Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls
Afbeelding van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der PeulsToon afbeelding van titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

Scans (7.30 MB)

ebook (4.33 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

(1884)–Johan Hendrik van Balen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 122]
[p. 122]

XXIV.
Jallica. - Eene wapenschouwing. - Op weg naar Timbo.

De reis werd nu met den meesten spoed voortgezet en wel zoo snel, dat men in den avond van den tweeden dag Jallica bereikte.

De kapitein hield zich niet op met nuttelooze beraadslagingen en aankondiging van zijne komst, maar marcheerde recht op de poort toe die gesloten was, want de nadering van de kleine karavaan was reeds lang gezien.

Nauwlijks had de kapitein het negerhoofd, dat aan de poort de wacht hield, doen weten, dat hij de gast van den Foelah-vorst was, daar deze hem tot een bezoek te Timbo had uitgenoodigd, of de poorten werden geopend en de kapitein met de zijnen binnengelaten.

Fernando, die niet veel verwachting van Jallica had gehad, keek vreemd op, toen hij eene voor negers bepaald fraaie stad zag, met nette breede straten en goed gebouwde huizen. De aanwezigheid van eene vrij talrijke bevolking, waaronder vooral de licht gekleurde Foelah's te herkennen waren, overtuigde hem terstond dat de kapitein gelijk had gehad, toen hij beweerde dat de opstandelingen voor Jallica het hoofd zouden stooten. Hoe talrijk de nieuwsgierigen ook waren, die saamgestroomd waren om de blanken te zien, heerschte er toch iets wat op orde en beleefdheid geleek. Men vergenoegde zich met kijken en vergezellen, maar maakte het niemand lastig.

De kapitein en Fernando werden terstond naar den gouverneur geleid, die hem met zekere waardigheid ontving. Hij luisterde oplettend naar het doel van de reis en nam de geschenken genadig aan. Geheel anders werd hij echter toen de

[pagina 123]
[p. 123]

kapitein hem nu van den opstand begon te vertellen. Men wist er te Jallica nog niets van en het opperhoofd werd zoo verschrikt, dat hij bevel gaf terstond de hoofden der krijgslieden te ontbieden.

Het was eene onstuimige vergadering, die nu volgde. De een voor den ander was ontsteld, woedend, en de een gaf den ander de schuld dat men er nog niets van wist, en de beraadslaging zou misschien nog lang geduurd hebben als de kapitein hen er niet opmerkzaam op had gemaakt? dat de opstandelingen elk oogenblik konden verschijnen.

Nu gaf het opperhoofd bevel onmiddellijk alle krijgers op te roepen, en toen de aanvoerders de woning verlaten hadden, duurde het niet lang of de doffe roffels van de krijgstrom bewezen, dat men er spoed bij maakte.

De gouverneur begaf zich nu met de blanken, op den voet gevolgd door zijn lansdrager en omringd van eenige hoofden, naar buiten.

De straks nog zoo rustige stad was als door tooverslag in de meest bedrijvige plaats herschapen. De straten waren gevuld met krijgers en luide kreten gingen van de opgewonden menigte uit.

De verschijning van den gouverneur werd met gejuich begroet en daar inmiddels de troepen waren opgesteld begonnen de verschillende afdeelingen voor hem heen te trekken bij wijze van defileeren. Elk hoofdman liet zijne lans zakken als hij voorbij den gouverneur kwam en gedurende dit schouwspel werden de oorlogstrommen aanhoudend geroerd. Deze waren op het plein geplaatst en bestonden uit holle boomstronken met eene huid overtrokken waarop twee negers met stokken, waaraan looden kogels waren bevestigd, sloegen en aldus een dreunend geluid voortbrachten.

Ten slotte nam de aanvoerder van die oorlogsbende plaats

[pagina 124]
[p. 124]

naast den gouverneur en dit was het sein, dat het defilé was afgeloopen. De trom hield op en de gouverneur begon onder de diepe stilte, die er heerschte, eene redevoering, die hierop neerkwam, dat de opstandelingen moesten overwonnen en vernietigd worden vóór zij Jallica konden bereiken.

- Komaan! zei de kapitein, toen de gouverneur zijne rede had geëindigd, laat ze niet allen aan stukken houwen, straft de voornaamsten en verkoopt de rest aan mij. Gij kunt er een heele boel fraaie dingen van den Mongo de Vivès voor krijgen. Bedenkt dat!

De gouverneur bedacht zich. Zijn gelaat verhelderde en een grijns van genoegen deed zijn mond van het eene oor tot het andere opengaan.

Hij sprak eenige oogenblikken met den krijgsoverste en zeide toen den kapitein, dat het in orde was.

Het was reeds duister, toen de troep uitrukte, en het geluid hunner voetstappen verloor zich weldra in de verte.

Wat onze reizigers betreft deze zochten de hun verstrekte woning op, lieten door de vrouwen een lekker avondmaal gereedmaken en gelastten hunne bedienden hen niet vòòr den volgenden morgen laat te wekken. De verschriklijke tooneelen van de laatste dagen, de nachtwaken en de geforceerde marschen hadden hen zoo uitgeput, dat zij eene verkwikkende rust noodig hadden.

Eerst laat ontwaakten zij en daar de kapitein geen enkele rede zag om zoo lang te blijven tot den afloop van den krijgstocht bekend was, en bovendien wel wetende dat eene overwinning bij het terugkeeren der overwinnaars te Jallica op even bloedige wijze zou worden gevierd als die van de opstandelingen, besloot hij nog den dag en nacht te Jallica te blijven om alles met den gouverneur te bespreken en deze ook voor Fernando's plannen te winnen en dan den volgenden morgen

[pagina t.o. 125]
[p. t.o. 125]



illustratie

waar hun weg geteekend was door de uitgebleekte geraamten, Blz. 126.


[pagina 125]
[p. 125]

naar Timbo op marsch te gaan, dat nog slechts zes dagen van hen verwijderd was. Een bode werd afgezonden om den Foelah-vorst van Dsjallot van hunne komst te verwittigen en toen begaf men zich op het laatste eindje van den langen weg naar het eiland der Foelah's.

- Ik geloof dat wij het ergste nu gehad hebben, zeide de kapitein dien morgen, toen men pas op weg was.

- Dat hoop ik van ganscher harte! zeide Fernando. Mij dunkt dat wij nu al genoeg hebben ondervonden. Als ik vooruit had geweten, dat het hier zóó zou zijn, was ik op de kust gebleven. De tooneelen, die wij hebben bijgewoond, zullen mij nooit uit het geheugen gaan. Dat men toch deze menschen niet kan beschaven!

- Een mooie troep om te beschaven, zeide de kapitein. Begin bij een neger met goede woorden en gij krijgt niets van hem gedaan, maar laat hem bemerken dat gij hem de baas zijt en hij zal voor u vliegen. Gij hebt nu gezien hoe zij het in hun geboorteland hebben. Denk niet, dat de inwoners van plaatsen als Jallica, waar zoo iets te vinden is dat op een geregeld bestuur gelijkt, het daarom goed hebben. Neen, ook zij verkeeren in gevaar. Ik heb vorsten gekend, die, als zij van een slavenhandelaar een geweer hadden gekregen of gekocht, zich in het schieten gingen oefenen...... waarop denkt ge?... op hunne eigen onderdanen, en zulke honden beroemden er zich dan op, dat zij reeds vorderingen maakten, of dat zij er zóó- of zóóveel hadden doodgeschoten.

- Afschuwelijk, zei Fernando.

- Neemt Dahomei eens, zei de kapitein. Bij de troonsbeklimming van een vorst worden eerst een aantal slaven van den overleden vorst geslacht om met hem mede te gaan in den dood. Vervolgens worden er nog op een groot volksfeest bij honderden geslacht. - Fetischmannen en andere priesters of

[pagina 126]
[p. 126]

goochelaars voeren allerlei duivelskunsten uit, die aan velen het leven kosten. De nietigste dingen zijn voldoende om gedood te worden.

Fernando zuchtte.

En zoudt gij dan denken, vervolgde de kapitein, dat het lot van slaaf op eene plantage in Amerika voor den neger niet honderd maal beter is dan dat van vrije in zijn vaderland. Als vrije is hij zijn leven geen dag, geen uur zeker en voelt zich ellendig. Als slaaf daarentegen ontvangt hij goed voedsel en behoorlijke huisvesting. Hij moet werken in plaats van te luieren, dat is waar, maar heeft ook volstrekt geen zorg voor de toekomst. En behoudens enkele uitzonderingen worden de slaven goed behandeld, daar het in het belang van den slavenhouder zelf is om zijne slaven goed te doen. Ik wil niet zeggen, dat er niet veel tegen is. Zeker is er uit een oogpunt van humaniteit en zoo al meer veel op af te dingen; maar het heeft zijne lichtzijde, zooals alles.

Fernando zweeg. Hij was op dat oogenblik nog onder den verpletterenden indruk van hetgeen hij gezien en ondervonden had en stelde zijn antwoord tot later uit. Het was hem niet mogelijk zijne gedachten op dit onderwerp gevestigd te houden, en verlangde er naar maar hoe eer hoe liever weder aan de kust te zijn. De afschuwlijke beelden van den verschriklijken nacht stonden hem aanhoudend voor oogen en vervolgden hem als hij sliep in akelige droomen. In dien gemoedstoestand was hij niet gestemd tot redetwisten, ofschoon hij er zeker van was nimmer tot de gevoelens van kapitein Campo te zullen worden overgehaald.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken