Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 3 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 3
Afbeelding van Gedichten. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.47 MB)

Scans (27.46 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 3

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De wilg aan een dichter.

Zie het dichtstukje getiteld ‘Wilgen,’ in de ‘Kunstkronijk’; 1869. Afl. 3. bl. 9.
 
Wat maakt gij, in uw schoone zangen,
 
Waar aan ik willig hulde doe,
 
Mij uit, als deugde ik nergens toe,
 
Dan om uw harp aan op te hangen?
 
 
 
Schoei ik de voeten van den schamelen
 
Niet trouw en zorglijk met mijn hout?
 
Doe 'k, als mijn bloesem zich ontvouwt,
 
Geen overvloed van honig zamelen?
 
 
 
Want bloesems draag ik, talloos velen
 
En van de besten, die al vroeg,
[pagina 351]
[p. 351]
 
(Al zijn ze ‘een maagd’ niet mooi genoegGa naar voetnoot1),
 
Den smaak der jonge bijen streelen.
 
 
 
Beschermen mijn gevlochten twijgen,
 
Al steun ik tempeldak noch wand,Ga naar voetnoot2)
 
Niet heel een dierbaar vaderland,
 
Wanneer de felle waatren stijgen.
 
 
 
Een loflijke eik schaff' boôm en duigen,
 
Tot berging van een kostbaar nat;
 
Maar mijne hoepels vormen 't vat -
 
Zoo nuttig zijn ze, die zich buigen.
 
 
 
En schoon ik zaag noch schaaf verdrage,
 
De draaibank noch den vuurhaard dien,
 
Toch wil ik van een Dichter zien
 
Dat hij van mij met lof gewage.
 
 
 
Of is mijn houtskool niet de beste?
 
(Getuig, vermeld het Kunstkronijk!)
 
Waard dat een Rubens, een van Dijk
 
Daarmeê zijn meesterstukken schetste?

voetnoot1)
 
‘De maagd. die wenscht een krans te winden,
 
Waar meê ze borst en lokken tooit,
 
Weet in uw groen geen bloem te vinden,
 
Geen bloesem die zijn knopje ontplooit.’
 
 
 
Wilgen.
voetnoot2)
 
‘De priester, die 't gewelf ziet zakken
 
Des tempels, waar hij de offers biedt,
 
Zoekt staf en steun, maar uit uw takken
 
Bouwt hij de hechte pilaars niet.
 
 
 
Alleen de dichter, die zijn zangen
 
Niet voor de wereld zingen wil,
 
Komt aan uw twijgen 't speeltuig hangen;’ enz.
 
 
 
Wilgen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken