Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het nachtegaaltje (1851)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het nachtegaaltje
Afbeelding van Het nachtegaaltjeToon afbeelding van titelpagina van Het nachtegaaltje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het nachtegaaltje

(1851)–S.J. van den Bergh, J.J.L. ten Kate, Jacob van Lennep–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Gedichtjes


Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]

Een aardig ventje.

 
Daar ging eens een ventjen al over de straat,
 
En hij droeg op zijn borst een ruiker.
 
Hij had er een hoedje van chocolaad,
 
En zijn haar was gespoten suiker.
 
En zijn wangen die waren van appelmoes,
 
Zijn lippen morellen, zijn neus een soes,
 
Elke tand een pepermentje,
 
Zijn oogen sucaden, in ijs gevat.
 
O! wat een aardig ventje was dat,
 
O! wat een aardig ventje.
 
 
[pagina 50]
[p. 50]
 
Wel kinderen! was 't niet de pijne waard,
 
Dat ventjen eens op te gaan zoeken?
 
Zijn hals was een abrikozentaart,
 
Zijn armen twee deventerkoeken.
 
En halletjes waren zijn handjes zoo fraai,
 
En hij liep op twee beenen van taai taai.
 
Voorzeker ik wed om een centje,
 
Je mogt er om loopen door dorp of stad,
 
Nooit zag je zoôn aardig ventjen als dat,
 
Nooit zag je zoôn aardig ventje.
 
 
 
Hij wandelde voort op zijn dooie gemak,
 
Al met bijzondere gratie:
 
Hij droeg een rokje van wafelgebak,
 
Met knoopen van speculatie.
 
Zijn schoenen die waren van witten drop,
 
En er blonken zwarte knoopjes op,
[pagina 51]
[p. 51]
 
En elke knoop was een krentje.
 
'k Wou, ik zijn adres maar geweten had,
 
Want nooit zag ik aardiger ventje dan dat,
 
Neen, nooit zag ik aardiger ventje.

J. v. L.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken