Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Simeon.
Luk. II. v. 25-35.

I.

 
Hooge jaren,
 
Grijze haren,
 
Kracht uit God,
 
Zijn, o Simeon, uw lot!
 
Neergebogen
 
Op uw staf,
 
Slaat gij de oogen
 
Naar uw graf.
 
 
 
't Heerlijkst hopen
 
Staat u open,
 
Na den dood:
 
Zaligheid in Abrams schoot.
 
Maar te voren
 
Zal uw oog
 
't Licht zien gloren
 
Van omhoog.
 
 
 
Eerst nog zullen
 
Zich vervullen,
 
Hem ter eer,
 
De beloften van den Heer,
 
En uw blikken
 
Aan 't gezicht
 
Zich verkwikken
 
Van dit wicht.
 
 
 
B.

II.

 
Als Simeon, van grijsheid stram,
 
De moederlijke Maagd ontmoette,
 
Het Kindeken in de armen nam,
 
En met een blijden glimlach groette,
 
Daar hief zijn mond den lofzang aan,
 
Tot eere Gods, die hem gespaard had
 
Totdat zijn oog zich nog verklaard had
 
Aan 't Licht, der wereld opgegaan.
[pagina 170]
[p. 170]
 
‘Nu laat ge, o Heer! den stromplende' Oude
 
In vrede heengaan naar uw woord,
 
Nu hij uw Zaligheid aanschouwde,
 
Die al de volkren tegengloort;
 
De heldre Zonne, die den Heiden
 
Zal schittren in 't verblind gezicht;
 
En, ze overstralend met haar licht,
 
De glorie Isrels uit zal breiden.’
 
 
 
B.

III.

 
Als de Moeder hem ziet, en haar oor door zijn lied
 
Wordt gestreeld in het diepst van haar harte;
 
Daar bevangt haar een schrik, want een donkerder blik
 
Van den grijsaard bedreigt haar met smarte.
 
 
 
‘Zie,’ dit is 't wat hij meldt: ‘dit uw kind wordt gesteld
 
Tot een aanstoot in Israels streken;
 
Die aan menig ten val, en ten steun strekken zal,
 
Tot een teeken, dat velen weerspreken.
 
 
 
Wie uit Jacobs geslacht nog een Heiland verwacht
 
En begeert, zal dit kind openbaren;
 
Maar o wee! als Uw hart 't felle zwaard van de smart,
 
In zijn grievendste vlijm, zal ervaren.
 
 
 
B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken