Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 103]
[p. 103]

Roodkapjes thuiskomst.

 
Visschers Jaap rustte op de kruin
 
Van een duin,
 
Op zijn ellebogen,
 
En hij sloeg zijn oogen op
 
Naar het sop,
 
Groote, vroolijke oogen.
 
Helder zag hij 't zonlicht blinken,
 
Helder over zee en zand,
 
Helder op twee kleine pinken,
 
Die het hielden naar het strand.
 
 
 
Visschers Jaap dacht blijde: ‘Daar
 
Keert mijn vaâr
 
Huiswaarts op Roodkapje.
 
't Westewindje wakkert aan;
 
Dat zal gaan,
 
Altijd vlak voor 't lapje!
 
t' Avond zal men afslag houen,
 
t' Avond zal er drukte zijn.
 
Zal ik vader helpen sjouwen,
 
En naar stad bij maneschijn!’
 
 
 
Moeder Jobje zat in huis
 
't Blauwe buis
 
Van haar Jaap te lappen;
 
Maar haar voet bleef evenwel
 
Op de rel
 
Van een wiegje trappen.
 
Dapper weerden zich de longen,
 
Boven moeders deuntjen uit,
 
Van haar dikken zesden jongen,
 
Van haar tiende huwlijksspruit.
 
 
 
‘'k Hoor, Roodkapjen is in 't zicht.....
 
(Stil toch, wicht!)...
 
'k Heb het al begrepen;
 
Dat 's van avond nog op 't pad,
 
Om in stad
 
Met de ben te slepen;
 
Luid te schreeuwen langs de straten,
 
Mooie visch, tot lagen prijs
 
Aan de lui te moeten laten;
 
Waarom komt hij niet bijtijds?
 
 
 
‘Morgenochtend niet te kerk,
 
Maar aan 't werk
 
Op den dag des Heeren;
[pagina 104]
[p. 104]
 
Hier een knoop af, daar een scheur,
 
De elboog deur
 
Van je vaders kleeren!
 
Dan, mooi af van drukte en leven,
 
Naar de middagpreek als 't kan.
 
Kleine Krelis! wacht reis even,
 
Wieg jij ook reis, als een man!
 
 
 
‘Maandag vaart de jongen mee:
 
Dat 's er twee
 
Op de zoute baren;
 
Dat 's weer een gebed te meer
 
Tot den Heer,
 
Die hen kan bewaren.
 
'k Ben mijn Sijmen niet vergeten,
 
Hoe zijn lijk op 't barre strand,
 
Met den vloed, werd neergesmeten...’
 
En een traan beefde op haar hand.
 
 
 
Nog lag Japik op de kruin
 
Van het duin,
 
Op zijn ellebogen,
 
En nog hield hij de oogen op
 
't Ruime sop,
 
Groote, vroolijke oogen.
 
‘Nou, Roodkapje mag wel blij zijn,’
 
- Dacht hij - ‘en de heele zee!
 
Japik zal er Maandag bij zijn,
 
Japik vaart 'n Maandag mee!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken