gelijk opgaande partij zou verliezen. Hij koesterde nog een kleine hoop, dat Wright zou falen, doch deze dacht er anders over en maakte met een kalm gezicht de vijf ontbrekende caramboles.

‘Dat was op het kantje af,’ riep hij uit, zijn queue neerleggend. ‘Ik moet zeggen, dat ik nog maar zelden zulk een spannende partij heb gespeeld. Ik houd mij voor een volgende keer aanbevolen.’

‘Heel gaarne,’ antwoordde Harrison, een blik op zijn horloge werpend. ‘Tot van avond dus,’ vervolgde hij, Wright de hand toestekend.

‘Hm, een aardige vent, die Harrison,’ mompelde Wright, toen de ander zich verwijderd had. Hij zette zich weder aan het tafeltje en stak een versche sigaret op. ‘Hij is smoorlijk verliefd op Dolly, dat kan men wel merken. Jammer voor hem, dat ik roet in het eten moet gooien, doch charité bien ordonnée commence par soi-même.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken