Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls
Afbeelding van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der PeulsToon afbeelding van titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

Scans (7.30 MB)

ebook (4.33 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

(1884)–Johan Hendrik van Balen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

I.
Aan boord van Harer Majesteits kruiser ‘The seabird’. - Een ongeduldige commandant en een geduldige sergeant. - De Krumen.

De eerste officier van Harer Majesteits kruiser ‘The seabird’, luitenant Wells, liep met onrustige schreden de brug van zijn schip op en neer, tusschenbeide het woord richtende tot Powder, den sergeant van de mariniers, die eveneens op de brug stond en gedurig den kijker, dien de officier hem in de handen had gegeven, naar den wal richtte.

De manschappen, over het voordek verspreid, stonden daar in groepjes te praten en richtten ook telkens de blikken naar den wal.

- Ik vind dan dat zij vervloekt lang uitblijven, barstte de luitenant op eens uit, te midden van zijne wandeling blijvende staan, en wat zeg jij, sergeant?

- Ik? niets commandant, zei de sergeant, snel den kijker latende zakken en zich omwendende.

- Maar blijven zij dan niet lang uit? vroeg de verbolgen officier.

- Als u het zegt, commandant, dan zal het wel zoo zijn, schoon......

- Nu, wat schoon? vroeg de officier, daar de sergeant, bevreesd te ver te gaan, plotseling zweeg.

[pagina 2]
[p. 2]

- Schoon, zei de sergeant schoorvoetend, schoon het misschien veel tijd vordert om zoo'n geheele factory met al de slavenbarakoens te inspecteeren.

- Wat inspecteeren, 't is geen inspectie Powder, 't is eenvoudig eene visite.

- Pardon voor mijne vergissing, commandant! hernam de sergeant, maar ik bedoelde ook het in oogenschouw nemen van de barakoens.

- Neen, Powder! dat is het niet, wat de heeren zoo lang ophoudt. Ik wil wedden, dat zij op dit oogenblik aan tafel zitten en den beker lustig laten rondgaan.

- O! mijnheer, riep de sergeant uit, dineeren bij een slavenhandelaar! te midden van de geketende zwarten, met het glas in de hand?

- Ja, ja, Powder! zoo zijn helaas die tegenwoordige jongelui, die op Harer Majesteits schepen dienen.

Sergeant Powder zuchtte.

- 't Was stom van mij dat ik vergunning heb gegeven, mompelde de luitenant en luider vervolgde hij: Ik zou toch nog wel wat schuldig willen zijn, als ik wist wat die Don, Senor, Hidalgo, of hoe satan die vent wordt genoemd, in het schild voert.

- Don de Vivès bedoelt u? vroeg de sergeant.

- Ja juist, Powder. Wat, bij voorbeeld, beteekent die uitnoodiging om zijne barakoens te komen inspecteeren en zijne factory te zien. Gesteld, dat zijne factory er goed uitziet en dat zijne slaven goed behandeld worden, neemt dat ook maar iets weg van het verfoeilijke van zijn bedrijf. Wordt de slavenhandel er minder afschuwlijk door.

Sergeant Powder schudde ontkennend het hoofd.

- Ik betreur het thans, dat onze commandant te Sierra Leona gestorven is, en ik dus het bevel over dezen bodem op mij heb moeten nemen.

[pagina 3]
[p. 3]

En daar sergeant Powder hier eene beweging van verbazing maakte, vervolgde de officier:

- Ja, Powder! dat betreur ik, en weet je waarom, omdat ik dan die inspectie van de slavenbarakoens wel eens zelf had willen doen, wat ik nu als commandant niet doen mag. Ik zou er ten minste voor gewaarborgd zijn geweest, dat die don de Vivès mij geen knollen voor citroenen verkoopt. Want het is een geslepen gast, die don Maria Mendoza de Vivès, maar pakken zal ik hem, dat zweer ik, en als ik den satanschen Spanjaard eerst het vel over de ooren heb gestroopt dan zal ik zijne factory eens inspecteeren, maar dat zal geene inspectie zijn met champagne en volle schotels, maar met kogels en vuur.

- Amen! zei sergeant Powder.

- Hij kent mij, de schurkachtige Spanjaard, vervolgde de officier, een jaar geleden heb ik een slavenhaler van hem genomen. Jij was er bij, sergeant!

- Ja, commandant! het heugt mij nog goed.

- En na dien tijd is er meer dan één lading zwarten van hem buit gemaakt, maar de schurk bezit te veel vrijheid. Men moest hier een kruiser stationneeren die speciaal vóór dit punt van de kust bleef. Dat zou de beste wijze zijn om hem ten val te brengen. De toegang tot zijne factory moest geblokkeerd worden.

- Als wij dien slavenhaler maar konden pakken, zei de sergeant.

- Die... ja, dat is een duivelsch schip; ik geloof dat hij dan aardig zou gekortwiekt zijn. Dat vervloekte schip heeft al wat zwarten overgevoerd; twee malen heb ik er jacht op gemaakt.

- Maar te vergeefs, zuchtte Powder hoofdschuddend.

- Schud het hoofd niet, sergeant! zei de officier, of gelooft ge ook aan dien onzin van een betooverd schip.

[pagina 4]
[p. 4]

- God beware mij, commandant! riep de sergeant uit, maar u zult misschien wel willen toestemmen dat het zonderling is, dat men dat schip niet te pakken kan krijgen. De journalen van Harer Majesteits Marine zijn opgevuld met verslagen van jachten op dat satansche schip en ondanks dat heeft men het nooit kunnen krijgen, laat staan het naderen.

- Dat komt, hernam de luitenant ongeduldig, omdat men te veel de lading ontziet, en door deze verkeerd geplaatste menschlievendheid geeft men dat ding altijd gelegenheid om te ontsnappen. Ik zal niet zeggen dat ik een slavenhaler bij voorkeur mijne kogels in het ruim zal werpen, maar is het niet beter eenige slaven te dooden als men daarmede den schoener kan bemachtigen, dan dien te ontzien en de kogels daar te werpen waar zij geen schade aanrichten. Met opoffering van eenige negers komt men dan toch tot het doel, terwijl nu het ding telkens ontkomt en zijne vervloekte vaart over den oceaan vice versa Cuba volhoudt.

Het antwoord op deze netelige vraag werd den sergeant bespaard door het geroep van den uitkijk, die eene boot seinde.

De officier en de sergeant richtten weder de oogen naar de kust.

In de sterke branding, die daar op de kust staat, bemerkten zij een vaartuigje, dat op een notedop geleek. Het was door één roeier slechts bemand, een neger, die met verbazende handigheid zijn broos vaartuigje door de branding pagaaide.

- Stoute zeelui, die Krumen! zei de luitenant, de handigheid van den zwarte bewonderende. Laat een van onze matrozen hem dat eens nadoen.

Inderdaad was het verwonderlijk om te zien hoe de Krumen zijne kano bestuurde. De zee was op dien dag vrij onstuimig en de kerel moest eene zware branding door. Met eene kleine pagaai alleen gewapend schoot hij als een watervogel door de

[pagina 5]
[p. 5]

golven. Tusschenbeide zag men hem het rechter-of linkerbeen buiten boord steken en dan maakte hij eene zwenking als een schaatsenrijder. Twee malen achtereen sloeg het lichte ding om en men zag den Krumen verdwijnen, weer bovenkomen en naar zijn kano zwemmen. Zwemmend hoosde hij haar met eene kalebas uit en liet zich er daarna weder inglijden. Dat alles was in weinige oogenblikken gedaan en dan schoot de kano weer bliksemsnel vooruit.

Deze kleine kano's uit een enkelen boomstam bestaande, gewoonlijk een soort van populier, zijn zeer smal, zoodat er net één man op de bank kan zitten. Zij loopen voor en achter puntig toe en zijn halvemaansgewijs sterk gekromd, waardoor voor- en achtersteven hoog boven het water uitsteken. De boomstam wordt eerst door vuur gekromd en uitgehold, en daarna met een dissel gefatsoeneerd. Vier of vijf dwarshouten beletten de zijden elkander te naderen en dienen tevens tot banken, waarvan er echter meestal maar één gebruikt wordt door den bestuurder van het vaartuig, daar zij voor het vervoeren van menschen totaal ongeschikt zijn. Zij zijn zoo klein, dat zij op een afstand voor ongeoefende oogen geheel onzichtbaar zijn en den roeier door het water schijnt te loopen. Om berichten over te brengen zijn deze kano's op de ongenaakbare kusten van West-Afrika van onschatbaren dienst, daar de Krumen om eene holle zee of storm niets geeft, en door eene kokende schuimende zee met evenveel gerustheid een tocht met zijne kano onderneemt als wij in eene pleizierboot op eene kalme vaart.

Toen de kano den kruiser genaderd was en aan den valreep lag vloog de Krumen vlug als een aap naar boven en bracht de boodschap van don de Vivès, dat de branding voor gewone sloepen te sterk was en dus de heeren officieren waarschijnlijk zouden genoodzaakt zijn den nacht aan wal door te brengen.

[pagina 6]
[p. 6]

De commandant verwaardigde den Krumen met geen woord en de kerel verdween even snel als hij was gekomen.

- Welnu, zei de officier een oogenblik later tot sergeant Powder, wat heb ik gezegd? Het bevalt de heeren daar te goed, zij zullen het eens uitvieren.

- Het is een streek, die de Spanjaard mij heeft gespeeld en hij heeft er zijne bedoeling mede, maar die satansche don vergist zich. Desnoods, als er wat gebeurt, ga ik zonder officieren in zee. Wij zullen zien.

Hij gaf bevel scherp wacht te houden en goed uit te kijken en zocht toen grommende zijne hut op.

Het was toen avond en weldra zou het duister zijn. Kort daarna heerschte aan boord van Harer Majesteits kruiser ‘The seabird’ de grootste stilte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken