Het Bouc van seden is een dertiende-eeuwse vertaling
van de Latijnse Facetus, ‘cum nihil
utilius’ (twaalfde eeuw). De tekst is een lange opsomming van
praktische en sociale leefregels, een etiquetteboek. De lessen staan in de
traditie van de hoofsheid. De Middelnederlandse versie was waarschijnlijk
bedoeld voor basaal moedertaalonderwijs (Meder 1994). De
geciteerde verzen openen de proloog (vgl. Brinkman en Schenkel
1997, p. 1144). Om het belang van zijn tekst kracht bij te zetten,
beklemtoont de auteur dat hij zich gebaseerd heeft op deugdelijke (lees:
Latijnse) scrifture en niet op de Franse ridderromans. Die
teksten staan ook bol van de leefregels, maar worden door de auteur van het Bouc van seden zowel vanwege hun taal (het leugenachtige
Frans) als vanwege hun fictionele aard als bedenkelijke literatuur beschouwd.