Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Korenbloemen (1853)

Informatie terzijde

Titelpagina van Korenbloemen
Afbeelding van KorenbloemenToon afbeelding van titelpagina van Korenbloemen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Korenbloemen

(1853)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

Aan eene achttienjarige.

 
November brengt geen malsche rozen,
 
Geen zilverblanke lelies aan,
 
Dan die op maagdenwangen blozen
 
En op haar voorhoofd opengaan.
 
Hy draagt een krans van geele bladeren
 
Op lokken haavloos en doorweekt,
 
En 't hart van 't laatste bloemtjen breekt
 
Op zijn onstuimig naderen.
 
 
 
Toch viert ge uw jaardag, lieve schoone!
 
Door storm noch regenvlaag bedroefd,
 
Gerust dat gy noch bonte kroone
 
Noch groene bladerkrans behoeft.
 
Toch brengen we u een handvol bloemen,
 
Maar bloemen van een andre gaard,
 
Dan die de herfstwind vaagt van de aard,
 
En koel ter dood durft doemen.
 
 
[pagina 150]
[p. 150]
 
Wy brachten gaarne te aller tijde
 
Ons kransjen aan een frissche jeugd,
 
Die in haar jonkheid zich verblijdde
 
Met tintelende levensvreugd;
 
Maar vlochten onze schoonste rozen
 
Het liefst om dat gezegend hoofd,
 
Dat vroeg in hooger vreugd geloofd
 
En 't beste had gekozen.
 
 
 
Aandoenlijk straalt, by hooge jaren,
 
Beproefde godsvrucht met haar licht
 
Om 't zilver van besneeuwde hairen
 
En eerbiedwaardig aangezicht;
 
Maar waar wy bruine of blonde lokken,
 
Een voorhoofd zonder kreuk of voor
 
Zien weemlen van dien zachten gloor,
 
Hoe wordt daar 't hart getrokken.
 
 
 
Dáár zijn juweel noch goudglans noodig,
 
Noch paarlen kwistig uitgestort,
 
De bloemkrans zelfs is overbodig
 
En deed aan 't zedig schoon te kort.
[pagina 151]
[p. 151]
 
Een reine blik uit zielvolle oogen,
 
Een glimlach van 't gerust gemoed
 
Toont daadlijk den geleenden gloed
 
Zijn blinkend onvermogen.
 
 
 
Melieve, daar we uw jaarfeest vieren,
 
Een wensch is 't, die ons hart vervult,
 
Dat altijd u dat schoon moog sieren,
 
Dat siert en geen versiersel duldt.
 
De frissche roos der maagdenkonen,
 
Wat is zy by dien zachten gloed,
 
Die uitstraalt, waar in 't stil gemoed
 
Geloof en liefde wonen.
 
 
 
Een ijdle jeugd is 't eerst geweken,
 
Onzuivre weelde snelst aan 't end;
 
Vergeefs gepoogd door duizend treken,
 
Een schoon te redden, dat zy schendt.
 
Daar is geen schoonheid, meer beveiligd,
 
Daar is geen langgerekter jeugd,
 
Dan die bewaakt wordt door de deugd,
 
En die de godsvrucht heiligt.
 
 
[pagina 152]
[p. 152]
 
De lelie zal niet haast verwelken,
 
Schoon ook de hitte 's middags prangt,
 
Die 's morgens vroeg in de open kelken
 
Den koelen daauwdrup rijklijk vangt;
 
Maar als de morgenwind de droppen
 
Uit speelschheid wegkust van de roos,
 
Dan duurt de vreugde een korte poos:
 
Haast kwijnen bloem en knoppen.
 
 
 
o Lieve Lelie, die onze oogen
 
Aanschouwen in haar morgenstond,
 
Van zuivren hemeldaauw betogen,
 
Drink aan dat vocht uw hart gezond!
 
Streelt de uchtendkoelte ook u de bladeren,
 
Bewaar uw schat, bewaar uw hart,
 
En laat zijn adem, tot uw smart,
 
Dat heiligdom niet naderen.
 
 
 
Ontplooi, by 't brandendst middagstralen,
 
Geheel uw stille bloesempracht;
 
En waait een stormwind door de dalen,
 
Buig neer met ootmoed, rijs met kracht;
[pagina 153]
[p. 153]
 
Vervul de lucht nog van uw geuren
 
Als de avondzon in 't westen blinkt;
 
God zal u, waar zy nederzinkt,
 
Zijn bloemhof waardig keuren

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken