Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 84]
[p. 84]

384
Y aan Willem Bentinck

[B.M., Eg. 1745]

Amsterdam, 10 juli 1748

Heb de wisselbrieve wedrom ontfange en wedrom f 8.100. - op twee maande in de plaats geaccepteerdGa naar voetnoot1). Ik vinde het seer onredelijk en inpertinent, dat BoasGa naar voetnoot2) de couragie gehad heeft van te wijgeren die voor ses maende te prolongeren, soo als had behoore te doen en ik meen met heer SchimmelGa naar voetnoot3) soo heeft affgesproke gehad en dat daer en boven voor de twee maande f 100. - intres reekend, daer hem ten hoogste niet meer als f 80. -, dat is ½% per maand, toekomt. Hij toond dat ondankbaar is en dat de smousenGa naar voetnoot4) niet wil ontaarde. Indien U.H.Ed. over twee maande niet convenieerd in 't geheel off ten deele aff te lossen, soo hoop ik in staat te sijn op een ander manier en na U.H.Ed. genoege die saek te reguleeren, want ik kan sulk volk niet verdragen, die geen onderschijd maeke met wie sij te doen hebbe en had Boas voor een heel ander soort van een smous versleete.

Ik heb heer HiddinkGa naar voetnoot5) geadresseerd bij de heer Wesele, en die is in heel veel saeke eens over ons ontwerp, dat ten beste van de gemeene saek gesteld is, en nog dagelijks werd gedresseerd - en daaraan present door heer Hiddink gearbijd - om het, soo compleet mogelijk is, te kunnen overgeven, en ik ben van opinie daer in bena niets vergete sal sijn, alzoo dagelijks daer op denke om het

[pagina 85]
[p. 85]

te verbetere. Egter ik versoeke mijn naam te menagere, ook die van Hiddink, want soude ons maer gehaet maeke, soo als U.H.Ed. kund denke en het blijkt door de calangieGa naar voetnoot6) die DedelGa naar voetnoot7) mij doed om mij suspect te maeke. Maer ik sal hem niet schuldig blijve, als daer van maer bewijs kan bekome. Men weet wie se sijn en hoe sij de Prins gehaet hebbe en nu alle, die S.H. trouw sijn geweest en blijve, maar calangeere.

Ik blijff onveranderlijk, dat de nieuwe middele bij hooffdgeld over deese provintie f 20 millioen hebben op te brenge te minste, in plaats van f 10 millioenGa naar voetnoot8), off het land is niet te redde, soo als omstandig mondeling de eere gehad heb U.H.Ed. te segge. Houd men wat over soo moet men aanstaande januari ten eerste beginne wat aff te lossen om 't crediet te herstelle en de obligatiën van 70 à 75% wedrom op 100% te doen monteeren, dat groot genoege sal geven aen de ingesetene en crediet buyte 's lands. Schoon ik ondervinde veel quaad geintentioneerde op alle maniere 't crediet van 't land soeke te ruineren en het is notabel dat uijt London door een voornaem huijs aan mij word geschreeve, dat de binnenlandse oproeren alhier niet alleen door 't gemeen sijn gemaakt, maer dat daar onder gespeeld hebbe eenige misnoegde van de contra-partij om op die manier de heele regering in confusie te brengen en om S.H. gehaat te maeke en buyte staat om iets te kunnen doen. En U.H.Ed. mag dit wel ad notam neemen en de Prins daer van verwittigen, want die is rontom in sijn vijande: het sijn wolve in schaepevellen. Aangaande de posterijen is alhier den 3. julyGa naar voetnoot9) geresolveerd om die ten eeuwige dagen aan de stad te houde en niet aan 't land aff te staan, maar men wil wel een sekere geproportioneerde somma aan 't land geven na rato wat de posterijen van de andre steeden rendeeren.

Ik ben verlangende hoe die historie sal eindige. Dat de provenuen off het nette montant aan 't land komt van de posterijen, is na mijn gedagte niet goed, alsoo daer van veel sal affgaen en lange jaeren duuren, eer het land een goede somma daervan sal proviteeren - eer al de postmeesters dood sijn - waar onder nu veel

[pagina 86]
[p. 86]

jonge kindere sijn. Maer het best was de posterije te verkope publicq ten voordeele van 't land. Dan krijgt men ten eerste goede somme in cassa, maer de portien van de posterijen moete verdeeld worde van f 500. - à f 1.000. - 's jaars inkomste gecalculeerd en die soo een portie voor f 5.000. - à f 10.000. - koopt, die moet postmeester weesen off een hoge caracter, postcommissaris off soo wat, want om de titel sal het ook wat meer geld waard sijn. De brieffporte moete gereguleerd worden soodra als de posterijen aan 't land sijn en meer of dikker als ordinair sijnde, bij het gewigt te betale, omdat geen quaad gebruijk daer van word gemaekt door deese copers, soo als de postmeesters gedaan hebbe en de brieffporte telkens verhoogt om haer beurs te vullen. Men soude alle de brieffporte met twee stuijver per brieff kunne augmentere en van verre plaatse twee à vijf stuijver. Dat soude considerabel 't montant vermeerdere, omdat suijver geld is en waer door voor de posterijen groote somme in 's lands cassa soude kome, als die gekogt worde.

Men rekend, dat ijder mensch in een jaer aan pagt heeft moete betale vooral de pagte f 25. - buyte de wijn pagt, tabak, passagie geld off personeele quotisatie off buyte de pagt van rijtuijgen en na maete van ijder sijn staet etc. Soodat op die voet vaststellende, dat ijder mensch, off een ordentelijk burger f 25. - off een arbijdsman 's jaers betaelende, over deese provintie seer ligt f 20.000. - te vinde sijn, mits de vermogende na rato van haer inkomste verhoogt wordeGa naar voetnoot10).

P.S. Ik rekene twee derde van de brieffporte voor vreemde off buytelandse reekening is, soodat de ingesetene daer wijnig meede soude beswaerd worde, alsoo dat ongevoelig betaelt?

Gelieft dog niets aan MartensGa naar voetnoot11) van Hiddink off van mijn ontwerp te laete blijke, want indien het eens mogt deurgaan, soo soude men de haet op de hals krijge en geexponeerd sijn om geplunderd te worde, schoon sonder verdienste gedaan word en alleen ten beste.

voetnoot1)
De financiële positie van Bentinck was in 1748 nog niet erg rooskleurig, doch verbeterde in de loop van dit jaar. Zie Van Huffel, p. 116 vlg.
voetnoot2)
Het is niet te zeggen, welke Boas dit is. Zie voor de te Rotterdam woonachtige kooplieden Tobias, Abraham en Simeon Boas en hun verrichtingen inzake wisselbrieven Van Dillen, p. 375 (nr. 425), 1375 (nr. 1005).
voetnoot3)
Schemmel, W. Bentinck's betrouwbare rentmeester sedert einde 1747.
voetnoot4)
In de achttiende eeuw werd de benaming smous gebruikt als aanduiding voor een jood die tot de groep van Hoogduitse joden behoorde (het tegenwoordig Nederlands Israelitisch kerkgenootschap). De Portugese joden werden joden genoemd.
voetnoot5)
Deze zal zijn Abraham Jacobus Hiddink, die in 1749 door de Prins belast werd met de voorbereidende onderzoekingen ter vervanging van de pachten door een hoofdgeld. Zie Archives IV, I, p. 325.
voetnoot6)
Calangie: het Engelse challenge?
voetnoot7)
Salomon Dedel, raad en oud-schepen. Hij werd in september 1748 geremoveerd.
voetnoot8)
Vergelijk zijn mening over het hoofdgeld in Bentinck II, nr 376. Tien miljoen gulden was het bedrag, dat jaarlijks onder het nu afgeschafte pachtsysteem binnenkwam.
voetnoot9)
Zie Ned.Jb. 1748, p. 601 vlg. en Bentinck II, nr 382.
voetnoot10)
Tot ongeveer dezelfde slotsom komen Wolters in Bentinck II, nr 370 en de schrijver van het pamflet in Dichtk. Praal. Tooneel I, p. 224.
voetnoot11)
Martinus Martens, ‘Examinator der plans van finantiën’ en organisator van de loterij, waartoe de Staten van Holland in december 1747 hadden besloten om aan geld te komen. Zie Ned. Jb. 1747, p. 396 vlg.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 10 juli 1748