Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Zwaarhoofd.

 
Zeg reis, Teeuwis van der Stenen,
 
Waarom jij je-zelf zoo kwelt.
 
'k Wou je mijn gezicht niet leenen,
 
Jij verknoeide 't met geweld.
 
 
 
Zoo veel kreukels, zoo veel voren,
 
Zoo veel rimpels van verdriet!
 
Al hadt je al je geld verloren,
 
Naarder uitzien kon je niet.
 
 
 
Altijd kijkje omlaag naar de aarde,
 
Nooit reis naar de blauwe lucht;
 
'k Wou wel weten waar je op staarde;
 
He! wat was dat weer een zucht.
 
 
 
't Moet wel aaklig met je loopen,
 
Arme drommel, daar je bent!
 
Altijd moet je effecten koopen;
 
Dat 's een ding dat moeilijk went.
 
 
 
't Moet ook treurig zijn te leven
 
In dat hondenhok van jou:
 
Nauwlijks een vertrek, zes, zeven,
 
Pas zes kachels voor de kou.
 
 
 
't Moet wel naar zijn, alle dagen
 
Wijn te drinken, en zoo voort;
 
Kijk, ik moet je zelf beklagen;
 
Elk wordt aaklig die het hoort.
 
 
 
Daarom benje dan ook mager
 
Als een osje in 't klaverveld;
 
Daarom zakt je kin al lager;
 
Och, je bent zoo droef gesteld!
[pagina 115]
[p. 115]
 
‘Niemand,’ zegt gij alle dagen,
 
‘Niemand weet er wat ik lij',
 
Wat voor narigheên me plagen;
 
Telkens komt er weer wat bij.
 
 
 
Pijnen, winden, steken, jichten,
 
Duizelingen, doodsbenauwd,
 
Vreemde droomen en gezichten,
 
Eensklaps warm, en eensklaps koud.
 
 
 
Angsten voor slechts beuzelingen,
 
Daar een ander niets in ziet,
 
Moed noch doorzicht in de dingen ...
 
Och, mijn vriend! je weet het niet!’
 
 
 
Weetje wat ik aan zou raden,
 
Arme sukkel? Neem een vrouw!
 
Zoo 't geen goed doet, 't zal niet schaden;
 
Maar 'k geloof het helpen zou.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken