Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

729
Th.I. de Larrey aan Willem IVGa naar voetnoot1)

Den Haag, 9 september 1751

J'apprens de monsieur le baron de Reischach, que l'extradition

[pagina 611]
[p. 611]

de Gobert et de sa femme n'a pas eu lieuGa naar voetnoot2), parceque le général baron de SchwartsenbergGa naar voetnoot3) a exigé du magistrat de Namur un acte, que ceux-ci n'ont pas cru pouvoir donner. Ils ont demandé des ordres à Bruxelles et monsieur le marquis de Botta leur a ordonné de ne point donner un acte, tel que le gouverneur de Namur l'exige, parcequ'il seroit entièrement préjudiciable aux droits de l'impératrice reine; monsieur de Schwartsenberg, à la vérité, s'est relâché ensuite, mais a voulu faire lire une longue protestation, qu' on regarde encore comme préjudiciable à Bruselles.

C'est à titre de confidence, que monsieur de Reischach m'a fait part de cet incident. Il n'a point ordre de faire à cet égard aucune représentation. Il désire personellement de prévénir les désagrémens et c'est l'unique but, dit-il, de l'ouverture, qu'il m'a faite.

V.A.S. aura sans doute reçu un rapport direct de monsieur de Schwartsenberg, qui à ce qu'il me semble, auroit aisément pu prévenir ce nouvel incident peu important par lui-même, mais désagréablement dans ce cas-ci, qui tient si fort à coeur à l'impératrice reine et que V.A.S. a souhaité de terminer de la meilleure grâce possible. Après les remarques faites par V.A.S. sur la lettre minutée à monsieur de Schwartsenberg, je n'eusse pas cru, qu'il pouvoit y avoir de nouvelles anicroches. L'extradition toute simple avec un compliment, en vertu duquel monsieur de Schwartsenberg auroit fait déclarer, que par cette extradition il ne prétend préjudicier en rien aux droits de ses maîtres, déclaration, dont il auroit pu faire acte, auroit suffi et suffiroit encore, à ce qu'il me semble. Nous avons tout le reste dans la lettre et de la main propre de l'impératrice reine au prince Louis de Brunswic.

Je me hâte d'informer V.A.S. de ceci, pour qu'elle puisse faire donner à monsieur le général de Schwartsenberg les ordres qu'elle jugera convenables. J'ai fait copier le grand mémoire des griefsGa naar voetnoot4). J'en ai retranché les passages trop vifs. Il est remis au net. Demain nous concertons une conférence avec monsieur de la Bassecour,

[pagina 612]
[p. 612]

monsieur étant absent, et nous tâcherons de finir du mieux possible cette très désagréable affaire. Monsieur de Rhoon est parti hier pour Doorweerd, monsieur Charles Bentinck aujourd'hui avec sa femme. Ils resteront quelques jours à Doorwerth et se rendront de là en Overijssel. S.A.R. et peut-être monsieur le pensionaire auront mandé à V.A.S., comment le dédommagement du séjour de monsieur Charles à La Haye a été réglé.

voetnoot1)
Bij navraag in Brunswijk om een nader inventarisnummer bleek deze brief niet in het Niedersächsisches Staatsarchiv te Wolfenbuttel te berusten. De brief is echter ook niet aanwezig in het Brits Museum, Egerton collectie. Ongetekend stuk dat blijkens de volgende brief afkomstig is van De Larrey.
voetnoot2)
De twee burgers van Namen, wier uitlevering door Maria Theresia was gevraagd, nadat zij zich eerder had beklaagd over de hun door de Nederlandse commandant aangedane behandeling. Zie de brieven hierover in Archives IV, II, p. 142, 151 noot.
voetnoot3)
Baron von Schwartzenberg was commandant der staatse troepen geworden na het heengaan van de prins van Waldeck als zodanig in 1747.
voetnoot4)
Waarschijnlijk de memorie door Maria Theresia tegelijk met de brief d.d. 3 mei 1751 aan Willem IV gezonden. Daarin een opsomming van de gewelddaden der Nederlandse commandanten in de barrièresteden. Zie ibidem, p. 142.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 9 september 1751