Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mysterieuze krachten in de sport (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mysterieuze krachten in de sport
Afbeelding van Mysterieuze krachten in de sportToon afbeelding van titelpagina van Mysterieuze krachten in de sport

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mysterieuze krachten in de sport

(1941)–Joris van den Bergh–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

[7]

Er zijn voorbeelden buiten de sport om, grepen uit het dagelijkse leven. En van dezulken houden wij in ons betoog.

Hebt gij nimmer beleefd, dat het gezelschap waarin gij verkeerdet, het over 'n zekeren Pieterse had en dat er toen iemand was die zeide: ‘Als die Pieterse kwaad wordt, dan is hij toch zo sterk!’

Wij kennen allen zo'n Pieterse. Als hij kwaad wordt, is Pieterse zo sterk als een beer.

De spieren van Pieterse zijn precies dezelfde substanties, of hij woedend is of niet, maar de physieke macht van Pieterse is in eens veel groter als hij woedend is. De spanning, de gemoedstoestand, stelt de spier in staat tot zijn allergrootste krachtsontplooiing.

Denk nu niet, dat het ons er om te doen zou zijn het opwekken van woede bij den athleet te prediken, ten einde hem tot hogere prestaties op te voeren.

Daargelaten nu nog de morele zijde van een dergelijke gedragslijn, willen wij er dit bij opmerken, dat woede een vorm van onbeheerste spanning, van een òverspanning is, welke niet alleen de nauwkeurigheidsdrang niet bevordert, doch deze drang zelfs radicaal kan vermoorden.

Woede leidt tot roekeloosheid, zij vergroft en zij zou dus uitsluitend bij een grove daad, bijvoorbeeld het verplaatsen van een zware last of de een of andere hardhandigheid als stimulans kunnen dienen.

[pagina 68]
[p. 68]

Maar voorts - en wij verwijzen naar het voorbeeld van den man met de halter, die in woede uitbarstte, toen iemand iets tot hem zeide op het moment waarop hij zich gereed maakte de halter te grijpen - wij herhalen: maar voorts komt het voor, dat woede precies averechts werkt en zelfs tijdelijke onmacht ten gevolge heeft.

Neen, het is er ons slechts om te doen door een voorbeeld uit het dagelijkse leven aan te tonen, dat de psychologische invloed op de physiologische werking tot ons aller gemeen goed behoort. En wij zouden met deze psychologische factoren op veel vertrouwelijker voet staan, indien wij ons meer met hen hadden geoccupeerd, indien wij meer acht op hen hadden geslagen en wij hadden getracht deze factoren te leren aanwenden. Iets dat door enkelen in de sport wèl werd en wordt gedaan.

 

***

 

Wij keren ons dus van de felle woede als ongewenste en gevaarlijke factor af om terug te keren tot de emotionaliteit, tot de gemoedsbeweging welke een geladenheid te weeg brengt welke, bij al haar aanvuring, toch beheerstheid overlaat.

Daarvoor het volgende simpele voorvalletje uit ons leven. Het is reeds lang geleden. In een Hollandse polder waren wij, vergezeld van enige goede kennissen, aan het vissen. Op zeker ogenblik kwamen wij voor een dwars-sloot, een flinke brede sloot, waar wij over moesten springen om het maken van een grote omweg, ter vermijding van een korenakker, uit te winnen.

[pagina 69]
[p. 69]

Wij wierpen onze hengel over de sloot en als ervaren slootspringers, die de gevolgen van het wegglijden van een zachte drassige wal aan den lijve hadden ondervonden, zochten wij voor onze afzet bij de sprong een goede harde kant uit. Wij namen een aanloop, maar terwijl wij die namen, kregen wij een gevoel van onzekerheid, zo iets van: je haalt het niet. En toch sprongen wij, en.... midden in de sloot. Zoals dat bij dergelijke situaties nu eenmaal het geval pleegt te zijn.... onze vriendelijke kennissen stonden te brullen van het lachen en toen wij uit de sloot waren gekropen, lachten wij mee. U kent dat. Doch zij bleven maar lachen en terwijl wij daar met rare moeilijke slobber-benen door de wei scharrelden, werden wij het mikpunt van hun spot.

Het was volle zomer en midden in het land begonnen wij ons te ontkleden, waarna wij onze kleren en ondergoed over een hek in de felle zon te drogen hingen.

Toen wij daar in ons ‘nakie’ bij de druipende kleren zaten, had het er veel van, dat onze goede kennissen een flauwte van het lachen zouden krijgen. Zij hielden elkaar vast om niet te vallen.

Al lachten wij ook zuur-zoet mee, toch begon er in ons iets te kriebelen. Zij bleven zich maar met ons pover figuur vermaken en toen onze kleren droog waren en wij ons begonnen aan te kleden, hielden zij aan de overkant van de sloot triomfantelijk en uitdagend ons vismandje, onze kanes, in de hoogte.

‘Nu zouden wij wel trek in een lekker zopie hebben!’

[pagina 70]
[p. 70]

Wij begrepen hun bedoeling. Zij loerden op een da capo. Ha-ha! het werd nu een beetje scherp in ons.

Wij regen onze schoenen vast, liepen met 'n vaart naar dat zelfde harde walletje, vanwaar onze sprong zoeven was mislukt en nu.... kwamen wij wel een meter ver op de overkant terecht.

Nu, geladen, hadden wij de sprong royaal gehaald.

Het lachen maakte nu plaats voor waardering.

‘'n Beste sprong, amice!’

Al vissende hebben wij toen over deze feiten nagedacht. Wat 'n idioot! zeiden wij tot ons zelven, je twijfelde aan het welslagen en je sprong tóch. Je kwam midden in de sloot terecht.

En de tweede keer liep je naar die sloot toe met de champagne van de gemoedstoestand in je lijf en sprong je er een overdadig stuk overheen.

Het heeft ons nooit meer losgelaten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken