Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vlegeljaren van een H.B.S.-er (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vlegeljaren van een H.B.S.-er
Afbeelding van De vlegeljaren van een H.B.S.-erToon afbeelding van titelpagina van De vlegeljaren van een H.B.S.-er

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (8.07 MB)

ebook (4.17 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Illustrator

B.J. Kempers



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vlegeljaren van een H.B.S.-er

(1931)–J.P. Baljé–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 87]
[p. 87]

Hoofdstuk X.
Nachtelijke escapade.

Het was ongeveer een maand later - de vacantie naderde alweer en het was heerlijk, warm weertje - toen de drie vrienden na schooltijd over den Boulevard wandelden.

Fel zond de zon haar stralen op het strand en de jongens puften.

‘Ik vind het alweer véél te warm!’ klaagde Wim, die een hekel aan hooge temperaturen had, ‘je kan je beenen niet verzetten met dit loome weer en je hersens werken direct veel trager.’

‘Ja, 't is wel wat warm!’ erkende Arie.

Charles, die zelfs te lui was om te praten, knikte maar eens.

‘Wat zal het hier vanavond en vannacht lekker zijn. Als het heerlijke, nachtelijke koeltje je rond de ooren waait, als het hier stil is en je het lichten van de zee ziet.’ Er lag verlangen in Wim's stem, toen hij dit zei.

Arie bleef stilstaan en hij hield de beide anderen vast.

[pagina 88]
[p. 88]

‘Als we vannacht om twaalf uur eens een lange wandeling maakten?’ stelde hij voor met enthousiasme in zijn stem. ‘De duinen in!’ Vragend keek hij z'n vrienden aan.

Charles en Wim trokken een bedenkelijk gezicht. ‘Ze zullen ons thuis aan zien komen. Dat mogen we immers toch niet!’

Arie lachte minachtend.

‘We vragen het ook niet,’ zei hij kordaat, ‘we doen het!’

‘Hm!’ zei Wim en ‘hm!’ deed Charles.

‘Tjesses, wat een lafbekken!’ schold Arie, ‘we kunnen toch zeker best om twaalf uur het huis uit komen. Niemand die er iets van merkt. En dan een fijne, nachtelijke wandeling. Nou?’

Wim kreeg er wel ooren naar.

‘Ik heb altijd een huissleutel. Misschien zou ik wel......’

‘Precies, dat is één!’ sneed Arie hem het woord af. ‘En jij, Charles, ga je met ons mee of niet?’ Hij deed net, of Wim al had toegestemd.

‘Tja....,’ aarzelde Charles nog, ‘het lacht me wel toe....’

‘Mooi zoo!’ En alsof er van niets anders sprake was, ging Arie verder:

‘We spreken dus af om twaalf uur bij den Watertoren. Dan gaan we bij het haventje den Boulevard op en verderop de duinen in. Hè, boys, dat kan een fijn uitstapje worden. Laten we zorgen, dat we wat te rooken hebben.’

Wim en Charles lachten eens. ‘Jij bent me er één. We hebben nog niks gezegd en jij regelt de zaak al.

[pagina 89]
[p. 89]

Nou, als jij het zegt, zal het wel niet anders meer kunnen.’

En toen de jongens even later naar huis gingen, klonk er in hun toon iets geheimzinnigs, toen ze ‘tot ziens’ zeiden en ze hadden het voorkomen van een paar middeleeuwsche samenzweerders, die een complot hadden gesmeed, om den één of anderen verdrukker uit den weg te ruimen....

 

Dien avond slopen om twaalf uur heel stil uit drie verschillende huizen drie jongens, die omzichtig om zich heen keken en zich in de richting van den watertoren haastten.

‘Het uur der geesten!’ spotte Charles, toen ze het houten trapje bestegen, dat naar den Boulevard leidde.

Maar toen ze eenmaal op den Boulevard stonden, zwegen ze alle drie: Arie had gelijk gehad, dat was verrukkelijk. De Schelde, die daar rustig en maanbeschenen in haar bedding lag, dat zachte ruischen van de zee, het frissche avondwindje, dat hun om de ooren blies, dat deed je eens dieper ademhalen en je longen volzuigen met die verkwikkende, sterkende zeelucht. Heel in de verte zagen ze de silhouetten van schepen, die binnenkwamen of uitvoeren naar hun onbekende bestemming, de wereld in, naar landen, waar zij nooit geweest waren en misschien nooit komen zouden. Het stemde romantisch....

‘Kom, jongens,’ verbrak Arie de stilte, ‘laten we doorloopen, in de duinen moet het nog fijner wezen.’

Ze zetten er een flinken pas in en spoedig lieten ze de laatste huizen van den Boulevard achter zich en

[pagina 90]
[p. 90]

liepen ze langs den zeedijk, die naar de duinen voerde. Aan den éénen kant naast hen ruischte de zee, aan den anderen kant lag het slapende eiland Walcheren, met vlakbij hen het oude fort de Nolle. Ze passeerden de schietgaten, welker geheimenissen ze thans kenden; toch zouden ze er nu voor geen geld van de wereld in gegaan zijn!

Ze bereikten de duinen, liepen toen eerst een heel eind lang het strand en spraken heel weinig. Tenslotte bestegen ze een duintop, waar ze zich languit neerwierpen.

Wim deelde cigaretten rond, geheimzinnig vlamden de lucifers in het donker.

‘Eigenlijk moesten we nu een kampvuurtje kunnen stoken!’ vond Arie.

‘Te gevaarlijk!’ dacht Wim, ‘niet zoo ver van den duinvoet staan boerenwoningen en door rondvliegende vonken kon licht brand ontstaan.’

De jongens rookten en keken naar de sterren of naar de breede Schelde, waar ze in het maanlicht de golfjes achter elkaar zagen zitten om dan speelsch op het strand te rollen.

‘Je zou hier dichterlijk worden,’ dacht Charles hardop, ‘dat zachte geruisch van het helmgras, het lichte gerucht, dat de golfjes op het strand maken en verder alles doodstil, geen leven, geen geluid....’

Hij hield midden in den zin op en met een schok vlogen de jongens overeind. Met groote, vragende oogen keken ze elkaar zonder iets te zeggen aan. Door de nachtelijke stilte had duidelijk een schot geklonken! En tamelijk dichtbij.

Wat kon dat zijn? Het was Charles, die de vraag

[pagina 91]
[p. 91]

het eerst fluisterend durfde uitspreken.

‘Een moord?’ opperde Arie flauwtjes, terwijl hij merkbaar huiverde.

‘Misschien verbeelden wij ons, dat het een schot was,’ zei Wim, ‘misschien kwam het geluid van die boerderij ginds, een plank die omviel, of....’

Maar ook hij brak zijn zin af, want wéér en nu nog dichter bij, klonk opnieuw een schot....

Ze durfden nu zelfs niet meer te praten en zaten zeker een minuut doodstil. Toen wenkte Charles de anderen hem te volgen.

Angstig stonden de jongens op en omzichtig begonnen ze het duin af te dalen.

Maar plotseling uitten ze alle drie een gil van schrik, want onverwachts bescheen hen een fel licht uit een lantaarn. Verblind bleven zij staan, bevend over al hun leden.

‘Daar staan blijven!’ zei een ruwe stem, ‘verroer je niet.’

Het licht doofde, de man had hen blijkbaar voldoende opgenomen.

‘Wat doen jullie hier midden in den nacht?’ hoorden zij weer dezelfde schorre stem. ‘Vertel op!’

‘Wandelen....,’ bracht Charles met moeite uit.

Een lach weerklonk. Het was een akelige, vreugdelooze lach, die angst aanjoeg.

‘Wandelen!’ spotte de man, ‘dat zal wel!’

‘Heusch!’ zei Wim, die nu weer wat meer begon te zien, ‘we.... we.... wilden bij avond de duinen eens in.... zoo maar, omdat het dan heerlijk is hier....’

‘Hm!’ kwam de kerel. Ze zagen, dat hij er ongunstig uitzag, haveloos gekleed, een stoppelige baard en voor

[pagina 92]
[p. 92]

zoover dat bij het maanlicht te zien was, stekende oogen. Hij had een geweer in de linkerhand en een groote tasch opzij, waaruit ze de kop van een konijn zagen steken. Het was dus een strooper!!

Hij scheen bij zichzelf te beraden, wat hij doen zou.



illustratie

‘Eigenlijk moesten jullie een flink pak slaag hebben,’ vond de strooper. ‘Maak, dat je hier weg komt en laat ik je nooit weer zien. En zwijgen, begrepen!!!’ Hij trad een stap nader met vooruitgestoken hoofd en een dreigende beweging zette kracht bij aan zijn woorden.

‘Geef me een cigaret!’ beval hij. Toen Wim hem er zwijgend één presenteerde, nam hij het heele doosje.

‘Dat is beter voor mij!’ grijnsde hij. ‘D..........

[pagina 93]
[p. 93]

nu op en zwijgen, hoor je!’

De jongens maakten, dat ze wegkwamen.

Ze liepen hard en pas toen ze zeker wisten, dat ze ver genoeg waren, bleven ze staan, om adem te scheppen. Toen ze uitgehijgd waren, keken ze elkaar aan.

Charles, een stevige boy, was woedend.

‘Als die ellendeling geen geweer bij zich had gehad, had ik hem aangevlogen. Met z'n drieën hadden we hem best klein gekregen.’

‘Een laffe moordenaar!’ schold Wim. ‘Zag je dat arme konijn in z'n tasch?’

‘En wat een lugubere tronie!’ zei Arie, ‘hij was zeker in drie weken niet geschoren.’

‘Intusschen ben ik m'n cigaretten kwijt,’ zuchtte Wim spijtig, ‘en ons tochtje is ontijdig afgebroken.’

De jongens liepen nu weer langs het strand om vlugger vooruit te komen. In de verte zagen ze al het kleine vuurtorentje op den hoek van den dijk. Toen ze den Boulevard weer bereikten, was het twee uur!

‘Tòch was het een fijn avontuur!’ vond Arie, die de ontwerper van het plan was.

Dat erkenden de jongens. 't Was een heerlijke wandeling geweest en ze hadden fijn in de duinen gelegen. Zelfs de ontmoeting met den strooper was tenslotte ‘echt’ geweest. Als ze dat morgen in de klas vertelden, zouden ze misschien niet eens geloofd worden.

‘Maar we mogen niets vertellen!’ bedacht Arie, ‘die kerel heeft het verboden en hij keek erg dreigend. Zulke typen zijn tot alles in staat.’

Maar Charles liet zich het vertellen van deze ‘clou’ niet ontnemen.

‘Kan me niks schelen!’ zei hij dapper, ‘laat die vent

[pagina 94]
[p. 94]

maar opkomen overdag. In de duinen ziet ie me niet meer 's nachts!’

Bij den Watertoren namen de jongens weer afscheid en als schimmen slopen ze naar hun respectievelijke woningen....



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken