Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

502
F.B. van den AbeeleGa naar voetnoot1)

[B.M., Eg. 1746]

Nieuwpoort, 18 december 1748

't Sijnen tijde hebbe mij geëert gevonden met U.Ed. altijdes seer aengenamen van 6e deser, waer bij gesien hebbe de favorable antwoorden wegenz mijne solicitatien, dogh dat het maer tegen Kersdagh sal connen wesen, aleer tot mijn genoegen daer op onderrichtingh te verwaghten hebbe. Ondertusschen is het noodigh, dat ik beduijde, waer toe mijne solicitatie besonderlik is verstreckende. Mijne bede is om aen het hof van Brussel generalik gerecommandeert te mogen wesen in alle voorvallende occasien, particulierelik ten einde van nu te becommen het officie van controlleur van de fortificatien tot Nieuport op de ordinaire gagie van hondert ponden Vls. s'jaerz en als 't mogelijk ware, eene plaetse van schepene in het magistraet, dat ergens twintig ponden kan weirdigh sijn, mits die plaetse van oude tijden belast sijn ider met duizent guldens engagere.

Voorders is mijn versoek, opdat ik eensweeghs protectie soude becommen, dat 't eene noghte 't ander niet en soude hinderen aen mijn officie van sasmeester, mits de controlle van de fortificatien

[pagina 256]
[p. 256]

daeraen niet inconpatibel en is, noghte ook het schependom, want mijnen vader heeft, sasmeester sijnde, ook schepene geweest. Noghtans vermits ik soude connen knijserie ontmoeten van afjonstige, ik soude daeraen geirne voorcommen onder het faveur van die versoghte favorable recommandatie.

Ik hadde eerst mijn ooghwit gestelt op het officie van munitionaris geseijt tenadoorschap, maer ik dunke dat dit niet wel wesen en kan, omdat den heer, die het voortijts bedient heeft, nu tot Brugge woont, nogh leeft ende daervoren voortijts eene ...Ga naar voetnoot2) gegeven heeft aan den archier rotulaire van het hof, mits dit officie van den tour de rolle dependeert, zoodat men meent, dat den voors. heer 't selve met agreatie van het hof sal doen bedienen door een ander.

Ik bidde U.Ed. dewijl mijn affairen niet wel en permitteren van selfs over te commen dese mijne missive en gedaghten kenbaer te maken alsmede af te senden aen mijnheer ...Ga naar voetnoot3) U.Ed. vriend in Den Hage om door hem in het werk gestelt te worden ten eersten mogelik, want ik beduchte, dat men te lank te waghten somwijlen soude connen door andere voorcommen en in hun faveur gedisponeert worden, dat dan te laete ware. En nopende andere officiereGa naar voetnoot4) daer en is jegenwoordigh tot Nieuport niet te becommen dewijl niet anders vaccant en is dat mij dient. Betrauwe, dat U.Ed. uwe vrienden in mijn faveur krachtelijk sult employëren en ik sal altijdes glorie maken mijne herkentenisse te bewijsen over de gedienstigheijt, die sij mij sullen gelieven te doen, zoo in het gesagh van d'heeren secretarissenGa naar voetnoot5) als andere en U.Ed. magh versekert wesen, mijnen dienst te sullen plegen ten dienste van het gemeene best, gelijk ik voortijts bereijt geweest ben te doen, op alles betrouwende, blijve met veel aghtinge - - -

voetnoot1)
Onbekend. Waarschijnlijk is de brief gericht tot Willem Bentinck.

voetnoot2)
Onleesbaar.
voetnoot3)
Onleesbaar.
voetnoot4)
Lees: officiën.
voetnoot5)
Fagel en De Back?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 18 december 1748