Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

392
Willem Bentinck aan H. Fagel

[B.M., Eg. 1736]

Aken, 21 juli 1748

Ce soir monsieur de St. Séverin m'a proposé de faire donner ordre aux troupes russiennes de faire non seulement halte, mais de marcher en arrièreGa naar voetnoot1). Je lui ai dit, que cet ordre-là ne pourroit être donné que par le prince d'Orange. Le duc de Newcastle a écrit au général-major MordauntGa naar voetnoot2) de leur faire faire halte, pourvu que l'officier hollandois (il me semble que c'est le général-major

[pagina 108]
[p. 108]

TiddingaGa naar voetnoot3) y consentit. Par mon autre lettre vous jugerez, que mon opinion est qu'il faudroit faire ce que la France exige de nous en ce cas, parce que monsieur de St. Séverin s'engage à nous montrer, que d'abord que cet ordre sera expédié et la convention signée, la France congédiera douze bataillons entiers, et de la cavallerie et des dragons jusqu'au nombre de 37.000 hommes. Ne seroit-il pas à propos, que le Prince écrivît au général-major Tiddinga d'abord et sans un moment de délai de se conformer en cela avec le général Mordaunt et qu'il lui envoyât un courier pour cela.

Je donnerai connoissance à monsieur de St. Séverin de ce que j'écris sur ceci. Je supplie, que je puisse avoir au plutôt réponse, que cela est fait. Il est pressé de finir et je vois qu'il cherche à avancer les affaires et à prévenir les difficultés qui pourroient venir même de sa propre courGa naar voetnoot4). Voilà pourquoi je voudrois, qu'on en profitât, non par complaisance pour la France, mais parceque nous avons besoin de finir. Si donc le Prince vouloit envoyer ordre à monsieur Tiddinga de faire faire halte aux troupes russiennes, quand Mordaunt en aura l'ordre et de les faire marcher en arrière vers leur païs, lorsque Mordaunt en aura l'ordre, nous aurions ici les mains libres avec St. Séverin; et comme Hanovre n'est par hors de chemin, cet ordre du Prince à Tiddinga feroit aller tout aussi vite qu'il est possible, car j'en reviens toujours au tems et restant à la raison, pour la restitution de Cap Breton. (Wij kunnen ons niet verzetten tegen het voorstel de Russen terug te trekken. St. Séverin stelt voor, dat de gijzelaars voor de restituties in de beide Indiën ook hiervoor zullen dienen. Sandwich en ik keuren het goed. St. Séverin vraagt geheimhouding). Il s'est plaint, que l'affaire des préliminaires a été eventée à La Haye. Je vous prie que tout ce qui se passe ici reste parfaitement secret. Il vaut mieux que l'on appreuve, que la chose est faite, que de flatter ou de faire espérer qu'elle se fera.

J'ai parlé à St. Séverin du titre d'altesse pour le Prince. Il m'a pri de lui donner des examples ou des preuves du titre donné par la cour aux prédécesseurs du Prince, et il m'a promis de les faire valoir. Il m'en a parlé même, comme une chose qui iroit d'elle-

[pagina 109]
[p. 109]

même, s'il avoit des examplesGa naar voetnoot5). (Larrey vertelt mij, dat hij - naar men zegt - naar de heer De PuysieuxGa naar voetnoot6) gezonden zal worden. Dat is niet voldoende, omdat Engeland kolonel YorkeGa naar voetnoot7) zendt, die aan de koning zal worden voorgesteld. Aan Larrey moet een brief voor de koning worden meegegeven. Ik zal er Sandwich en St. Séverin naar vragen. Ik sluit Sandwich' ontwerp inzake terugkeer der Russische troepen inGa naar voetnoot8)).

Je vois que le duc de Newcastle vous a communiqué tant de pièces, que cela m'espargnera la peine de vous faire le rapport du contenu de ces mêmes piècesGa naar voetnoot9), que Sandwich m'a communiquées. Vous verrez à la longue que vous n'aurez jamais été traité par aucun ministre en Angleterre comme vous le serez par le duc de Newcastle en fait de concert et de communication: et qu'il n'y en a jamais eu un si fidèlement attaché à la personne du Prince et de la Princesse et à leurs intérêts.

voetnoot1)
Vanaf het sluiten der preliminairen had St. Séverin erop aangedrongen, dat de Russische hulptroepen, die in aantocht waren, teruggezonden zouden worden. Zie Lodge, p. 368 vlg.
voetnoot2)
Sir John Mordaunt, brigadier-generaal sedert 1745. Brieven van hem aan Bentinck en Van Tuyll van Serooskerken in B.M., Eg. 1721 en ibidem 1739.
voetnoot3)
Inderdaad was het deze. Hij was met baron Van Tuyll van Serooskerken als commissaris de troepen tegemoet gezonden om deze bij aankomst in Duitsland te ontvangen en ‘naar de plaets hunner destinatie... te geleiden’. Zie Ned.Jb. 1748, p. 176.
voetnoot4)
Zie Lodge, p. 386, n. 1.
voetnoot5)
Na het overlijden van Willem III waren er verscheidene pretendenten voor zijn private erfenis, waartoe onder andere het prinsdom Oranje behoorde. Lodewijk XIV had het geïncorporeerd bij Frankrijk en hoewel Willem IV in 1732 zich het recht op titel en wapens voorbehield, gaf de Franse koning hiervoor nooit zijn toestemming. Zie een verslag van Bentinck over een later onderhoud met St. Séverin inzake dit punt: Beer, p. 99 vlg.
voetnoot6)
Louis Philoxène Brulart, marquis de Puisieux, Frans minister van buitenlandse zaken.
voetnoot7)
Joseph Yorke, baron Dover, later gezant te 's-Gravenhage.
voetnoot8)
Te vinden in B.M., Eg. 1736, fo. 288.
voetnoot9)
Zie Bentinck II, nr. 388.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 21 juli 1748