Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een vertelling uit het Drentsche boerenleven (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een vertelling uit het Drentsche boerenleven
Afbeelding van Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een vertelling uit het Drentsche boerenlevenToon afbeelding van titelpagina van Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een vertelling uit het Drentsche boerenleven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

Scans (10.93 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een vertelling uit het Drentsche boerenleven

(1933)–J.H. Bergmans-Beins–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XIX.

Zoo stil als de dagen in Luten huis wegglijden, zoo bedrijvig reien zij zich in het huis van Rieks Frieling aaneen. Voor Harm Luten en zijn vrouw gaan zij voorbij en laten altijd weer de leegte van het gemis achter. In Rieksen huis snellen zij heen en geven telkens weer de volheid van 't geluk. Stil alles omvattend geluk, geven ze deze vier menschen, die in groote eensgezindheid met elkaar werken en leven. Er is niet veel veranderd sedert Wiecher hun welkome huisgenoot is geworden. De opkamer, die met zijn beide vensters uitzicht geeft op het wijde landschap, is het slaapvertrek van Wiecher en Roelfien. Daar staat het kabinet, dat Wiecher meebracht bij het trouwen. Daarin zijn zijn kleeren geborgen en bewaart hij alles waaraan hij waarde hecht. Van de schuine deur van den kelder waarop een paar treden zijn gemaakt om de opkamer te bereiken, mocht Roelfien als kind zoo graag afglijden. Menigmaal komt haar dat in den zin nu zij 't trapje zoo vaak op en afgaat. Wiecher lacht er om en belooft haar, dat hij haar er nog wel eens af zal laten glijden, als ze 't zoo aardig vindt.

‘Och, nee,’ zegt Roelfien, ‘now niet meer, maor vrogger, doe ik nog naor schoel gung.’

‘En mensk giet al zien leven hen schoel, as ij 't maor weet'n wilt. Aal daag leer ij, dat giet niet over.’

[pagina 111]
[p. 111]

‘Hè, wat zin ij toch ien, zoo mien ik dat niet, maor as kind.’

‘O, as ik 't maor weet. Most zekgen wast mienst, dan bist in ienmaol klaor.’

Wiecher mag graag een beetje plagen en Roelfien laat zich altijd weer vangen en dat is koren op Wiechers molen. Vader Rieks lacht er om. ‘Hie hef er wil an,’ zegt zijn vrouw. Ze zitten met hun vieren om het vuur. Het schijnt over de vier menschen en hult hen in een rosse gloed. Het haar van Roelfien dat af en toe een lichtglimp krijgt, heeft een goudachtige glans. Wiecher kijkt er naar. Hij kijkt zoo graag naar haar. Hun oogen ontmoeten elkaar en een zachte glimlach glijdt over haar frisch gezicht. Onwillekeurig knikt ze tegen Wiecher en beiden denken aan die vele avonden in Luten huis, als ze naar elkaar keken in het zachte licht van de oude hanglamp. Beiden voelen een groot geluk om het bezit. En door hen beiden trilt een oogenblik een pijn om wat niet is. Peinzend staart Wiecher in het vuur. Even maar, dan is het voorbij en staan z'n oogen weer helder en ziet hij blijde naar de vrouw, die voor hem het leven beteekent. En Roelfien, gelukkig door de liefde van Wiecher, die haar gansche ziel vervult, is het oogenblik van pijn al weer vergeten.

Als de werkzaamheden buiten grootendeels zijn afgeloopen, is het October geworden. Het winterkoren is gezaaid en 's avonds haalt Wiecher een paar kruiwagens met spurrie of knollen in huis om de koeien op stal te voeren. De paardenstal is reeds lang in gebruik en naast elkaar staan de mooie zwartbonte koeien, door Rieks en Wiecher gekocht. 't Zijn van de beste, die er waren, daar was Wiecher op gesteld. Liever één minder, dan slecht vee. En waar Wiecher de boer is, dat wil Rieks zoo, werd hem hierin de vrije hand gelaten. Hij staat in de schuur en kijkt hoe de koeien hun koppen onder 't vreten op en neer bewegen. De kettingen

[pagina 112]
[p. 112]

rammelen tegen de palen waaraan ze vast gemaakt zijn. Dan schuren ze langs de palen en stooten hun neus in het voeder. Gestadig schuiven hun kaken over elkaar en Wiecher verheugt er zich in, zooals hij zich verheugt in het geluid van de forsche melkstralen door Roelfien in den emmer gemolken. De emmer vult zich en als ze bijna vol is, strijkt Roelfien de laatste rest langzaam en voorzichtig uit het leege uier. Dan zet ze de houten bank, waarop ze gegeten heeft, wat achteruit en haalt de emmer met schuimende melk naar zich toe. ‘Wat 'n emmer vol,’ zegt ze blij. ‘Kiek toch is, Wiecher, wat gef oes aold' nog 'n melk. D'r is nog gien beter bij.’

Wiecher neemt haar de emmer af en zet die in de schuur. Dan pakt hij de ‘melkenbank’ aan en zet die er naast. Roelfien komt uit de stal en neemt de melk mee naar de ‘geut’, waar ze gezeefd wordt. Wiecher komt haar na met een tweede emmer, die hij bij haar neer zet.

‘Jao,’ zegt hij, ‘wij hebt goed vee, d'r is gien ien slimme bij. En wat 'n mooi gezicht zun stal vol vee.’

‘Dat is 't. Ik mag d'r geern naor kieken. En as er zooveul melk van komp, dat is ok gien schao. Dan is 't mooi boeren. Veul melk gef veul botter.’

‘En doe wost zekgen, dat de botter het beste is? Dat is zoo, maor ij moet er ok veul veur kaarn.’

‘Dat is niks, dat mag ik wal doen, 't loont ok jao.’

‘Waacht maor is, as d'r nog is 'n febriek komt, dan bist vrij van kaar'n, dan döt die 't wark veur dij.’

‘Daachten ij, dat er wat van komm'n zul?’

‘Ik daacht wal, maor 't kan nog wal wat duren. Het giet niet zoo gaauw.’

Roelfien doet de melk door de zeef, onderwijl Wiecher naar de keuken gaat. Ja, zoo'n fabriek, die de melk laat ophalen of waar je ze maar kunt brengen, dat was wel mooi. Zoo melken en zoo weg brengen. En dan op 't eind van de week krijg je geld, zoo zegt

[pagina 113]
[p. 113]

men tenminste. Er is wel veel mee te doen om de boter zelf te maken. Karnen is geen gemakkelijk werk, maar Roelfien, die sterk en gezond is, doet het wel graag. En als er dan de mooie gele boter op drijft, in groote stukken, prijst ze het werk harer handen. Ze kent het goed, het boter bereiden. Uit Rieksen huis komt de beste boter en dat streelt de trots der boerin. Ze weet niet, of ze 't wel in elk opzicht mooi zal vinden, als er eens een fabriek kwam, die haar 't werk uit de handen zou nemen. Wiecher is er nog al voor en vele jonge boeren met hem. De ouderen vreezen, dat de kosten boven 't gewin zullen gaan; want ieder moet er aandeelen in nemen, wil hij zijn melk kunnen leveren. En hoe meer ze leveren, hoe beter het is. Veel melk brengt voordeel aan. Wiecher denkt, dat het in de ‘boervergadering’ wel besproken zal worden. 't Zou een heele verandering wezen.

Roelfien is klaar met haar melk en gaat ook in de keuken. Vader Rieks zit bij 't vuur, Wiecher staat er voor, terwijl moeder Annechien het avondeten gereed maakt. Ze doet het eten, dat 's middags is overgebleven en nu weer warm gemaakt, op de groote schaal, die midden op tafel staat. Voor elk legt ze een vork en mes klaar. Allen scharen zich om de tafel en eten gezamenlijk uit de schaal. Er wordt een boterham toe gegeten, door wie niet verzadigd is. Er is gauw opgeruimd en als ze allen vredig bij elkaar zitten, worden de gebeurtenissen van den verloopen dag besproken en het werk voor den volgenden vastgesteld. Moeder Annechien zet een kopje koffie en als de klok negen slaat, maakt men zich gereed om te gaan slapen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken