Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 3 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 3
Afbeelding van Gedichten. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.47 MB)

Scans (27.46 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 3

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vijftal gewijde liederen.

I. Het woord is vleesch geworden.
Een beurtgezang.

Verg. Joh. I.

 
alle stemmen.
 
In den beginne was het Woord;
 
't Woord was bij God; het Woord was God;
 
Van eeuwigheid bij God en God:
 
In den beginne was het Woord.
[pagina 137]
[p. 137]
 
eene stem.
 
In den beginne bracht het Woord
 
Deze aarde en alle heemlen voort.
 
andere stem.
 
Gods Geest zweefde op den duistren plas:
 
God sprak: Daar Zij licht! En 't licht was.
 
alle stemmen.
 
O Eeuwig Woord! o Levensbron!
 
O Aller Geesten Licht en Zon!
 
Niets leeft, tenzij Gij 't leven doet;
 
En niemand ziet, dan bij uw gloed.
 
eene stem.
 
Geen licht in 's werelds duisternis,
 
Dat niet aan u ontstoken is.
 
andere stem.
 
Geen blijvend duister voor de ziel,
 
Waarop uit u een lichtstraal viel.
 
eene stem.
 
De Wereld is door 't Woord gewrocht;
 
Het Zijne heeft hij opgezocht.
 
andere stem.
 
De Wereld heeft Hem niet gekend;
 
Het Zijne heeft zich afgewend.
 
eene stem.
 
Maar die zijn hart hem opensloot,
 
Dien maakte Hij Gods gunstgenoot.
 
andere stem.
 
Maar die Hem aannam tot zijn Troost,
 
Dien voegde Hij bij 't godlijk kroost.
 
alle stemmen.
 
Juich, zondig Menschdom! in uw lot.
 
Het Woord bij God, en eeuwig God.
 
Der englen lof, der englen Heer,
 
Werd vleesch en daalde op aarde neer.
 
eene stem.
 
Het eeuwig Woord, des Vaders Zoon,
 
Verliet zijn starrelichten troon,
 
En koos (de ontferming Gods zij lof!)
 
Zijn tabernakel in dit stof.
[pagina 138]
[p. 138]
 
andere stem.
 
Hoe breekt de stille majesteit
 
Van zijn verborgen heerlijkheid
 
In 't licht der Waarheid, in een gloor
 
Van stralende Genade door!
 
 
 
Wat milden dauw, wat overvloed
 
Van zegen stort Hij in 't gemoed,
 
Dat, daar 't zijn nood en armoe klaagt,
 
Genade voor genade vraagt.
 
alle stemmen.
 
Geeft, hoogste heemlen, geeft God eer!
 
Het Woord werd vleesch, Gods Zoon daalt neer.
 
twee stemmen.
 
Gods welbehagen daalt met Hem;
 
Behouden Mensch! verheerlijk Hem!
 
alle stemmen.
 
Verheerlijk God op hoogen toon,
 
God schenkt zijn Eengeboren Zoon!
 
Zie, hoe Hij 't zondig menschdom mint;
 
Aanbid die liefde, en word zijn kind.

II.
Bede.
(Naar Steegman.)

 
Och, blijf met uw genade,
 
Heer Jezus, ons nabij!
 
Opdat ons nimmer schade
 
Des Boozen heerschappij.
 
 
 
Woon met uw levenswoorden,
 
Verlosser, bij ons in,
 
En trek ons met de koorden
 
Van uwe zondaarsmin!
 
 
 
Och, licht ons met uw stralen,
 
Gij Licht der wereld, voor!
 
Opdat wij nooit weer dwalen,
 
Of struiklen op ons spoor.
 
 
 
Och, blijf ons met uw zegen,
 
Nabij, schatrijke Heer!
 
En zend op onze wegen
 
Uw kracht en goedheid neer.
[pagina 139]
[p. 139]
 
Och, neem ons in uwe hoede,
 
Gij onverwinbaar Held!
 
En weer des Satans woede,
 
En 's Werelds boos geweld.
 
 
 
Och, blijf ons met uw trouwe
 
Nabij, Heer, groot en goed!
 
Op wien ons harte bouwe
 
Met onbezweken moed.
 
 
 
Geleid ons allerwege,
 
Door 't hachlijk levenslot;
 
En fluister tot den veege:
 
‘Gij zijt verzoend met God!’

III.
Belijdenis.

 
Wat vleesch noch bloed
 
Mijn dof gemoed,
 
O Heiland! openbaarde,
 
Zegt mij de stem
 
In 't hart, van Hem,
 
Die hemel schiep en aarde.
 
 
 
In U aanschouw
 
Ik 't Zaad der Vrouw,
 
Op wien alle eeuwen wachtten;
 
Den Man, wiens dag
 
Reeds Abram zag;
 
Den Zegen der geslachten.
 
 
 
Gij zijt het, Gij
 
Wien profecij
 
En schaduwdienst verkondde;
 
De Christus Gods,
 
De sterke Rots,
 
Daar ik mijn hoop op grondde.
 
 
 
Ja in u heeft
 
De God die leeft
 
Zijn Zoon aan ons gegeven.
 
Heer! waar dan heen?
 
Gij hebt alleen
 
Het Woord van eeuwig leven.
[pagina 140]
[p. 140]

IV.
Loflied.
(Naar Tersteegen.)

 
Looft allen, looft Gods grooten Zoon,
 
Door hem verloste zielen!
 
Komt samen voor den hoogen troon
 
Des Overwinnaars knielen!
 
Prijs, lof, eer, dank, kracht, wijsheid, macht
 
Zij aan 't geslachte Lam gebracht.
 
 
 
Wij moesten 't licht van Gods gelaat,
 
Zijn gunst en leven derven;
 
Verzegeld was ons Godes raad,
 
Verzegeld zevenwerven.
 
Geen engel, die dien raad ontsloot;
 
Alleen het Lam, Gods Gunstgenoot.
 
 
 
De hoogste Geesten al te gaâr
 
Voor hem de knieën buigen;
 
Der Englen millioenen-schaar
 
Doet Hij aanbiddend juichen;
 
Al 't schepsel roept met ééne stem:
 
Lof, prijs, macht, wijsheid, eer zij Hem!
 
 
 
De Aartsvaders van den ouden tijd
 
Begroeten hun Verlangen;
 
De schare der Profeten wijdt
 
Hem nieuwe lofgezangen;
 
De Apostlen roepen, hoog en luid,
 
't Hozanna met ons, kindren, uit.
 
 
 
De Martlaarschap, met gouden kroon.
 
Schudt hem de groene palmen;
 
Bekranste maagden, rein en schoon,
 
Verheffen bruiloftspsalmen.
 
Daar is één stem in elks gemoed:
 
‘Gij kocht ons Gode met uw bloed!’
 
 
 
De Zwervers door de woestenij
 
Zijn vroolijk aangekomen;
 
Zij juublen met de ontelbre rij
 
Door kruis beproefde vromen.
 
Gij, aller Liefde en Kracht en Lust,
 
Gij waart hun Zege, en zijt hun Rust!
 
 
 
En zou op aarde uw volk dan ooit
 
Van uwe liefde zwijgen?
 
Neen, dankbaar doet het, schoon verstrooid,
 
Zijn halleluja stijgen.
[pagina 141]
[p. 141]
 
Eens wordt het juichend saamgebracht
 
Uit elke natie, elk geslacht.
 
 
 
Hoe zal 't ons zijn, wanneer wij daar
 
Van al uw trouw gewagen:
 
Hoe Ge ons gezocht hebt, wonderbaar,
 
Gevonden, en gedragen?
 
Waar aller harp vereenigd klinkt,
 
En elk zijn eigen danklied zingt.

V.
Lofzegging.

(Vg. 1 Tim. V.)

 
Amen! U zij kracht en eer,
 
Zalig, alleenmachtig Heer!
 
God, wien 't gansch heelal aanbidt,
 
Die de onsterflijkheid bezit,
 
Eenig, eeuwig, onafhanklijk!
 
Koning, die daar boven troont,
 
En een heilig licht bewoont,
 
Voor geen sterflijk oog toeganklijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken