Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus
Afbeelding van De warachtighe historie van doctor Johannes FaustusToon afbeelding van titelpagina van De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (8.51 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Editeur

René Blankers



Genre

drama

Subgenre

legende-mythe-sage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus

(2004)–Carel Baten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van een versamelt crychsheyrGa naar margenoot6 teghens den vryheere, denwelcken Doctor Faustus aen des keysers hof eenen hertshoren op syn hooft getoovert badde; int 19e jaer van synder ghelofte.

DOctor Faustus reysde na YslebenGa naar margenoot7 ende als hy nu ten halven wege was, so sach hy seven peerden op hem toerijden. Hy kende stracx den heere ende hy wiste dattet den grave was die hy wel eertijts de hertshorens -in des keysers hof- opt hooft ghetoovert hadde. Desen heere kende oock desen Doctorem Faustum seer wel. Daeromme dat hy zijne knechten liet stilhouden, hetwelcke Doctor Faustus merckende, hem op eene hoochde begaf. Ende als sulcx den vryheere

[Folio 51r]
[fol. 51r]

sach, so liet hy op hem rennen met bevel hem stoutelickGa naar margenoot1 te doorschieten. Daeromme dat sy oock des te stouter op hem los dructenGa naar margenoot2.aant. Maer hy verloor hem stracx uut haerlieder ghesichte, mits dat hy hem onsichtbaer maken conde. Den voorseyden vryheere liet op de hoochde stiilehouden oft men hem erghens int ghesichte ghecrijgen conde. Met dies so hoorden sy onder in den bosch een groot gheraes van basuynen, van trompetten ende van trommelen. Oock saghen sy datter sommige hondert peerden op haer toereden. Dit siende, setten zijt op den loop. Ende als den vryheere neffensGa naar margenoot3 den berch meynde henen te rijden, soo stont aldaer eenen grooten hoop ghewapende crijchsvolcks, die op hem wachten. Dit siende, nam hy eenen anderen wech. Ende strackx sach hy aldaer eenen grooten hoop ghewapende ruyters. Daerom dat hy noch eenen anderen wech kiesen mosteGa naar margenoot4, op denwelcken hy oock, gelijck tevoren, oock een slachorden vant, hetwelcke hem also tot vier ofte vijf plaetsen bejeghendeGa naar margenoot5, ende dat so menichmaels als hy meynde eenen vremden wech te kiesen. Ende als hy nu sach dat hy nerghens wech en conde ende dat ment op hem gheladenGa naar margenoot6 hadde, so rende hy tot het crijchsvolck in, tsyGa naar margenoot7 wat perijckelGa naar margenoot8 dat hem daeruut soude mogen ontstaen ende vraechde waerom dat men hem also van allen canten beset hadde ende op hem was wachtende. Maer niemant en gaf hem eenighe antwoorde, totdat eyndelick Doctor Faustus tot hem uutghereden quam, waerna dat hem den vryheere rontom besloten vandt. Ende hy hielt hem voor dat hy hem soude ghevanghen geven; so niet, so soude hy sien hoe dat men met hem soude handelen. Desen vryheere en meynde niet anders dan dattet een warachtighe slachordeninghe was, hoewel dattet niet dan tooverye en was. Daernaer beval Doctor Faustus dat sy alle haer gheweyrGa naar margenoot9 goetwillich souden overgheven ende daernaer de peerden. Ende in plaetse van dien, soo brachten sy haerlieder andere ghetooverde peerden ende gheweyr ende Faustus sprack tot den vryheere, dewelcke Faustum niet meer en kende: ‘Mijn heere, den oversten deses leghers heeft my bevolen te segghen dat ghy voor dese reyseGa naar margenoot10 also voortsreysen sult, omdat ghy op eenen toeghereden hebt die

[Folio 51v]
[fol. 51v]

by den voorseyden oversten om hulpe ghebeden ende aenghesocht hadde.’ Als nu den vryheere in de herberghe quam ende zijn knechten de peerden te water reden, so verswonden alle de peerden, soodat de knechten schier verdroncken waren ende moesten also te voete wederomme nae huys rijden.aant. Den voorseyden vryheere, siende zijne knechten te voete gaen, die alle tsamen nat ende slijckerichGa naar margenoot1 waren, ende van het verswindenGa naar margenoot2 der peerden, wierdt stracks ghewaer dat anders niet en was gheweest als des Doctor Fausti tooverije die hy noch eens tevoren aen hem bewesen hadde ende dat alles hem tot zijnen schimp ende spot.

margenoot6
krijgsmacht
margenoot7
Eisleben
margenoot1
brutaalweg
margenoot2
op hem afstormden
margenoot3
langs
margenoot4
moest
margenoot5
tegemoet trad
margenoot6
gemunt
margenoot7
het zij
margenoot8
gevaar
margenoot9
geweren
margenoot10
voor deze keer
margenoot1
met slijk besmeurd
margenoot2
en (ziende) de verdwijning

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken