Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 471]
[p. 471]

676
H. Gellink aan Willem BentinckGa naar voetnoot1)

[B.M., Eg. 1746]

Den Haag, 28 november 1750

Ik maake U.H.Edh. bij deeze bekend, dat ik op den 4den deezer maand een brief aan Z.D.H. heb toegezonden, waarin verzogt hebbe voor de opengevallen plaatzen van S. Leezer. Ik heb dit verzoek op geen losse nog ijdle grond verricht. Mij is bewust, dat verscheide om de gen. plaatzen verzoeken bij Z.D.H., bij U.H.Edh. en bij anderen hoogedele heeren. Wie die ook zijn, zonder dezulke te kwetsen, kunnen met deeze plaatsen voor ons vorstelijk huis niets te weege brengen. Derhalve verzoeke op de alleronderdanigste wijze, dat U.H.Edh. gelieve te voorzien, dat de meergen. plaatzen niet mooge begeven worden, voordat ik de hoogsten eer genoodten heb genadiglijk van onze vorst en erfstadhouder gehoort te worden.

Mijn verzoek zij niet te vrijmoedig in U.H.Ed. oogen. De Heere den God der Heirschaaren werkt door menschen als middelen in zijn hand. Zulks is gebleken met het voornemen van den krijgsraad te stuitenGa naar voetnoot2). Buiten deeze meermalige gen. plaatzen kan er niets uitgedagt worden om de verandering ten goede in Amsterdam weegens den krijgsraad op een beter wijs te doen gebooren worden. Hier meede te draalen stelle men de zaak van Z.D.H. daar wij ons eenigste belang in stellen achteruit. God wil immers door kleine beginzelen groote wonderen verrichten. Het hoog vorstelijk huis moet stand houden. Men werken verkeert, indien men den vorst betrekkelijk den krijgsraad het allerwaarsten voor oogen

[pagina 472]
[p. 472]

steldGa naar voetnoot3). Men moest tegelijk de middelen vertoonen om het hoog gezag van onze capitein-generaal te doen gelden; hun gewaende grootheid was zonder gevaar en nog met weinig moeite te fnuiken. De openbaare en de verborgene vijanden van ons vorstelijk huis loeren op dit aarzelen en op de swarigheden, die men van onze zeide opperd, doende daar hun voordeel meede. Alzo, hunne arglistigheid dringt tot in ons ingewand. Ik meen op goede gronden de hinderpaalen, die men van den krijgsraad voorwend, te kunnen wegnemen en aan te wijzen voorzichtige de weege, om in weinig uuren deeze langduerige zaak in een beter dag te stellen. Ik heb de proef daarvan genoomen.

Wij verzoeke ootmoediglijk U.H.Ed. bij den heere Prinse aan te houden om ons als in aller eyl te doen wederkeeren na het huis onzer woninge, want mijn vrouw is als een uitzinnige vraagende onophoudelijk den Almagtige God waarom wij boven zo veele anderen zo swaar gedrukt worden. Zij schreeuwt den heere Prinse is niet alweetent en herhaald telkens, dat ik haar misleide. Zij wil van mij gescheide zijn roepende: Hoe worden wij geslingert! Geschied dit aan ons, wat zal de gemeente wedervaaren? Want alle, die zich voor ons hoogvorstelijk huis opdoen, worden als in een draeikolk ingedompeld. Alle onze vrienden en bekenden zijn over het uitstellen van onze zaak verbaast! God geve Z.D.H. licht en wijsheid om in deezen donkeren en veruitziende dagen zijnen vorstelijken raadsheeren te doorgronden; mogt elk van hun zoo getrouw handelen van hunnen bloedvrienden niet te spaaren wanneer het recht, dat Neerlands erfstedehouder toekomt, gekrenkt wierdGa naar voetnoot4).

voetnoot1)
Hendrik Gellink, makelaar, luitenant bij de burger-compagnie van wijk zestig, die in 1748 met de Doelisten had meegedaan, was 1 april 1749 door de krijgsraad uit zijn functie ontslagen wegens een geschif met zijn kapitein. Hij wendde zich tot Willem Bentinck en - toen deze te Wenen was - tot Gronsfeld om eerherstel te verkrijgen. Deze laatste scheepte hem steeds met beloften af, daarom richtte hij zich thans weer tot Bentinck. Zie zijn brief d.d. 21 november 1750 aan Willem Bentinck in Krämer, p. 401 vlg.; De Voogd, p. 221 vlg. en Ned. Jb. 1749, p. 471.

voetnoot2)
Namelijk om hem zonder meer af te zetten, hetgeen hij een hoon voor de stadhouder achtte. Toen was luitenant Vaster uit wijk zes hem te hulp gekomen. Zie Krämer, p. 408.
voetnoot3)
Volgens de mening van Charles Bentinck moest de Prins in deze zaak voorzichtig zijn. Zie Archives IV, I, p. 443.
voetnoot4)
Gellink werd niet opnieuw luitenant, doch schadeloos gesteld doordat hij op voorstel van de Prins door het admiraliteitscollege te Amsterdam tot taxateur van de grootte der koopvaardijschepen aangesteld werd. Zie Ned. Jb. 1751, p. 147.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 28 november 1750