Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De oude symphonie van ons hart (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van De oude symphonie van ons hart
Afbeelding van De oude symphonie van ons hartToon afbeelding van titelpagina van De oude symphonie van ons hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De oude symphonie van ons hart

(1943)–Kamiel van Baelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

Capriccio

I

Plots een hand op z'n schouder. He, meneer Anders! Lou laat het traliewerk los en schrikt zoo hevig, dat hij duizelig wordt en dwars door de brug in het ijle meent te zinken. Hij krimpt ineen, keert zich angstig om en merkt een ouden heer met hoogen hoed voor hem. Wat een opluchting!

- Ik... ik... hijgt Lou.

- U dacht, dat het Magere Hein was, he? Nee, mijn naam is Buerbaum. Professor Jacob Buerbaum. Ik wilde maar zeggen dat u het niet uithoudt, u bent immers een zwemmer?

- Ik ken u niet, - zegt Lou vijandig. Wat moet hij nu beginnen? Hij is radeloos.

- Ik heb me toch behoorlijk voorgesteld. Kom.

Maar als de professor z'n arm aanraakt, rukt Lou zich driftig los.

- Ik ken u niet, - schreeuwt hij woest, en dan met afschuw: - Je bent de duivel, je bent niet echt. Ga weg!

- Stany Goethals kent u toch wel, he? gaat de professor onverstoorbaar verder. Stany, help eens een handje.

Lou geeft het op, hij begrijpt er niets meer van. En slaap heeft ie opeens, voor duizend nachten. Willoos laat hij zich meetroonen.

 

***

[pagina 58]
[p. 58]

Als ze rijden, zegt hij tot Buerbaum:

- Ik geloof u niet. Het is een droom, - en tot den chauffeur: - Beken dat het een droom is, Stany, en lieg me niets voor.

Stany antwoordt niet. Maar opeens versnelt hij en rijdt recht op een boom af. Ontzet springt Lou recht: he! De wagen zwenkt nog net bijtijds, op twee wielen.

- Uitstekend, prijst de professor. Ziet u, meneer Anders, als dit een droom was, zou u nu wakker zijn geschrokken. Ergo... En tusschen haakjes, u merkt ook, niet waar, dat u nog aan het leven vastzit? Ach ja, rust maar wat. Niet te vlug, Stany.

Ze rijden geluidloos door de donkere stad. Aan Lou's voeten komt een groeiend plasje water. Maar als ze arriveeren, slaapt hij.

- Leg hem in dertien, Stany, en neem een proef van z'n bloed. Niet wekken, we zullen morgen wel met hem praten.

II

Bij z'n ontbijt krijgt Lou een zacht eitje met twee sneetjes toast. En hij hoeft niet eens op te staan, het wordt hem aan 't bed gebracht. Nadien neemt hij een warm bad, kleedt zich schoon, en maakt met den professor een toertje door diens rijk. Neem nog een sigaret, u rookt toch? - Jawel, dank u.

Hij bewondert het huis, de kliniek, het laboratorium, alles.

- En dat daar, professor?

- Och, dat is een aanbouw. Practisch niets.

Nee, daar neemt hij Anders niet mee binnen,

[pagina 59]
[p. 59]

het is de morgue. Ze wandelen liever nog wat door den keurig verzorgden tuin, die vol jonge beloften in een bleek zonnetje ligt te geuren.

- De madeliefjes gaan haast bloeien, zegt Buerbaum.

- Ja, de madeliefjes... Sprak u gisteren niet van een voorstel, professor?

- Van morgen, ja. Maar dat kan wachten tot na de lunch, Anders. In afwachting doet u maar of u hier thuis bent, want we hebben nu zoowat alles gezien. In de bibliotheek vindt u boeken van alle slag, en op het buffet staan sigaren en whisky.

Nee, geen whisky, denkt Lou.

- Tot aan de lunch dan.

 

***

 

Maar na de lunch drinken ze een kopje koffie en na de koffie spelen ze met z'n drieën biljart. Dan is het weer theetijd, zoo'n dag vliegt voorbij. En tusschen de thee en het diner moet de professor hoognoodig naar z'n laboratorium, excuseer. Lou vraagt zich af, wat hij hier eigenlijk uitvoert. Het is zoo onwezenlijk, net een roman. Hij begrijpt ook niet, hoe Stany in zoo'n milieu communist kan wezen. Als hijzelf na deze bevrijding weer naar z'n oude misère moest, dan bij voorbeeld... Maar van avond wil hij met den professor praten.

 

***

 

Ze zitten in het salon te rooken na het diner.

- Ik... hoe staat het eigenlijk met dat voorstel, professor?

[pagina 60]
[p. 60]

- Och, dat kan best wachten. Tenzij u natuurlijk wenscht het dadelijk te bespreken.

- Ja, Lou zou daar liefst bescheid van weten.

- Goed, dan gaan ze naar het laboratorium.

Daar is het indrukwekkend genoeg voor een leek. Kolven, retorten, kroezen; heele rekken buisjes en flesschen, en in de wandkasten de vele instrumenten... Gaat u zitten, meneer Anders, en vergeet niet, dat het nu een man van de wetenschap is, en niet meer de gastheer, die tot u spreekt. - Lou zal er aan denken.

Dan neemt de professor het woord.

 

***

 

Het wordt een vrij lange en droge uiteenzetting, Lou krijgt er slaap van.

Wat Lou den vorigen nacht ging verrichten, was tegennatuurlijk, want de functies van den mensch zijn gericht op de instandhouding van het leven. Tegennatuurlijk dus, maar het was een symbool. Beteekende zooveel als: ik heb er schoon genoeg van. Goed. Maar de reden? Geldgebrek, liedesmart? Minime. De professor weet het. Een nieuw hart moet Lou hebben, en een eerlijke kans in het leven. En de professor kan hem die bezorgen ook, kijk niet zoo raar.

- Gelooft u me niet? Kom eerst even mee hiernaast. Ik moet u iets toonen. Nadien zal ik alles uitleggen.

Lou gaat gewillig mee. Het is toch een droom, denkt hij, de vreemdste dien ik ooit gehad heb. Dadelijk word ik wakker, dat zul je zien. Ben ik in De Sirene dan in slaap gevallen? Of toch in het water gesprongen en gered? Is dit misschien

[pagina 61]
[p. 61]

ijlkoorts? En waar begint de droom eigenlijk?... Maar de professor spreekt alweer.

- Ziet u die konijntjes? Dat zijn nu waarlijk proefkonijnen, als u zin voor humor hebt. En hoe zien ze er uit?

Lou knikt: goed.

- Ha! Weet u ook hoe die leven? Met gemengd en gekruist bloed, onthou dat... En hier, die puit? Ziet u z'n hart kloppen? Het is zijn hart niet, het is dat van een andere. Kom, nu gaan we terug naar het salon.

Terwijl ze door het groote, stille huis stappen, praat de professor zacht en vertrouwelijk, in gedachten verdiept. Het hart... daar heeft hij z'n heele leven voor gewerkt, gewroet, begrijpt Lou wel? Dat beteekent wat; kijk maar, hoe oud hij is... Het hart... Als z'n collega's op vacantie gingen, bleef hij doorwerken, rusteloos. En Stany ook. Stany is een goede knaap, meneer Anders, de beste die op de wereld rondloopt. Die wordt knapper dan ouwe Jacob, hoe onwaarschijnlijk dat voor een christen mag wezen... Ja, het hart, het hart van de menschen... God weet hoe gelukkig is die puit...

- Het menschelijk hart - gaat de professor op conferentietoon verder, als ze weer in het salon zitten - is niet zoo'n delicaat orgaan. Een dubbele pomp, die den bloedsomloop in stand houdt en daarom kapitaal, want het bloed knapt eigenlijk al de karweitjes op... Maar zeg me eerst eens, meneer Anders, is u m'n man? Een nieuw hart met een premie van honderdduizend frank. En zweert u me geheimhouding?

Lou zweert. Wat komt het in een droom op een eed aan? Maar het wordt hem vreemd te moede. Hij moet aldoor naar den professor

[pagina 62]
[p. 62]

kijken. Toch merkt hij, dat de boeken in hun rekken tegen den wand aan het dansen zijn, is dat niet vreemd? En de professor praat maar. Lou knikt en slikt verbaasd z'n speeksel door.

Maar, meneer Anders, er is een maar. Ouwe Jacob zou geen rechtschapen Israëliet wezen, als hij geen klaren wijn schonk. Er komt natuurlijk een operatie bij, h'm... levensgevaarlijk... Eerst wat ribben uitnemen, dan de pleura en de long wegtrekken, hartzakje opensnijden, bloedvaten afbinden en aan Stany's apparaat koppelen... détails te technisch... (De boeken willen van het eene rek in het andere wippen, hoe gek!) ... Ten slotte hartzenuwen losmaken maar niet dooden... persoonlijke verdienste, als hij zoo vrij mag zijn... preparaat van eigen vinding... paar weken rust... honderdduizend... nieuw hart... geluk...

- Wel, meneer Anders?

Lou slaapt. Morgen zal het ja of neen zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken