Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Seven manieren van minne (1926)

Informatie terzijde

Titelpagina van Seven manieren van minne
Afbeelding van Seven manieren van minneToon afbeelding van titelpagina van Seven manieren van minne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jozef van Mierlo

Léonce Reypens



Genre

proza

Subgenre

traktaat


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Seven manieren van minne

(1926)– Beatrijs van Nazareth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

1Die· vij· maniere der minnen.

2N'och heuet die salege ziele ene maniere van 3hoger minnen, die hare niet luttel <wercs> 4Ga naar margenoot+ geuet van binnen,· 'dat es, datsi es getrect bouenGa naar voetnoot4.

[pagina 29]
[p. 29]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

5menschelicheit in minnen, ende bouen mensceliken 6sin ende redene, ende bouen alle die werke ons 7herten, 'ende allene es getrect met eweliker minnen 8in die // ewelicheit der minnen· 'ende in die <onbegriplicheit,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot8. 9in die witheit>, ende die <ongerinlike>Ga naar voetnoot9. 10hoecheit· 'ende in die diepe afgronde 11der godheit, die es al in alle dinc· 'ende dieGa naar margenoot+ 12onbegripelec bliuet bouen alle dinc· 'ende die 13es onwandelec, al-wesende, al-mogende· al-begripende· 14'ende al-geweldeleke werkende.

15Hier in es <die salighe ziele> so morulekeGa naar voetnoot15. 16gesonken in minnen, ende so sterkeleke getrect inGa naar margenoot+ 17begerten· 'dat hare herte es sere douende ende 18ongedurich van binnen· 'hare ziele vloiende ende 19doiende van minnen· hare geest uerwoeddelike 20uerhangen van sterker begerten. 'Ende hier toe 21trecken al hare sinne· 'datsi wilt wesen int gebrukenGa naar voetnoot21. 22der minnen. Dit eischet si erensteleke te gode

[pagina 30]
[p. 30]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

23Ga naar margenoot+ 'ende dit // suct si hertelike van gode· ende dit 24moetsi sere begeren. 'Want minne enlaetse noch 25gecissen noch geresten· noch in vreden wesen.

26'Minne trectse bouen ende si heltse neder, siGa naar voetnoot26. 27versue<t>se saen ende si queltse weder· 'si geeftGa naar voetnoot27. 28die doot ende brinct dat leuen· si geeft gesunde· 29ende wont <dan> weder. 'Si maecse dul endeGa naar voetnoot29. 30Ga naar margenoot+ vroet <dan> weder. Aldus trect si <se> in hogerGa naar voetnoot30.Ga naar voetnoot30. 31Ga naar margenoot+ wesen· 'aldus es si geclommen met geeste· bouenGa naar voetnoot31. 32den tijt in die ewelicheit <ende es gehoght bouenGa naar voetnoot32. 33die gigten van minnen in die ewelicheit> der

[pagina 31]
[p. 31]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

34minnen die es sonder tijt· 'ende si es herheuenGa naar voetnoot34. 35bouen menscelike maniere in minnen, ende bouen 36hars selfs nature in begerten daer boven te wesene.Ga naar voetnoot36.

37<Dar> es hare wesen ende <al> har wille·Ga naar voetnoot37. 38'hare begerte ende har minne: in die sekere 39waerheit ende in die pure clarheit, ende in die 40edele hoecheit· 'ende in die verwende scoenheit, 41[ende] in die suete geselscap // van den ouerstenGa naar margenoot+ 42geeste, die al vloien van oueruloedeger minnen·Ga naar margenoot+ 43'die sijn int clare bekinnen ende int hebben ende 44int gebruken hare minnen.

45'Die wile es daer bouen onder die geeste hare 46begerleke wandelinge, ende meest onder die bernende 47seraphine in die grote· godheit· 'ende in die 48hoge drieuuldicheit es hare liefleke rustinge ende 49hare genuechleke woninge.Ga naar margenoot+

50'Si suctene in sire maiesteit· 'si volget heme 51daer ende sieten ane met herten ende met geeste. 52'Si kintene· si mintene· 'si begertene so seere· datsi

[pagina 32]
[p. 32]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

53necan geachten noch heilegen noch menschen, 54Ga naar margenoot+ noch ingle noch creaturen dan met gemeenreGa naar voetnoot54. 55minnen in heme daer si al mede mint. Ende heme 56allene heft si vercoren in minnen bouen al, ende 57onder al, ende binnen al· 'so datsi met al der begerlic-//heit 58Ga naar margenoot+ hars herten· ende met al der cracht hars 59geests, so begertsi heme te siene ende te hebbene· 60ende te gebrukene.

61Hier omme es hare ertrike een groet ellende· 62ende .i. starc geuancnisse ende .i. sware quale. 63'Die werelt uersmaetsi; erderike uerwasset hare, 64ende datten ertrike behort / dat / encan hore noch 65Ga naar margenoot+ gesuten noch genughen. 'Ende dat es hare .i. 66grote pine, datsi so verre moet wesen ende so 67Ga naar margenoot+ uremde scinen. Hare ellende enmach si niet vergeten· 68'hare begerte enmach niet gestillet werden· 69'hare uerlancnisse queltse iammerlike· 'ende 70hier mede· wertsi gepassijt ende getorment bouen 71mate ende sonder genade.

[pagina 33]
[p. 33]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

72Hier omme es si in groet verlancnisse ende // inGa naar margenoot+ 73starke begerte ute desen ellende te werdene uerledecht, 74ende van desen lichame ontbonden te 75sine· ende so segtsie die wile met sereleken herten· 76alse die apostel[en] dede· die seide. 'Cupio 77dissolui et esse cum cristo. 'Dat es· 'Ic begere 78ontbonden te sine· 'ende te wesene met kerste.

79'Also gelijc es die siele in starke begerten ende 80in weeleker ongeduricheit uerledicht te werdene, 81ende met kerste te leuene. 'Niet van uerdriete 82des iegenwordichs tijts, noch van ureesen desGa naar margenoot+ 83toecomens vernoys, maer allene van heileger 84[minnen] ende van eweliker minnen so begertsiGa naar margenoot+Ga naar voetnoot84. 85niedeleke ende doien<t>leke ende sere verlancleke 86te comene in dat lantscap der ewelicheit· 87'ende in die glorie der gebrukelic-//heit.Ga naar margenoot+

88'Die uerlancnisse es in hare groet ende starc· 89'ende hare ongheduren es swaer ende hart· ende 90hare pine es ontelleke groet die si van begerten

[pagina 34]
[p. 34]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

91doget· nochtan moet si in hopen leuen· ende hope 92doetse haken ende quellen.

93'Ay heilege begerte der minnen· wie staerc es 94uwe cracht in der <minnender> sielen! Het es 95ene salige passie ende .i. scarp torment/· 'ende ene 96Ga naar margenoot+ uerlange[n] quale, ende ene mordeleke doet endeGa naar voetnoot96. 97steruende leuen.

98'Dar bouen encansi noch niet comen · 'hier 99neder enmachsi noch geresten noch geduren, 100ende om heme te pensene encansi van verlancnessenGa naar voetnoot100. 101niet gedragen· 'ende sijns tonberne gheeft 102hare van begerten die quale. 'Ende aldus so moet 103Ga naar margenoot+ si leuen met groten ongemake.

104'Hier omme eist dat si noch enmach noch enwilt 105Ga naar margenoot+ getroest // werden· als die prophete seget: 106'Ren[n]uit consolari anima[m] mea[m] et cetera,Ga naar voetnoot106. 107'dat es, mijn ziele ontsegt getroest te sine. 108Also ontsegt si allen troest dicwile van gode selue 109ende van sinen creaturen· 'want alle die rasten die 110hare daer af mogen gescien· dat sterket meer hare

[pagina 35]
[p. 35]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

111minne, ende trecket har begerte in een hoger 112wesen, ende dat uernuwet hare verlancnisse derGa naar margenoot+ 113minnen te plegene· ende int gebruken der minnenGa naar margenoot+ 114te wesene· 'ende sonder genuechte in ellenden teGa naar voetnoot114. 115leuene. Ende so bliuet si ongesadet ende ongecosteghet 116in allen ghiften, om datsi noch daruen 117moet der iegenwordicheit hare minnen.

118'Dit es .i. harde arbeidelec leuen· want si niet 119getroestet hier enwilt werden· 'si enhebbe vercreghen 120datsi suect 'so ongehermegle-// ke.Ga naar margenoot+

121'Minne heftse getrect ende geleidet ende geleretGa naar voetnoot121. 122hare wege <te gane>· ende <dir> heftsiGa naar margenoot+Ga naar voetnoot121. 123geuolget getrouwelike. 'Dicwile· in groten arbeit 124ende in vele werken· in groter uerla<nc>nissenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot124. 125ende in starker begerten; in menich ongeduren 126ende in groter ongenuchten; in wee ende in wale·

[pagina 36]
[p. 36]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

127ende in meneghe quale; in sukene ende in eischene, 128ende in deruene ende in hebbene; in climmene 129ende in hangene, in volgene ende in nalangene;Ga naar voetnoot129. 130in node ende in commere <in anxte ende 131in sorgen>· in doiene ende in uerderuene, 'in 132grote trouwe ende in vele ontrouwen; in lief endeGa naar voetnoot132. 133in leet· so es si in dogene gereet. 'In doet ende in 134leuen· wilt si der minnen plegen· 'ende int gevoelen 135hars herten· 'dogetsi meneghe smerte· ende om 136Ga naar margenoot+ der minnen wille so be-//gertsi dat lantscap teGa naar voetnoot136. 137gewinne.

138'Ende alsi hare al in dit elende heft besocht· soGa naar voetnoot138. 139Ga naar margenoot+ es in glorien al hare toe-ulocht. 'Want da<t> esGa naar voetnoot139. 140Ga naar margenoot+ recht der minnen werc· 'datsi dat naeste wesenGa naar voetnoot140.

[pagina 37]
[p. 37]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

141begert· ende datsi meest uolcht den naesten wesene·Ga naar voetnoot141. 142'daer si der minnen meest in mach plegen.

143Hier omme wiltsi altoes der minnen uolghen· 144'minne bekinnen ende minne gebruken· ende dat 145enmach hare in dit ellende niet gescien. Daer 146omme wiltsi te lande-wert tiden· 'daer si harGa naar voetnoot146. 147woninge in heft gesticht <ende al har begerdeGa naar voetnoot147. 148gericht> 'ende daer si met minnen [ende met begerten]Ga naar voetnoot148. 149in rest. <Want si kint wale>: 'daer wertGa naar voetnoot149. 150alre lettenisse af-gedaen· ende si wert daer lieflekeGa naar margenoot+Ga naar voetnoot150. 151van lieue ontfaen.

152'Daer salsi niedeleke anesien datsi so morwelikeGa naar voetnoot152. 153heft gemint· 'ende si salne hebben te harenGa naar voetnoot153. 154euweliken // vromen· diensi so getrouwelike heftGa naar margenoot+ 155gedient: ende si sal sijns gebruken met volre

[pagina 38]
[p. 38]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

156Ga naar margenoot+ genuchten dien si dicke in hare siele met minnen 157heft behelset. Ende daer sal si gaen in die bliscap 158hars heren· 'also als sinte · 'Augustijn seget: 'Qui 159in te intrat, <intrat> in gaudium domini sui 160et cetera, 'dat es o here die in-gheet in di 161hi geet in die bliscap sijns heren ende hine sal 162Ga naar margenoot+ heme niet ontsien, 'maer hi sal hem hebben alreGa naar voetnoot162. 163best in den alre besten.

164Ga naar margenoot+ 'Daer wert die siele geenicht met haren brudegome, 165ende wert al een geest met heme in 166onscedeliker trouwen ende in eweliker minnen.

167'Ende die hem geufent heft in den tijt der 168gracien, die sal sijns gebruken in eweliker glorien, 169daermen niet anders en sal plegen dan louen ende

[pagina 39]
[p. 39]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

170minnen. Daer moete god ons allen toe bringhen· 171'amen.

margenoot+
W 265v
voetnoot4.
Minnen: God, gelijk blijkt uit 8: in die ewelicheit der minnen.
[tekstkritische noot]6 sin] sinnen W 6 ons] hars H W 7 allene... getrect] es getreckt allene transp. H W 8 ewelicheit] ewicheit W; der minnen] om. H W; in2] om. W; H onbegripelike wijsheit B onbegripelicheit 'In die wijsheit W 9 ende] in add. H W; H ongheringhelike W ongeruslike B 11 es... dinc] al in alle denc es H al in allen dinghen is W; die2] om. H W 12 bouen] in H W; die] om. H W 15 W die gude sile H si B 16 gesonken] in ghesonken W; ende] om. H W; getrect] in ghe trect W 17 sere] om. H W douende] douwende W; ende ongedurich] ende ongehermech H om. W. 19 ende doiende] om. W 21 int gebruken] in ghebruuc W 22 der] van H; der minnen] om. W; te] van H W
margenoot+
fo 36r
voetnoot8.
Onbegriplicheit.. witheit: deze lezing van H voldoet het best.
voetnoot9.
Ongerinlike: waarschijnlijk te verkiezen boven het trouwens in het Mnl. niet opgeteekende ongerusleke van B.
margenoot+
H 195 b
voetnoot15.
Die... ziele: duidelijkheidshalve te verkiezen boven het eenvoudige si van B.
margenoot+
W 266r; Kern 597
voetnoot21.
Sinne: inwendige begeerte.
[tekstkritische noot]23 dit suct si] suket H W; van] in H W; gode] goede W; dit moetsi] mut H moetet W 24 noch] om. H; noch gecissen noch] om. W 25 wesen] om. W 26 si] om. H W; si2... doot om. H W 27 versu se] versuecse B maar de t is in het hs. veelal geschreven als c 29 H W dat B, misschien verkeerd opgelost uit d' voor dan 30 vroet vroet d' B vrut se H vroetse W; add. HW; hoger] hoghen W 31 met... tijt] bouen tijt mitten gheest W 32 add. H id. W met verhoghet voor gehogt en van minnen voor der minnen
margenoot+
fo 36v
voetnoot26.
Heltse: beneden het ‘gebruken’.
voetnoot27.
Versue<t>se: Uit het verband blijkt dat aldus moet gelezen worden.
voetnoot29.
Dan: is wel de oorspronkelijke lezing. Dat van B kan ontstaan zijn uit de verkeerde oplossing van een afkortingsteeken voor dan.
margenoot+
W 266v
voetnoot30.
Dan: De verkorting d' van B moet normaal opgelost worden als daer. Vroet daer zou dan misschien nog kunnen uitgelegd worden als phonetisch, op dictaat geschreven voor: vroet haer, wat met vrutse van H, vroetse van W zou overeenkomen. Toch verkiezen we dan te lezen, omdat vroeden, vroed maken, ons in het Mnl. tot nogtoe niet bekend is, en dan juist tevoren in H en W gebruikt zijn op een gelijke plaats.
voetnoot30.
Se: zonder noodig te zijn maakt deze bijvoeging in H en W duidelijker.
In hoger wesen: hooger liefdeleven.
margenoot+
H 195 c
voetnoot31.
Met geeste: is hier denkelijk wel tegengesteld aan sin ende redene van 5-6, en gelijkstaand met de zoogenaamde apex mentis, de zetel van het Godschouwende leven.
voetnoot32.
Ende... ewelicheit: is wel oorspronkelijk.
[tekstkritische noot]34 es sonder tijt] transp. H W; si] om. H W; herheuen] verhauen H W 36 begerten] begheerte W 37 H W 'dat B; add. H W 38 har] al haer W 39 ende2] om. H W 41 [ende] om. H W 42 geeste... vloien] gheest... vloeyt W; oueruloedeger] oueruloeyender W 43 die] ende H; sijn] om. W; bekinnen] is add. W 42 hare] synre W 45 Die wile] har wille H 'Haer W; onder] mitten W; hare] ende har H W 47 in] ende in H W; godheit] goetheit W 48 liefleke] liflicste H liefste W; rustinge] ruste W 49 genuechleke] genuglicste H W 50 sire maiesteit] synre maieste W; volget] vint W 52 seere] om. H W
voetnoot34.
Minnen: God.
Herheuen bouen menschelike maniere: boven de Godskennis die met de gewone genade mogelijk is.
voetnoot36.
Daer boven te wesene: in haar ‘overwezen’ zou Ruusbroeck zeggen, te weten in God.
voetnoot37.
Dar: aldus HW. Maar nog beter zou Dan hier passen. Zou in het oorspronkelijk handschrift het afkortingsteeken d' niet voor dan gestaan hebben? Vgl. 29 en 30.
margenoot+
fo 37r
margenoot+
W 267r
margenoot+
H 195 d
[tekstkritische noot]53 ne can] en can H enghelen noch menschen noch creaturen gheachten can dan transp. W; noch1] om. H; noch menschen... noch creaturen] noch engle. menschen noch creiaturen H 55 si] sise W 56 in minnen] om. W 57 begerlicheit] begheert W 58 al der cracht] al den craften W 59 so] om. W; begertsi hem] hem begheert W 60 gebrukene] bruken W 61 omme] bi H W; een] om. H 62 .i.1] om. H W; geuancnisse] vanghenisse W; .i.2] om. H W 63 verwasset] verdriet W 64 datten] dat tot W behort] hoert W; dat] om. H. Het woord staat tusschen twee fijne streepjes. Tot teeken dat het overbodig is? Of ze van den kopiïst zijn of van een lezer is lastig uit te maken; encan hore] en canse H; noch] om. H W 65 ende] ten W; dat] om. H W; .i.] om. W 67 enmach] en can W 70 gepassyt ende] om. W 71 genade] mate H W
margenoot+
W 267v
voetnoot54.
Gemeenre: die zich over alle schepselen uitstrekt omdat ze alle in God en om God bemint, opvatting die bij Ruusbroeck zoo sterk ontwikkeld is. In de xiiie eeuw vindt men ook het Lat. communis in dezen meer bijopvatting zin.
margenoot+
fo 37v
margenoot+
Kern 580
margenoot+
H 196 a; W 268r
[tekstkritische noot]72 in groet verlancnisse] in groten verlanc W 73 te werdene verledecht] verledeget te verdene H W 75 so] om. H W; so segtsie] sprict HW; die wile] dec wile (dec waarschijnlijk uit der verbeterd) H dicke W sereleken] serigher W 76 apostel[en] apostel H W; dede] sprac H spreect W; die seide] om. H W Cupio... es] om. W 78 sine] wesen W kersten] cristo W 79 'Also gelijc es die siele] 'Geliker wis esse H 'Des ghelike is si W; ende... ongeduricheit] om. W 81 met... leuene] te leuene met kerste transp. H wesen mit gode W 82 ureesen] anxt W 84 [minnen] om. H W 85 niedeleke] innentlike H inlike W; doien leke] doiencleke B, maar c staat er meermalen voor t; ende... verlancleke] om. W 86 te comen... verlanckleke] om. W; lantschap] lant W 87 in die glorie der] inder glorien W 88 'Die uerlancnisse] 'dat verlanghen W; es in hare groet] in hare es groet transp. H is groet in haer transp. W 88 ongheduren] wesen H W ende3] om. H W 90 ontelleke groet] onseghelike H te zwide W
margenoot+
fo 38r
margenoot+
W 268v
margenoot+
H 196 b
voetnoot84.
[Minnen]: daar dit woord in HW ontbreekt, en overbodig blijkt, is er minder kans dat het oorspronkelijk is.
margenoot+
fo 38v
[tekstkritische noot]91 hope] die hope W 92 quellen] quelen H 93 Ay] Oy H O W; wie] hoe W 94 H W minnen der B 96 uerlange[n] lange HW; ende] een add. H 98 noch1] om. H W niet] om. H 99 neder] beneden W; enmachsi] en canse W; noch1] om. H niet W geresten] rasten H W 100 ende om heme] 'Na heme H W 101 niet] om. H W; gedragen] verdraghen W; tonberne] te deruen W 102 van begerten die] grote W; so] om. H W 104 noch1] om. H W; enmach] en can W 105 als... also] om. W 106 anima[m] mea[m] De a's dragen, verkeerd, het afkortingsteeken; et cetera] om. H 108 ontsegt si] ontsietse dicke W 109 rasten] troste H W; die... gescien] die har geschin mogen HW 110 dat sterket meer] die sterken H W
margenoot+
W 269r
voetnoot96.
Uerlange<n>: Daar H en W lange hebben, zal hier wel het bnw. verlane bedoeld zijn. De afkortingstreep boven de laatste e staat dan; door onbegrip of onachtzaamheid, te veel.
voetnoot100.
Heme: den Bruidegom.
margenoot+
H 196 c
margenoot+
fo 39r
voetnoot106.
Uit den accusatief in dezen regel blijkt wel dat de kopiïst geen Latijn verstond.
[tekstkritische noot]111 trecket haer begerte] treckense H W; een] om. H W 112 uernuwet] vernoeyt W 113 int gebruken] in tgebrukenisse H in ghebreke W 114 genuechte in] enich W 115 leuene] wesen 'Ende sonder enich ellende te leuen W; Ende so] 'Dus H W; ongecosteghet] ongetrost HW 116 om datsi] disse H des si W 118 arbeidelec] arbeitsam H W; si... enwilt] si hir niet getrost en wilt H W 119 vercreghen] volkreghen W 122 add. HW; H die W daer B 123 geuo'get getrouwelike] transp. H, id. W met truwelike; 'Dicwile] bewilen H W 124 vele] harden H; vele werken in] om. W; groter uerlanissen] naar groten verlancnisse H groten verlanghe W verbeterd uit verlamenissen B 125 menich... in soeken] menighe onghenoechte 'In weelde In we ende in menieh seer 'In soeken W 126 in wee... wale] in wale, in wee transp. H
margenoot+
W 269v
margenoot+
Kern 581
voetnoot114.
Genuechte: nam. van troest van Gode selue ende van sinen creaturen, 108, genieting die beneden het hooge gebruken blijft.
margenoot+
fo 39v
voetnoot121.
Minne heftse getrect: nu volgen voornamelijk rijmen of loutere assonantiën, veel meer in den trant van Ruusbroec dan van Hadewijch.
margenoot+
H 196 d
voetnoot121.
Dir: wel te verkiezen boven daer van B.
margenoot+
W 270r
voetnoot124.
Uerla<nc>nisse: verlamenisse staat niet opgeteekend bij Verdam, en zou verlamming moeten beteekenen, wat hier weinig past. Het zal wel fout zijn.
[tekstkritische noot]127 meneghe quale] menech seer H 128 ende1] om. H; 129 ende1] om. W; in2] om. W 130 add. H In anxt in sorghen add. W 131 doiene] o uit e corr.; ende] om. W 133 so] om. H W; si] om. W; in] te H W; ende] om. HW 134 int gevoelen] int gheduelen W wel verkeerd gelezen uit ghevuelen in het voorbeeld 135 meneghe smerte] grote smerten H W 136 so] om. H W; dat] lantscap] dlantscap H W 137 gewinne] winne H W 138 al in transp. H W; elende] om. H W 139 es] si add. W; al] als W, daes] dats H W dar es B 140 recht] trecht W; werc] om. W
voetnoot129.
Hangene: vgl. V, 59, 72.
voetnoot132.
Trouw: vertrouwen, o.a. dat zij ter liefde zal geraken, maar verder heel de rijke beteekenis van trouw in het mystieke liefdeleven, met transpositie uit het ridderlijk profane.
Ontrouwen: een begrip dat ook bij Hadewijch voorkomt, en waarvan de zin niet zeer vast staat. Bij Hadewijch is ontrouwe hooger dan trouwe, een hoogste vorm van trouw. Zie b.v. Vis. XIII. 46, en Lijst der Volm., 54.
margenoot+
fo 40r
voetnoot136.
Lantschap: in den zin van vaderland, hier het hemelsch vaderland.
voetnoot138.
Alsi hare... besocht: als zij alles beproefd heeft wat zij is en kan om aan de Minne voldoening te schenken.
margenoot+
W 270v
voetnoot139.
Da<t>: voldoet beter dan dar van B.
margenoot+
H 197 a
voetnoot140.
Naeste wesen: de hoogste liefdevorm.
Lande-wert: land gelijk lantscap van 135: het hemelsch vaderland.
[tekstkritische noot]141 datsi] om. H W; naesten] hoegsten H W 142 meest] nast H W 144 'minne] 'Meer te W; minne] meer te W; dat enmach] dan mach H 146 omme] bi H W 147 in] om. W; gerigt add. H, id. W met berecht voor gerigt 148 ende] om. W; daer si] om. H W; [ende met begerten] om. H W; 149 add. H, id. W, met dat voor dar; wert alre] wert har al H haer daer alle W 150 lettenisse] leet W; af gedaen] of wert gedaen W: si] om. H W 152 'Daer] Want dar H W niedeleke] begerlike H W 153 si] om. H 154 vromen vroem W; getrouwelike] truwelic W 155 si sal] om. H W
voetnoot141.
Uolcht: tegengesteld aan begert.
voetnoot146.
Tiden: is wel bedoeld als rijm met sien, en dus wel oorspronkelijk geschreven tien, hoewel geen der hss. dit heeft.
voetnoot147.
Ende... gericht van H is in B klaarblijkelijk weggevallen, als uit het rijm blijkt.
voetnoot148.
Ende met begerten: past minder in de herstelde lezing, al levert het ook daar nog een goeden zin.
voetnoot149.
Want... wale: deze bijvoeging van H en W past goed in het verband.
margenoot+
W 271r
voetnoot150.
Lieue: Christus, de Bruidegom.
voetnoot152.
Niedeleke: vurig. Verdam kent alleen nidelike van nide, een slechts zelden voorkomende bij· vorm van nijt. Niedeleke hoort bij niet, dat ook nied geschreven wordt en de beteekenis heeft van begeerte.
voetnoot153.
Salue: zal Hem.
margenoot+
fo 40v
[tekstkritische noot]156 in hare siele met minne] transp. H W 157 behelset] ghehelst; Ende] om. H W 158 also] om. H W; seget] sprict H W Qui... here om. H W 159 bij te voegen 161 hine] hi en W 163 besten] lesten W 164 geenicht] vereneget H W 165 al] om. H W 166 trouwen] minnen H W; minnen] trouwen H W 168 die] 'Hi H W; in] inder W 169 daermen] 'Dar mi H; niets anders] transp. W; en sal plegen] transp. W; na plegen heeft B daer in lit. en geëxpunctueerd; louen] lof W;
margenoot+
Kern 582
margenoot+
H 197 b
voetnoot162.
Niet ontsien: non timebit.
Het Latijn is hier veel beknopter en algemeener gehouden. De geheele Manier wordt gegeven niet zoozeer als betoog dan als ervaring van Beatrijs. Van de schildering van het eeuwige leven blijft er weinig over; integendeel wordt uitgebreid hoe de ziel in haar opstijging tot God alle lagere geesten achter zich laat om alleen met den Beminde te zijn, ongeveer als in het leven van Maria van Oignies. Vgl. Inleiding op de Visioenen van Hadewijch, blz. 144. Van de in het Dietsch aangehaalde Schriftuurteksten komt alleen voor het Cupio dissolvi; maar een andere passus wordt daarbij te pas gebracht: Heu mihi quia incolatus meus prolongatus est die niet in het Dietsch staat. De biograaf eindigt met de verklaring dat hij niet alles heeft kunnen meedeelen, dat hij een keus heeft moeten treffen, om voor den gewonen lezer niet te langdradig te worden, terwijl de in het hoogere leven ervaren personen toch beter alles uit het eigen beleven zullen verstaan.
margenoot+
W 271v
[tekstkritische noot]170 minnen] minne W; moete... bringhen] ons allen got hastelic tu bringe H W

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken