Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeven voor het verstand, den smaak en het hart (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeven voor het verstand, den smaak en het hart
Afbeelding van Proeven voor het verstand, den smaak en het hartToon afbeelding van titelpagina van Proeven voor het verstand, den smaak en het hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (10.68 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeven voor het verstand, den smaak en het hart

(1790)–Jacobus Bellamy–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

Fragment van eene sentimenteele historie.

Daar waren dan eens twee broeders, zeer verschillend van aart, zoo als het meer onder broeders is. Zij woonden zamen op een aangenaam landgoed, en vermaakten zich ieder op zijne wijze. De eene, Willem, was, zoo als men het noemt, zeer sentimenteel; wanneer hij 's avonds in de maaneschijn wandelde, stortte hij op ieder grasje een traan, en hieldt dan heele lange alleenspraken van O! en ACH! - Hij maakte ook wel vaerzen, waarin hij geduurig zeide, dat hij schreide; maar dat zeide hij dan zoo maar; en de liefde haalde hij zoo dikwijls over, dat zij in aether wegvloog. Dit hadt hij uit verscheiden boeken geleerd; doch sommigen hadt hij niet regt begrepen.

Hendrik was niet sentimenteel, zoo als Willem dat woord gebruikte; hij las geschiedenissen, maakte ook wel gedichten, doch van een ander soort; wandelde 's morgends en 's avonds door boschen en velden, en was dan regt vrolijk; dan kwam er ook wel

[pagina 156]
[p. 156]

eens een traan in zijn oogen, doch die vaagde hij schielijk weg, en zeide niets.

Eens op een' morgen werd het klokje, op een nabuurig landhuis, schriklijk geluid; de nieuwsgierigheid dreef de broeders naar buiten, om te zien, wat de reden van deze beweging was. Zij waren naauwlijks buiten, of zij zagen een zwaren rook van het nabuurig landhuis opgaan. - Brand! riep Hendrik; daar moeten wij heen! wij moeten die arme menschen bijspringen! - o Hemel! zeide Willen, is deze waereld dan altijd een toonneel van verdriet? - moet een gevoelig hart dan overal rampen ontmoeten? - Hendrik ging vast voord, en Willem volgde hem. Toen zij nabij kwamen sloeg de vlam het dak uit. Groote God! riep Hendrik, help ons! - Willem stonde stil - haalde een zwaare zugt uit zijn borst - sloeg zijn oogen ten hemel, en zijn handen zaamen, en stondt nog stil - Alles was in beweeging. De boeren droegen water, en Hendrik hielp hen. - De eigenaar van het huis liep wanhopend rond, en riep: alles is niets! - alles is gered! - maar, mijn lieve dochter! - zij zal moeten verbranden! - zij kan niet gered worden! - Vrienden! redt mijn dochter! -

Willem gildde, en vloog eenige stappen te rug. - Waar is uwe dochter? riep Hendrik, waar is zij? - ‘Op die kamer, daar de vlam daar uit het vengster staat!’ - Hendrik gloeidde - stondt een oogenblik stil - en vloog heenen.

[pagina 157]
[p. 157]

Willem. Hendrik.
o Hemel! zal zulk een schoone bloem, in den morgen van hare ontluiking, reeds verzengd worden?
.......... - ... - ... Hevige vlammen! Jeugd en schoonheid zijn even weinig veilig voor uwe woede, als de verdroogde elk in het bosch!
Maakt plaats! maakt plaats! ik wil de dochter redden! maakt plaats! - waar is de trap? (De boeren maaken ruimte, en zien den jongeling met verwondering en medelijden aan. Hendrik vliegt in huis en dringt, door een dikken rook, den trap op) - - - - - - - - -
De hitte des vuurs doet de traanen, op mijne wangen verdroogen! - Lief meisje! hoe dikwijls zag de Maan u hier, op deze graszoden nederzitten! toen rolden traanen van het fijnste gevoel uit uwe hemelsche oogen! - en nu!....... Ach! is dan alles op den gevoeligen mensch gebeten?...... Rampzalige aarde!.... o! hoe veel lijdt thans mijn hart!........ Ongevoelige Hendrik! zonder dat uw hart een zugt loosde Waar zijt gij, meisje? - waar zijt gij? ik zal u helpen! - (Geheele stukken van het huis vielen reeds naar beneden, de vonkende trappen kraakten onder zijne voeten. Hij zal er nooit weder uitkomen! zeiden de boeren, 't was te laat!
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Zij is gered! - zij is gered! - oude man! waar zijt

[pagina 158]
[p. 158]

- zonder dat een traan aan uw oog ontviel, vraagt gij den bedroefden vader: ‘waar is uwe dogter?!!...’ Hoe moest deze vraag het tedere hart des vaders niet grieven! - gij? - hier is uwe dogter! zij leeft! - (de kleederen des jongelings stonden in volle vlam; hij voelde niets: de dogter was gered. - - - - - - - -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken