Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Maria zalft den heer.
Joh. XII. v. 1-8.

I.

 
Indien wij Jezus eeren konden
 
Met rijke giften, pracht of schat,
 
Zou daar wel ooit iets wezen, dat
 
Wij te edel of te kostbaar vonden?
 
Wel ooit iets, dat ons niet misviel
 
Als offer van een dankbre ziel?
[pagina 216]
[p. 216]
 
En kan wel 't denkbeeld in ons rijzen,
 
Van iets zoo nietig of gering,
 
Dat Hij, zoo Hij 't van ons ontving,
 
Versmaden zou of af zou wijzen,
 
Indien Hij zag op 't dankbaar hart,
 
Waarmee 't Hem aangeboden werd?
 
 
 
Wat zou der Schepping Heer behagen?
 
Wat kan er zijn dat Hij verlangt?
 
Dit: dat Hij de offergave ontvangt
 
Van liefde en dank, Hem opgedragen;
 
Dit: dat geheel een levenstijd
 
Hem stil en needrig zij gewijd.
 
 
 
Dat Hij het offer niet versmaadde,
 
Nog meer! dat Hij er lust in vindt,
 
Is eers genoeg voor die Hem mint;
 
Maar verder strekt zich zijn genade,
 
Die 't duizendwerf vergelden zal,
 
Hier, en hier namaals bovenal.

II.

 
De Heer zit aan een maaltijd neer.
 
Ach! 't zal niet dikwijls meer gebeuren!
 
Straks wil men Hem ten kruisberg sleuren;
 
Voor al zijn liefde en vriendlijkheid
 
Wordt dra Hem 't bloedig loon bereid.
 
 
 
En hij, die neerzit aan zijn zij,
 
Is, wien weleer het graf bedekte,
 
Is Lazarus, is de opgewekte,
 
Wiens kracht vernieuwd was door den Heer;
 
Die dankbaar voortleeft tot zijn eer.
 
 
 
Daar knielt, van liefde en dank bezield,
 
Des Heeren trouwe dienaresse,
 
En giet haar alabaster flessche
 
Uit over 't heilig voetenpaar,
 
En droogt ze met heur lokkig haar.
 
 
 
De balsemgeur vervult het al;
 
De nardusreuk stijgt zoet ten hoogen;
 
En Jezus ziet met vriendlijke oogen
 
En met een zachten glimlach neer
 
Op 't rijk bewijs van liefde en eer.
 
 
 
Maar Judas sprak: ‘Behaagt u dit,
 
Dat zij den balsem goot ter aarde,
 
En kwistte een gave, welker waarde
[pagina 217]
[p. 217]
 
Den armen zijn kon eens zoo lief?’
 
Hij droeg de beurze en was een dief.
 
 
 
Dat weet de Heer, doorziet zijn list.
 
En spreekt hem toe, met straffe blikken:
 
‘Uw armen kunt ge altijd verkwikken.
 
Zij blijven bij u; ik moet gaan.
 
Laat af; die vrouw heeft wèl gedaan.
 
 
 
Zoo zij dees balsem kwistte aan mij;
 
Haar liefde had haar dit geboden;
 
Zij nam den veegen voor den dooden;
 
Zij heeft den laatsten plicht volbracht.
 
Haar naam zij eeuwiglijk herdacht!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken