Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861) (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)
Afbeelding van Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)Toon afbeelding van titelpagina van Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)

(1863)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

Reeds daagt het in het oosten.
(Eene oude Romance vernieuwd.)

Om dit oude Liedtjen wèl te verstaan, moet men zich de zaak dus voorstellen. Twee Ridders dingen naar de hand en de gunsten eener Schoone. In blakende jaloezy ontmoeten zy elkander by een lindeboom, trekken hunne zwaarden, en een hunner blijft op de plaats dood. De overwinnaar, gerust op zijne zege, ijlt de Jonkvrouw van zijn hart te gemoet en noopt haar met hem te vluchten.

De Ridder.
1. 1.
Het daghet uyt den Oosten / Reeds daagt het in het Oosten
Het licht schynt overal / Het schemert overal;
Hoe weinigh weet de liefste Hoe weinig weet de Liefste
Waer dat ick heenen zal. Waar ik haar brengen zal!
Hoe weinigh weet de liefste / ja de liefste.

[pagina 146]
[p. 146]

2. 2.
Waren 't al myn vrinden / Zoo 't al mijn vrienden waren,
Dat myn vianden zyn / Die mijn belagers zijn,
Ick voerde u uyt de lande Ik voerde u uit den Lande,
Myn troost / myn minnekyn / enz. Lieftallig maagdelijn!
De Jonkvrouw.
3. 3.
Werwaerts wout ghy my voeren Waarheen zoudt gy my voeren,
Stout Ruyter wel ghemoet? Kloekmoedig Ridder! waar?
De Ridder.
Al onder de linde boom groene / Naar 't groene lindelommer,
Myn troost / myn waerde groet/enz. Mijn liefjen! volg my daar.
De Jonkvrouw.
4. 4.
Ick legg' in myn liefs armen / Ik lig in mijn liefs armen,
Met grooter eerwaerdigheydt: In deugd en onschuld neêr;
Ick legg' in myn liefs armen / Ik lig in mijn liefs armen,
Stout Ruyter wel ghemoet / enz. Kloekmoedig Edelheer!
De Ridder.
5. 5.
Leght ghy in uw liefs armen / Ligt gy in uw liefs armen?
By lo dat is niet waer: Die tijd is om, voorwaar!
Gaet onder de linde groene / Ga, zoek hem by de linde,
Verslaghen soo leyt hy daer / enz. Verslagen ligt hy dáár.
6 6.
Het Meysjen nam haer mantel / De Schoone neemt haar mantel,
En sy ging eenen gang / Door schrik en angst ontsteld,
Al onder de linde groene / En vliegt naar 't lindelommer,
Daar sy hem verslaghen vant / enz. En vindt haar Lief geveld.

[pagina 147]
[p. 147]

De Jonkvrouw.
7. 7.
Och leghdy hier verslaghen / Ach! ligt gy daar verslagen;
Versmoort in al uw bloedt / Versmoord in al uw bloed?
Dit heeft ghedaen uw roemen / Dat heeft gedaan uw roemen
En uwe hooghe moet / enz. En uw vermeetle moed.
8. 8.
Och leghdy hier verslaghen / Ach! ligt gy daar verslagen,
Die my te troosten plach? Die my te troosten placht?
Wat hebdy my naeghelaten / Hoe zal ik u beweenen,
So menighen droeven dagh / enz. Beweenen dag en nacht!
9. 9.
Het Meysjen keerde haer omme / De Schoone drukt den drempel
En sy ging eenen gang / Van 't hooge burchtportaal,
Al voor haer Vaders poorte / En weeklaagt om haar minnaar,
Die syder ontsloten vant / enz. En stort zich in de zaal.
De Jonkvrouw.
10. 10.
En is hier niemandt inne / Ach! is hier niemand, niemand,
Noch Heer noch Edelman: Noch Heer noch Edelman,
Die my nu desen dooden Die my nu dezen doode
Ter aerden helpen kan / enz. Ter aarde helpen kan?
11. 11.
De Heeren sweghen stille / Maar al de Ridders zwegen,
Sy gaven gheen gheluyt / Gevoelloos voor haar lot;
Het Meysjen keerde haer omme / En schreiënd keert zy weder
Sy ging al weenend uyt / enz. Van 't Vaderlijke Slot.

[pagina 148]
[p. 148]

12. 12.
Met haren geelen hayren / Zy reinigt hem de leden
Dat syder 't bloedt of vreef / Met lokken lang en blond;
Met haer snee witser handen / Met lelieblanke handen
Dat sy syn wonden verbondt / enz. Verbindt zy ieder wond.
13. 13.
Met zynen blancke swaerde / Zy graaft den Held een rustplaats
Dat syder dat grafje groef / Met eigen blinkend zwaard;
Met haren blancken armen / En met haar sneeuwitte armen
Dat sy hem ter aerden droegh enz. Legt zy hem neêr in de aard';
14. 14.
Met haren blancken handen / Zy zelve luidt de doodklok
Dat syder het belletjen klonck / Met handen teêr en schoon;
Met hare heldere keele / Zy zelve zingt de lijkmis,
Dat sy de Vigilie song / enz. Op zilverklaren toon.
De Jonkvrouw.
15. 15.
Nu wil ick my begheven Nu wil ik, booze wareld!
In een kleyn kloosterkijn; Uw snood gewoel ontgaan;
En draghen de swarte wylen Ter eere van mijn liefste
Ter eere de liefste mijn. Neem ik den sluiër aan.
En draghen de swarte wylen / Swarte wylen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken