Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den lieffelycken paradys-vogel tot Godt om hoogh vlieghende (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den lieffelycken paradys-vogel tot Godt om hoogh vlieghende
Afbeelding van Den lieffelycken paradys-vogel tot Godt om hoogh vlieghendeToon afbeelding van titelpagina van Den lieffelycken paradys-vogel tot Godt om hoogh vlieghende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.68 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den lieffelycken paradys-vogel tot Godt om hoogh vlieghende

(1686)–Daniel Bellemans–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina *2r]
[p. *2r]

Aen alle Godt-minnende Zielen
Seynd-Brief.

ICk en hebbe niet langh ghetwijffelt, aen wie ick soude op-draghen dit vriendelijck ende aan ghenaem broedtsel van mijnen Lieffelycken Paradys-voghel, en met reden gesproken, wie soude beter toe-komen ende dienstigher wesen dese salighe ende ghenugghelijcke vrolijckheydt om sijn selven te verstercken in de Liefde Godts, ende het verlanghen van dat Hemels Vader-lant, mitsgaders om sijn hert op te heffen tot Godt, als aen alle Godt-minnende zielen? Niet door eene sware oft langhe Oeffeninghe van devotien: maer door een

[pagina *2v]
[p. *2v]

soet ghesangh van gheestelijcke Liedekens, de welcke sonder moeyte oft swarigheydt een Godtvruchtighe ziele stieren tot Godt, om door desen bequaemen ende ghemackelijcken middel, 't herte te doen branden in de liefde van dat eeuwigh goet. Tot mijne groote droefheydt wordender t' allen kanten ghevonden Liecken-boecksken, de welcke door hun bedrieghelijcke soetigheydt, ende hatelijck fenijn de herten van de menschen trecken, niet tot Godt, maar naer de eeuwighe verdoemenisse: want door dese schadelijcke vrolijckheydt overwonnen, blijven steken inde vuyligheydt van de werelt, ende maken hun selven een keten met de welcke sy sullen ghetrocken worden in den eeuwighen brandt der helle. Daerom [is 't] Godt minnende ziele, dat ick siende dat groot

[pagina *3r]
[p. *3r]

perijckel uyt ghebroeyt hebben eenen nieuwen Lieffelycken Paradijs-voghel, die door sijnen aen ghenamen sangh u soude stieren tot deught ende verwecken tot de liefde Godts, ende al singhende ende klinghende soude brenghen in dat Hemelsch jerusalem. Aen wie, segghe ick dan, soude ick beter konnen op-draghen dit Liecken-boecksken, als aen de ghene die hun selven uyt liefde gheheel hebben opghedraeghen aen den soeten Bruydegom hunder zielen? De welcke als wijse Maeghden, met brandende lampen van vierighe herten haecken ende snaken naer de komste van hunnen beminden. Waer soude mijn Vogeltien een soeter nestjens vinden, als in't soet ende lieffelijck hert van een Godt-minnende ziele, het welck door dat soet minnevier van den H. Gheest groeyt

[pagina *3v]
[p. *3v]

ende bloeyt ghelijck een Paradijs des Heeren in alle deughden: om in de welcke V.L. te helpen stichten ende met vreught te verlichten, sal mijn kleyn Vogeltien V.L. dienstigh wesen. Ick ben noch indachtigh het spreeckt woordt van mijnen Meester als ick de Philosophie leerde, den welcken dickwils seyde, dat de liefde tot den sangh een teecken is van een lieve ziele, die meer als het soet accoort van het musieck accoordeert met Godt, ende haren even naesten; dit selve leert oock den scherpsinnighen Pater Comptonus Soc. Iesu in sijne Philosophie; ende het Italiaens spreeckwoort seght: Godt en bemindt hem niet die hy den sangh oft musieck niet en doet beminnen. Daerom sullen verstandighe Moeders ende Voesters dickwiis singhen met de kleyne Kinderkens, om

[pagina *4r]
[p. *4r]

dat den sangh soo goeden aerdt baert in die teere ende jonghe zieltjens, en niet alleen in kleyn Kinders, maer oock in groote Persoonen sal ick V.L. betoonen, dat den sangh van godtvruchtighe Liedekens, dickwils verweckt veel soete beweginghen in de ziele van den mensch, ja oock grootelijck mede werck tot de bekeeringhe van groote sondaren. Ick neme den grooten Vader Augustinus tot ghetuygen, den welcken Lib.9. Confess. cap. 6. dese getuygenisse schrijft van sijn selven: ô Heere; hoe seer hebb'ick geweent in uwe Liedekens ende lof-sangen, door die soet luydende stemmen van uwe H. Kercke krachtelyck beweeght zynde, die stemmen die vloeyden in myn ooren, en door die quaem de waerheydt in myn hert, ende de ydelheydt vloogh daer uyt, doen begonst myn hert te branden in godt-

[pagina *4v]
[p. *4v]

vruchtige bewegingen, myn tranen die vloeyden die mynen brant voeyden ende besproeyden als water in de smis: en die soete traentjens smaeckten soo soet aen myn gemoet. Hierom siet men dickwils dat veel persoonen die hun gheheel tot Godt bekeeren, met een godt-vruchtigh Liedeken dat sy dichten, adieu singhen aen de ydelheydt des werels. Aen V.L. dan Godt-minnende Zielen, die uyt liefde van den lieven jesus haet dat vuyl wereldts ghesangh, die verfoeyt allen boosen aenhangh van dat helsch serpent, anders niet soeckende als u te vereenighen in liefde met Godt uwen Schepper ende Saligh maker. Aen V.L. draghe ick dit Paradys-Vogeltjen op, het en heeft gheen bedrieghelijcke tonghen ofte stemme van het boos ende loos serpendt, dat onse eerste Ouders door sijn listigh

[pagina *5r]
[p. *5r]

vleyen in't Paradys heeft verleydt: maer 't is de stemme van een Godt-minnende ziele die V.L. sal leyden uyt dit aerts dal naer het Hemelsch Paradijs daer boven daer wy met de HH. Engheltjens die soete ende Lieffelycke Paradys-vogheltjen den Soeten ende Lieven jesus eeuwelijck sullen loven met een Musieck dat gheen oor ghehoort en heeft. Die wenschende aen my, ende aen V.L. altesamen, sal my teeckenen te wesen.

 

GODT MINNENDE ZIELEN

 

V.L. Seer gheaffect. Dienaer in den Heer.

Fr DANIEL BELLEMANS,

Canonick Norbertien van Grimberghen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken