Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 4 (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 4
Afbeelding van Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.06 MB)

ebook (3.08 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 4

(1877)–R.C. Bakhuizen van den Brink–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het ‘Procès du comte d'Egmont’ van De Bavay.

De kundige procureur-generaal bij het hof van appel in Brussel, De Bavay, had zich tot dusverre op letterkundig terrein het meest onderscheiden door de wetenschappelijke redevoeringen, waarmede hij, in navolging van den beroemden Dupin, gewoon was de zittingen van het hof te openen. Wij herinneren ons hierbij zijn discours over Stockmans, over het proces van Agneesens, over den grooten raad van Mechelen. Thans heeft hij door nog degelijker arbeid zijnen letterkundigen roem gevestigd. Het proces van den graaf van Egmont, door hem uitgegeven en met een commentaar begeleid, ziet dezer dagen bij den boekhandelaar Muquardt het licht. Zijne bronnen zijn de handschriften, onder den titel van procès du Comte d'Egmont door den heer Leclerqz te Bergen

[pagina 296]
[p. 296]

in Henegouwen achtergelaten. Reeds lang geleden had wijlen de baron De Reiffenberg de aandacht op die verzameling gevestigd; maar Leclerqz had geweigerd, haar op andere voorwaarden ter beschikking van de regering en van de wetenschap te stellen dan op deze, dat hij tot baron zou verheven worden. Uit spijt over zijne teleurstelling te dezen opzigte, beschikte hij bij uitersten wil, dat het bedoelde manuscript na zijnen dood, in zijn geheel, ten aanschouwe van getuigen op de binnenplaats zijner woning zou verbrand worden. De minister van justitie, Ch. Faidèr, zelf door verdienstelijke werken over de geschiedenis en het staatsregt van zijn vaderland bekend, verzette zich tegen die Wandaalsche beschikking en met behulp van den heer De Bavay gelukte het hem, een gewijsde uit te lokken waarbij verklaard werd, dat het bedoelde procès du Comte d'Egmont niet kon bewezen worden het eigendom van Leclerqz te zijn, ten gevolge waarvan de staat ten minste inzage van- en toezigt over die stukken bekwam. Bij nader onderzoek, - zegt het belgische berigt - bleek het, dat de verzameling van Leclerqz de origineele processtukken bevatte, welke tot de veroordeeling van den ongelukkigen graaf hadden gediend. Wij moeten hier echter bijvoegen dat het origineel der verhooren, door den graaf voor de leden van den bloedraad ondergaan en eigenhandig door hem geteekend, evenzeer als de authentieke vertaling dier verhooren, door den secretaris Prats opgemaakt en sedert door De Reiffen berg uitgegeven, aan die verzameling moet ontbroken hebben. Tot dusverre waren die beide merkwaardige stukken in het bezit van het nederlandsche rijks-archief, als herkomstig uit de bekende verzameling van Gérard, die ze op zijne beurt uit het archief van den Graaf Egmont-Pignatelli ten geschenke had ontvangen. De nederlandsche regeering was te verlicht om die stukken langer aan het eigenlijke vaderland des bekenden martelaars te onthouden, en tegen eene ruiling, waardoor het archief der stad Maastricht kan gekompleteerd worden, zijn zij dezer dagen aan Belgie afgestaan.

[pagina 297]
[p. 297]

Het berigt omtrent het werk van den heer De Bavay - misschien komen wij later daarop terug - bevat onder andere, dat hij op regtsgeleerde gronden de volkomene onschuld des graven heeft betoogd. Die taak moet een bekwaam regtsgeleerde te gemakkelijker vallen omdat het, in Belgie althans, prêcher les convertis is. Op het standpunt, waarop zich de Spanjaarden plaatsten, was Egmonts onschuld meer te betwijfelen. De beste verdediging blijft, onzes inziens, altijd die van den president van Artois, Pierre d'Asset, welke aanvoerde dat sedert Egmont in 1567 den nieuwen eed gedaan had en die eed was aangenomen, hij niet kon vervolgd worden wegens daden, vóór die eedsaflegging gepleegd.

Egmont is ten gevolge van dichterlijke en plastische kunstvoorstellingen in Belgie een halve God geworden. Boeken, uit zoo authentieke bronnen zamengesteld als dat van De Bavay, zullen verhinderen dat hij eene mythe wordt, waartoe overigens veel kans bestond. Cretenzer leugenaars hadden reeds, even als van den echten Zeus, op meer dan één plaats zijne grafstede aangewezen. Wij protesteren hiermede met een enkel woord tegen het berigt dat onze Letterbode in zijn nummer XX, blz. 158, uit belgische berigten overnam. Hierges, waar hij, volgens dat berigt, nevens zijne familie zou zijn bijgezet, behoorde destijds niet aan de Egmonts, maar aan de Berlaimonts, en Berlaimont behoorde, zoo niet persoonlijk, dan toch solidair tot Egmonts regters. Het oude verhaal, dat zijn lijk naar Sotteghem in Vlaanderen zou gevoerd en daar begraven zijn, is het eenige ware. De belgische berigtgever, die van Hierges sprak, vergat, dat de bekende oudheidkundige De Bast in den jare 1819 te Gent een procesverbaal omtrent de ontdekking van het graf van Egmont had uitgegeven, waarbij pastoor, maire, vrederegter van Sotteghem, benevens onderscheidene getuigen verslag gegeven hadden van hunne onderzoekingen, ten jare 1804 in den grafkelder der Egmonts te Sotteghem gedaan. Dat zij er het hart van den graaf en van zijnen zoon Philips en het lijk

[pagina 298]
[p. 298]

zijner echtgenoote, Sabina van Beijeren, hebben teruggevonden, lijdt geen twijfel. Van het lijk van Lamoraal is het minder zeker. Men wilde er zijn hoofd hebben ontdekt en wij beweren dat het na zijn dood evenzeer zoek is, als het dit bij zijn leven was. ‘Graaf zonder hoofd’ is Egmont gebleven tot in het schimmenrijk.

Latere onderzoekingen hebben het echter waarschijnlijk gemaakt, dat zijn hoofd naar Spanje vervoerd is. Reeds een gelijktijdig schrijver had dit met betrekking tot de hoofden der beide graven verzekerd en zijne getuigenis werd op het onverwachtst bevestigd door een brief van Geronimo de Roda, door den heer Gachard voor een paar jaren aan het licht gebragt (Bulletins de la Commission d'histoire, T. XVI, No. 6). Toen de Spaansche partij na den dood van Requesens haren invloed begon te verliezen, werden de Nederlanders, zelfs de zoodanigen, die vroeger de dwingelandij gevleid hadden, des te stoutmoediger. Berlaimont rigtte in den raad van state tot zijne Spaansche medeleden de vraag of het waar was, dat Romero de hoofden van Egmont en Hoorne had weggesmeten, ‘no sé donde.’ Het scheen, voegt de Roda er bij, als of hij bedoelde dat wij die hoofden ergens verborgen en bewaard hadden.

De vraag van Berlaimont is een nieuw bewijs tegen het lijk dat onder het altaar der kerk van Hierges zou begraven liggen; maar het smart ons bijna, het genot van een treffend meesterstuk der schilderkunst door de bedenking te storen, dat ook de voorstelling van Gallait in dit opzigt historisch onwaar is.

 

(Konst- en Letterkunde, 1854, No. 26.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren (5 delen)


auteurs

  • P.A. Tiele