Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Govert-Oom.

Zie de schilderij van Schalken, in het Rijks-museum te Amsterdam.

 
Govert-Oom had Flip en Marten
 
't Avondstond te gast genood.
 
Dat verheugt die jonge harten,
 
Want hij schafte meer dan brood.
 
Oude Zwaan de brij zou koken;
 
Och! het heugt ons allegaar,
 
Hoe we sprongen, als we 't roken,
 
En de meid zei: ‘Straks is 't klaar’.
 
 
 
Als de jongens dapper smulden,
 
Was Oom Govert in zijn schik,
 
Daar ze mond en lepel vulden
 
Schier in 't eigenst oogenblik.
 
‘Jongens,’ vroeg hij, ‘ken je een eten,
 
Dat bij zulk een kostje haalt?’
 
Flip betuigt het niet te weten;
 
Maar broer Marten zwijgt en draalt.
 
 
 
‘Wacht reis. Oom!’ zei kleine Flipje,
 
Schoon hij nauw den tijd zich gunn',
 
Met den lepel aan zijn lipje:
 
‘Schaf een eitje, zacht en dun!
 
Dat 's zijn lekkerste verlangen;
[pagina 260]
[p. 260]
 
‘t' Ochtend heeft hij 't nog gezeid.’
 
Daarop bloosden Martens wangen,
 
Enkel uit bescheidenheid.
 
 
 
Op een knikje van oom Govert,
 
Wordt terstond door de oude Zwaan
 
't Assendelver nest veroverd,
 
En de buit in 't net gedaan.
 
Govert-Oom telt effen honderd;
 
Marten doet als merkt hij 't niet,
 
En hij toont zich heel verwonderd,
 
Als zijn Oom hem 't eitje biedt.
 
 
 
Aanstonds, zonder veel te spreken,
 
Breekt de knaap den brozen dop;
 
Govert-Oom zet, op dat teeken,
 
Blij van hart, zijn fokjen op.
 
‘Toe maar, jongen! smul terdegen!
 
Is 't van dunte naar je zin?
 
'k Heb er meer nog; dat 's een zegen;
 
Loopt het door wel langs je kin?’
 
 
 
Marten liet niet vruchtloos nopen.
 
Met een glans op 't blij gezicht,
 
Liet hij, braaf met struif bedropen,
 
Van de drie geen eitje dicht.
 
't Was te veel! Maar 't was een jongen.
 
Govert-Oom genoot als hij;
 
Flipje-broer was even blij;
 
Vol van eieren en brij,
 
Zijn die twee naar bed gesprongen.
 
Govert-Oom zat wel een uur
 
Nog te kijken in het vuur;
 
Toen hielp Zwaantje ook hem te bedde;
 
Lange dienst maakt onbeschroomd:
 
‘Oompje,’ zei de meid, ‘ik wedde
 
Dat je van de jongens droomt.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken