Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

364
YGa naar voetnoot1) aan Willem Bentinck

[B.M., Eg. 1745]

Amsterdam, 20 juni 1748

Voorige week heb ik de eere gehad te melden, dat te Haerlem een oproer was geweest en pagtershuijse geplunderd. Seedert is het selfde te Leiden geschied en ook in Den Haag, drie pagtershuijse geplunderd en omvergehaeld; de burgers sijn handgemeen geweest en met deegens en bajonetten, maer 't gemeen defferendeGa naar voetnoot2) sig met de messen en steenen. Eindelijk kreege de burgers permissie om te schieten en ses wierden er doodgeschote en ruijm twintig persoone gequest. Egter sijn se voortgegaen met plundere. Maer wat deed de melitie in Den Haag, soo veel en soo weinig als er is? Waerom wierd die niet gesonde tot secoers van de burgers en met ordre om 't gemeen te delogeeren en daeronder te schieten? Wat sal eindelijk van dit land worden? Als soo voortgaet, is geen mensch meer seecer. Geen pagte sijnde, wie sal dan de laste dragen? De gegoede luydens die sulle dan genoodsaekt sijn dit land te verlaete. Of men moet al de melitie maer affdanken, terwijl men in tijd van oorlog daer van slecht is bedient geworden, en in tijd van binnenlandse beroertens daer geen dienst van heeft, soo kan men dat geld ook wel menageren, en de schuld van 't land affbetalen en dan soude men 't gemeen kunnen ontlasten van de swaere lasten en leve dan maer op Gods genade.

[pagina 47]
[p. 47]

Mij word van goederhand versekerd, uijt Den Haag, dat men meend daer andre luijdensGa naar voetnoot3) onder speelen en niet alleen 't gemeene volk en dat men vreest nog erger sal worden, terwijl men wonderlijke resonnemente hoord.

Herdenk eens, H.E.H., wat ik wel voorsegt heb, indien men soo halff blijfft en niet strafft, sooals men met La RoqueGa naar voetnoot4), CromstronGa naar voetnoot5) en andre had behooren te doen, wat eijndelijk van alles sal worden. En ik blijff nog van het selfde sentiment. Nog siet men dagelijks gebeure de vijanden en hun familien worde voortgeholpe en de oude vriende en de getrouwe daer siet men niet na om.

Men heeft quade raedsluijdens en veele onbequame luijdens in dienst en allerhande vreemde worden geemploijeerd, in 't militaire en in de guardes, en boven de andre gesteld, die reets lang in dienst sijn geweest, dat groot ongenoege geeft, soo als U.H.Ed. selfs suld kunne begrijpe en meer andre saeke wegens de negotie en navigatie word niets geredresseerd.

Ik schrijve dit met een goede intentie en hoop dit niet qualijk suld neemen en versoeke deese gelesen hebbende te verbrande.

Ik hoop de accessieGa naar voetnoot6) van Spanje nu haest sal komen en bidde met een woord daervan verwittigd te worden. Nu de negotie met Vrankerijk vrij is, had men gehoopt dat er veel trek van graenen soude gekome hebbe, maer daer komen geen orders om te copen, omdat se reets wel voorsien sijn, uijt Engeland en Ierland en uijt de Oostzee, soodat in plaats dat de graenen hier in prijs soude monteeren, sijn de prijsen gedecemeerd en de Engelsche continueere onse scheepe op te brengen en rembourseere niets, volgens

[pagina 48]
[p. 48]

gedaene belofteGa naar voetnoot7). Monsieur RoussetGa naar voetnoot8) is voor commissarisse van 't hof in Den Haag gesiteerd geweest en ondervraegt wegens de bewuste aenspraek maer ik weet nog niet wat resolutie daer op genomen is.

In deese stad is goddank alles gerust en schoon 't canaille groote drijgemente doen tegens de pagters, soo durvense niets onderneemen, om dat men alle precautie genome heeft en de meeste burger compagnieën in de waepenen sulle komen en die sulle daeronder vuuren dat het haegeld.

't Canaille in Den Haag, word mij soo gesegt, drijgen de viscael Van Wesele sijn huijs te plunderen en gecommitteerde raeden vervolgens en ook de heer Gilles en andre. Mijn God, wat sal hier langer van worden?

voetnoot1)
Een kassier, wonend aan de Blauwburgwal te Amsterdam, zie o.a. Bentinck II, nr. 368, 373, 376.

voetnoot2)
Lees: defendeerde.
voetnoot3)
Hij bedoelt de anti-stadhouderlijke regenten, die daardoor het gezag van de Prins in discrediet zouden willen brengen. Zie Bentinck II, nr. 367. Ook Bentinck was deze mening toegedaan, Archives IV, I, p. 224. Onderstreping in origineel.
voetnoot4)
Generaal P. de la Rocque werd op de beschuldiging dat hij in mei 1747 Hulst zonder behoorlijke verdediging had overgegeven in juli 1748 ter dood veroordeeld. De Prins wijzigde deze veroordeling in levenslange gevangenisstraf. Zie Bentinck I, p. 345, 346.
voetnoot5)
Isaac Cock, baron van Cronstrom, commandant van Bergen op Zoom. De inname van de stad door de Fransen (sept. 1747) werd grotendeels aan zijn wanbeleid geweten. Zie Wagenaar, Vad. Hist. XX, p. 115 vlg. Archives IV, I, p. 222 vlg. en Geyl, Willem IV, p. 245, 342 vlg. (n. 136).
voetnoot6)
De toetreding van Spanje tot de preliminairen; deze vond plaats op 28 juni 1748. Zie Ned. Jb. 1748, p. 575 vlg.
voetnoot7)
Lees: hoewel zij dat beloofd hebben.
voetnoot8)
Zie Bentinck II, nr. 336.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-BrittanniĆ« (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 20 juni 1748