Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De oude symphonie van ons hart (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van De oude symphonie van ons hart
Afbeelding van De oude symphonie van ons hartToon afbeelding van titelpagina van De oude symphonie van ons hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De oude symphonie van ons hart

(1943)–Kamiel van Baelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Prelude

Waar die stad ligt, weet ik niet.

Maar even buiten de stad, over de rivier, aan wier oever de menschen haar gebouwd hebben, staat een brug geslagen. Mooi en solied. Het moet al een koppige ezel zijn, die daar niet over wil; een onaesthetische ezel ook, zoo mooi als die brug over de rivier ligt met drie zuivere bogen.

 

***

 

Drie volmaakte cirkelsegmenten. Daar moesten we op 't college de oppervlakte van berekenen. Voor de ontwikkeling van den geest. Daarna gingen we op de hoogeschool, om intellectueel te worden, dokter of zoo iets. Ook wel ingenieur, maar dat was vrij lastig: je moest zooveel verstandige dingen leeren, over irrationale wortels en zoo.

Maar het loonde immers de moeite, achteraf waren we heele knapen. Kijk eens, op een dag werden we zelfs aangesteld om een brug te bouwen, daar droomden we bij onze eerste Meccanodoos al van. Nu echter was het geen stukje speelgoed, een heusche brug was het, dáár en tegen dien datum, met zooveel crediet, aanpakken.

En we bouwden een brug, met zuivere bogen. De berekeningen duurden een heelen tijd, want ze waren ontzettend lastig en ingewikkeld, maar daar waren we toch ingenieur voor? En klaar kwamen ze. Toen werd met het werk begonnen. We kregen

[pagina 8]
[p. 8]

een heel stel arbeiders, en we konden zeggen: kom hier en doe dat, als de Honderdman uit het Evangelie.

Misschien was het gelukkig, dat de ploegbaas op een dag naar ons toe kwam, en koppig volhield - hoe zijn ongeleerde menschen? - dat die leggers niet sterk genoeg waren, vast niet, meneer. Enfin, voor hém en niet voor ons, begrijp je, keken we nog eens vlug de berekeningen na: zie je nu wel, en... ach kijk, ja, daar was een kleine fout ingeslopen, een foutje van niets, in een doodgewone optelling. De leggers werden dus tweemaal zoo dik. Nu kon de tram er rustig overheen rijden, en bellen: ting ting, voor de visschen daaronder.

Want de brug kwam klaar. En toen ze af was, ja, toen was ze af. We streken de eer en de duiten op, maar waren we gelukkig? Nee, dat waren we niet, hoe gek toch! Den ploegbaas hadden we daarnet nog hartelijk de hand geschud en gevraagd: Waarom zie jij er zoo stralend uit? Omdat het voor mekaar is? - Nee, meneer, daarom niet. Maar m'n kleine jongen heeft van morgen voor het eerst pa-pa gezegd. Daarom.

Ach pa-pa! Waar die ongeleerde menschen om jubelen! En we liepen door, met onze heele prestatie. En met ons hart, dat al maar door sloeg: tok tok tok. We wisten eigenlijk niet goed, waarom het met zooveel aandrang klopte. Op het college en op de hoogeschool hadden we wel geleerd de problemen van den geest op te lossen, haast allemaal. Maar de problemen van het hart? Daar wisten we geen raad mee.

 

***

[pagina 9]
[p. 9]

Sindsdien zijn vele jaren voorbijgegaan en we zijn oud geworden. Onze geest heeft dikwijls getriomfeerd en ons hart vaak gebloed. Dat hart, daar raak je niet wijs uit. Tok tok, zegt het en klopt maar altijd of het ergens naar toe wil. Maar we hebben toch - dat weet God - we hebben het toch overal heen gevoerd, en nog is het steeds onrustig. Tok, tok, zou je daar niet gek van worden!

Vroeger hebben we ooit een brug gebouwd. Waarom eigenlijk? We zijn er zelf eens over geweest, maar aan genen oever was het leven net zoo. Het heeft dus nergens toe gediend. Hoogstens konden we midden op de brug even stilstaan en in het water turen, dat ging eerst niet. Er scheerden toen net vogels over de rivier, die stieten kleine gilletjes uit: ik wil gelukkig zijn. Ook staken af en toe de visschen een snakkenden mond uit boven hun element: ik wil gelukkig zijn. Maar tok tok, zei ons hart, we waren dat zoo beu! En plots vroegen we ons af, of het misschien dáárheen wilde, naar de visschen daarbeneden? God, dat was een gevaarlijk moment. We zijn toen vlug naar huis gestapt en hebben daar het zweet van ons voorhoofd geveegd.

Tot op een dag de Dood kwam. Hij zag onze vele rimpels en onze schaarsche grijze haren. Stakker, zei die, zóó moet je dat doen. En hij legde ons hart stil.

 

***

 

De ingenieur en de werklui zijn nu wel dood, allemaal. Maar de brug staat er nog steeds, mooi en solied, met haar drie zuivere bogen.

Hoe ze vroeger heette, weet ik niet meer; nu

[pagina 10]
[p. 10]

noemen de menschen haar: de Brug van de Springertjes. Omdat er soms iemand in 't water valt, ja, hoe komt dat? Een ongeluk zal het wel niet zijn, want er loopt een twee meter hoog traliewerk aan beide kanten. Maar dat is een kleine hindernis: als je per se ergens wilt zijn, neem je die op den koop toe, het is toch de laatste.

Vermoedelijk ligt het wel hieraan: dat die brug zoo'n geschikte plaats is voor ‘dat’. Even buiten de stad, als het dan bij avond nog motregent en er hangt wat mist over de rivier, dan is het een zéér geschikte plaats. Vóór je er aankomt, ben je al vertrouwd met het onzekere duister, en je druipt al ook. Blijft alleen de laatste stap...

Daarheen komen ze dus, uit alle richtingen, akelige schimmen in den nacht. Sommigen stappen langzaam, het lijken wel slaapwandelaars; anderen komen hijgend aanrennen, met verwarde haren en puilende oogen; maar de meesten zijn zieke menschen, we moeten daar niet mee lachen. Hen ook niet laf noemen, omdat zij toevallig meer schrik hebben voor het leven en wij voor den dood. Niet eens ondankbaar, ze brengen een laatste hulde aan het leven. Het leven moet mooi zijn, - zeggen ze, schreeuwen ze - zoo mooi, dat we bedanken voor wat het onze was. Dan springen ze, en daarom heet die brug ‘van de Springertjes’.

Overdag is er niets akeligs aan. De zon schijnt er zelfs op en werpt een dwarse schaduw over de rivier. Daarin komen de visschen stoeien, met hun staart schrijven ze een klein zinnetje in het water: ik wil gelukkig zijn; en de rivier veegt het zoo weer uit. Dat schrijven ook de vogels tegen de blauwe lucht: ik wil gelukkig zijn; en de wind blaast er eens over: weg.

[pagina 11]
[p. 11]

Maar over de brug stappen gejaagde menschen voorbij, en tok tok zegt hun hart, nooit wat anders. De tram heeft geen hart, alleen een bel, daar tjingelt ze mee: ting ting, zoo maar voor de gewichtigheid, want heel druk is het eigenlijk niet op die brug. De tram heeft mooi bellen, ze is immers van ijzer.

 

***

 

Maar wij zijn van vleesch en bloed. Een stukje stof, dat zegt de pastoor zoo dikwijls; ook een stukje van God, dat zegt hij niet vaak genoeg.

Die twee stukjes hebben elk een hechten haak diep in ons hart geslagen, daar trekken ze, rukken ze aan, ieder in een andere richting; en daarom klopt dat hart van ons, rusteloos, en bloedt soms...

Tot het op een dag - eindelijk, God zij geloofd! - vaneengereten wordt, en ieder stukje daarheen terugkeert, waar het vandaan kwam. Dan hebben we rust.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken