Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het muziekleven in Nederland in de 17de en 18de eeuw (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het muziekleven in Nederland in de 17de en 18de eeuw
Afbeelding van Het muziekleven in Nederland in de 17de en 18de eeuwToon afbeelding van titelpagina van Het muziekleven in Nederland in de 17de en 18de eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.67 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het muziekleven in Nederland in de 17de en 18de eeuw

(1938)–D.J. Balfoort–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 176]
[p. 176]

Besluit

Aan het eind van onze beschouwingen over het muziekleven in de 17de en 18de eeuw gekomen, moeten wij erkennen dat niet alles is gegaan, zooals wij bij een harmonische ontwikkeling hadden mogen verwachten. Het zal den lezer reeds zijn opgevallen, dat de twee zijden die het openbare muziekleven heeft, het concertwezen en de muziek-dramatische kunst, zich bij ons niet hand aan hand hebben kunnen ontplooien. Samenwerking in die twee takken kenden wij niet; van een evenwicht, dat zoo stimuleerend had kunnen werken op een gezonde ontwikkeling van het muziekleven, is nooit sprake geweest. Het concertwezen stond geheel op zich zelf, en ook de muziek-dramatische kunst heeft een eigen weg moeten zoeken, maar wij hebben gezien hoe alle pogingen, op dat gebied iets goeds tot stand te brengen - van den tijd van Buysero en Bidloo af - ten leste toch tot mislukking hebben geleid zoodat het muziekleven hoe langer hoe meer geconcentreerd werd in het concertwezen.

De 19de eeuw, die zoo geweldig veel nieuwe vindingen heeft gebracht, op zoo menig terrein een heelen omkeer heeft bewerkt, liet dit alles onveranderd voortbestaan, en nog op het oogenblik laten wij ons eigenlijk voortdrijven in de richting, die de 17de en 18de eeuw hebben aangegeven. Vergelijken wij dat eens met onze naburen. In de meeste landen bestaat deze bedroevende eenzijdigheid niet, zelfs in kleine steden zorgt gewoonlijk de Overheid ervoor, dat zoowel goede concertinstellingen als ondernemingen op operagebied een bestaan kunnen vinden door den eenigen vruchtbaren weg te volgen, dien der samenwerking: concurrentie tusschen de beide kunstrichtingen zou beide of althans een van de twee kunnen

[pagina 177]
[p. 177]

dooden. Eenzelfde orkest geeft den eenen avond een symphonieconcert, werkt een anderen keer mede aan een operaopvoering, zoo het publiek afwisseling biedende en belangstelling wekkende voor het volle muziekleven. Hoe moeten wij het betreuren dat bij ons deze weg nooit is ingeslagen!

Dat er ook bij ons al vroeg behoefte was aan een opera, blijkt wel uit de vele pogingen die er in de 17de en 18de eeuw gedaan zijn om een nationale opera te vestigen, en uit het succes dat de buitenlandsche troepen hier met hun voorstellingen hebben gehad. Van al deze ondernemingen heeft alleen de Fransche Opera te 's-Gravenhage zich vrij lang weten staande te houden. Door gebrek aan voldoende financieelen steun echter waren zij alle reeds bij de oprichting ten doode gedoemd. Ook in de 19de eeuw heeft men de opera den benoodigden steun onthouden. En toch, hoe gaarne gaan de Hollanders in den vreemde niet naar een goede opera! Hadden zij, die meewerkten tot het instand houden van de concertinstellingen hun eigen belang beter begrepen, zij zouden ook de opera zoo krachtig hebben gesteund, dat opvoeringen mogelijk waren gemaakt die op even hoog peil stonden als de concerten. Met hoeveel vreugde zou het publiek hun operahelden en heldinnen niet hebben gehoord als concertsolisten! Hoe frisch zou de belangstelling zijn gebleven bij de hoorders, als zij niet zoo eenzijdig overvoerd waren met concerten en nog eens concerten. Is het wonder dat bij dezen gang van zaken de concertinstellingen meer en meer in moeilijkheden zijn geraakt? Door het scheppen van een natuurlijk tegenwicht had veel voorkomen kunnen worden, maar men heeft niet willen inzien, dat in een bloeiend muziekleven de opera niet gemist kan worden. Zoolang men in de bestaande eenzijdigheid volhardt, zullen de bezwaren nijpender en nijpender worden. Het veranderen van koers is dan ook een dringende eisch om uit de impasse te geraken, waarin het muziekleven bij ons langzamerhand vergleden is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken