Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 1 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 1
Afbeelding van Gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (20.98 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 1

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina XIII]
[p. XIII]

Van de kleinere gedichten de eerste regels alphabetisch.

Bladz.
Ach, waarom vraagt gij, jong en schoon 37.
Als donkre tegenspoeden 14.
Als doodskou door dees leden vaart 133.
Als om den hoogmoed af te wijzen 68.
Als 't laatste gloren van den stillen zomeravond 121.
Als 't viooltje in 't lindelommer 65.
 
Bestaat er mensch, zoo dood van hart 45.
 
Daar is een zielsgesteldheid, aan ons allen 47.
Daar pronkt gij weer in tal en pracht 23.
Daar toog een geest voorbij mijn aangezicht 138.
Daar zijn voor menschelijke zielen 69.
De aarde kan geen vreugde geven 150.
Dees kus, melieve! van uw mond 142.
De harp des mans naar 's Heeren hart 127.
De nacht verdwijnt; de mist die berg en woud omhult 121.
Den Bard, wiens fiksche zang den geest der oudheid aâmt 185.
Der waarheid trouw te zijn, als heilig boven allen 18.
De schoonheid slaapt, de liefde waakt 70.
De steenbok springt met vrije borst 128.
De tooverrede heeft geboden 132.
De weg was lang, de wind was koud 42.
Die Niets heeft, dingt naar Iets met wenschen en gebeden 2.
 
Een heimlijke aandrift, met het leven 66.
Eén worstling nog, en wat mij griefde 144.
Eischen God en mijn natie mijn bloed 129.
En de Assyrier kwam af, enz. 137.
 
Geen steen bedekt uw graf en zegt 142.
Gelukkig zijt gi, en 'k gevoel 139.
Gij weenen bij mijn graf? Vriendin 141.

[pagina XIV]
[p. XIV]

Bladz.
Herroep hem niet voor mijn gedachten 140.
Het is nacht; ik ben angstig, verlaten, alleen 9.
Het snoer dat 'k gaf, was schoon en blonk 149.
Het was een beeldschoon kroost, dat ons de hemel gaf 151.
Het zonlicht daalde op Toro's meer 62.
Hier ligt een schoone knop geveld 22.
Hoe! - zou een rijmlaar aan een feestdisch zitten kunnen 28.
Hoor wat Elsje van de Zaan 64.
 
Ik zag hem nooit te voren 18.
Ik zag u weenen; schoon en klaar 131.
Indien mijn zorg de plant, die opwies in mijn gaarde 205.
In volle schoonheid weggerukt 130.
In schoonheid wandelt ze, als de Nacht 127.
't Is aan d' avond, Jongelingen! enz. 20.
Is de middag mijns levens geweken 157.
't Is zoet de blonde lok op 't voorhoofd glad te strijken 40.
 
Jordaan! Uit u drenkt Amalek zijn kemelen; 129.
 
Koele Redeneerder 16.
Krijgren en hoofdliên! Zoo slagzwaard of speer 132.
 
Liefde lokt een zoet geluid 34.
Luister, lieve Gondelier 32.
 
Macht, wijsheid, rijkdom, liefde, roem 133.
Men zegt mij 't is beslist! enz. 122.
Met een lachje op 't gezicht 4.
 
Neen, noem 't niet dwaas; hij dwaalde niet 69.
Neen, 't is niet voor de koude doôn 17.
Niemand onder duizend schoonen 151.
Nog grauw was de scheemring 47.
Nog lacht ons beiden, u en mij 35.
Nu bloedt reeds, Mariamne! 't hart 136.
 
O Gij, die daar rolt aan den trans, enz. 8.
O Heerlijk, heerlijk zij het oord 140.
O Liefde! o Roem! wat is uw flonkrend wemelen 124.
O Min! wat is het op deze aarde, dat 123.
't Ontstaan der ‘Liefde’? O waarom nu 149.
Ontzie u niet de waarheid voor te staan 7.
Ook gij bezweekt. - Gij jong en schoon 147.
Ook gij, Maria! gij op 't schriklijk Golgotha! 11.
O zeg niet, melief! zoo bedrukt van gelaat 66.
 
Pib'roch van Donuil Dhu 70.
 
Rol. Oceaan, uw donkre golven uit 125.

[pagina XV]
[p. XV]

Bladz.
Scherp is het oog van wie voor liefde blaken 63.
Schoon de weidsche vederbos 34.
Stil is de nacht, en lieflijk blinkt de maan 31.
 
Toen 't volk, in Abram uitgelezen 65.
Treurt, Negen Zustren, treurt! Treurt Heliconiaden 1.
 
U heb ik steeds en hartlijk lief gehad 161.
Uit Bohemens oude dagen zinge ik u een waar verhaal 50.
Uw leven vlood, uw naam werd groot 131.
Uw lok is zwart, zwart zijn uw wenkbrauwbogen 30.
 
Vaak heb ik van drift, vaak van liefde geblaakt 33.
Vaar gij wel, en moet het zijn, voor immer 152.
Van den top des laatsten heuvels, enz. 136.
Van mijn eerste kinderdagen, enz. 45.
Van zijn Satrapenstoet 134.
Vroeg zit de Heer van Smaylho'm op 55.
 
Waagt gij 't uit te spruiten 2.
Waart gij laag als ik in stand 54.
Wanneer, 't zij vroeg of laat 145.
Was mijn hart zoo ontrouw enz. 135.
Wat heft ge uw pas ontloken knop 32.
Wee der bark, als haar zeil is verscheurd 49.
Ween over 't volk, dat weende aan Babels stroom 129.
Wees wijs, bedwing u zelf, enz. 18.
Weet, in die hooger, reiner sfeer 128.
Woorden door den mond gespeld 11.
't Wordt nacht in mij. O breng terstond 130.
Wij leven tweevoud: - slapen ook is zijn 153.
Wij zaten neder bij de stroomen 137.
 
Zon van den slapelooze! droeve ster 135.
Zoo menig jaar! Dat knakt de kracht in mij 124.
Zoo veel Het filomeel-gekweel 24.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken