Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schat der gezondheid (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schat der gezondheid
Afbeelding van De schat der gezondheidToon afbeelding van titelpagina van De schat der gezondheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.73 MB)

Scans (38.19 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

Lia van Gemert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schat der gezondheid

(1992)–Johan van Beverwijck, Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Aderlaten

De mensen hebben, hoewel ze slim zijn, toch veel van de dieren kunnen leren en in dit onderdeel van de geneeskunst is het rivierpaard, een groot beest dat leeft in de Egyptische Nijl, onze leermeester geweest. Als dit dier merkt dat het door langdurige gulzigheid te veel bloed in zich heeft en ziek dreigt te worden, gaat het naar de oever van de rivier om een pas afgebroken, scherpe rietstengel te zoeken. Het drukt zijn lichaam erin, kwetst zo een ader in zijn dij en ontlast zich van het

[pagina 18]
[p. 18]


illustratie

overtollige bloed. Daarna wentelt het zich in de modder om de opening weer te sluiten.

Wat dit nijlpaard door zijn instinct van nature doet, blijkt voor de mensen bijzonder nuttig. Immers, niet alleen slecht bloed kan ziekte veroorzaken, goed bloed kan dat ook, als we er te veel van hebben. Zuivering is noodzakelijk wanneer men voelt dat het vlees gespannen is, de aderen dik opzwellen en gevaar lopen te barsten of ziekte te veroorzaken door ontsteking of verstopping. Als dit met laxeermiddelen niet verholpen kan worden, moet men overgaan tot aderlaten. Dit verzacht meteen de pijn en verlicht het belaste lichaam: verkwikt en wel zal het weer normaal functioneren. Verder krijgt hierdoor onze natuurlijke warmte meer lucht en gaan de gesloten wegen open, waardoor dreigende ziekten vermeden worden. Men moet bedenken dat aderlaten zowel het goede als het kwade bloed weg laat lopen. Bij slecht bloed moet men niet al te veel aftappen want de lichaamskracht is dan al zeer zwak en zal nog

[pagina 19]
[p. 19]

verder afnemen. In dat geval is het beter een geneesmiddel te gebruiken dat zuivert en alleen het kwade vocht afdrijft.

Of men veel of weinig moet aderlaten, hangt af van de kwaal en de toestand van de zieke. Als de ziekte ernstig is en de patiënt veel kracht heeft, moet men zoveel aftappen als hij kan verdragen. Als de ziekte ernstig is, maar de kracht gering, is het beter de laatste zoveel mogelijk te behouden en het bloed geleidelijk aan in etappes weg te zuigen. Op deze manier zorgt men ervoor dat er nog kracht overblijft om de geneesmiddelen te laten werken en zo de ziekte te overwinnen. Het is dus altijd veiliger eerder te weinig dan te veel af te tappen.

Hoe gevaarlijk bloedverlies kan zijn, blijkt uit het opmerkelijke voorval dat Willem van Oranje overkwam. In 1582 werd in Antwerpen met een pistool op hem geschoten. De kogel trof hem eerst onder het rechteroor en vloog, via het gehemelte, bij de linkerkaak weer zijn mond uit. Dit gebeurde zo snel en onverwacht, dat de prins zelf niet in de gaten had dat hij gewond raakte en dacht dat een gedeelte van het huis instortte. Zoals Van Meteren vertelt in zijn historisch verslag van deze gebeurtenis, leek de wond eerst goed te genezen. De aderen waren namelijk door de hitte van het vuur dichtgeschroeid - het pistool werd zo dicht bij het hoofd van de prins gehouden dat zijn haar in brand vloog - en het bloeden was daardoor gelukkig opgehouden. Na veertien dagen echter viel de korst van de wond en begon deze opnieuw te bloeden. De prins verloor zeker twaalf pond bloed, terwijl daar door aderlaten - om het bloed van de wond weg te leiden - nog eens twee pond bij kwam. Toen hij dood leek te bloeden, hielden de edelen op advies van de artsen om de beurt de opening van de ader met de vinger dicht, dag en nacht. Zo heelde de wond op den duur en de prins genas tegen de verwachting in, met meer geluk dan toen hij twee jaar later in Delft werd neergeschoten.

Het verdient aanbeveling ader te laten als de ziekte in het beginstadium is: de patiënt is dan nog het sterkst. Als hij daar-

[pagina 20]
[p. 20]

op kan wachten, is het beter eerst voorzichtig maag en darmen te zuiveren, maar aandoeningen als borstvliesontsteking en keelontsteking dulden geen uitstel. Bij kwalen die gaan en komen, zoals koorts, moet men nooit tijdens een aanval aderlaten want dan wordt het lichaam te zeer belast. Als men zuivert met het doel ziekten te voorkomen, is de morgenstond het beste tijdstip: bij zonsopgang wordt het bloed dunner en driftiger en loopt het dus gemakkelijker naar buiten. Het slachtoffer moet wel minstens een uur wakker zijn en het eten van de vorige dag goed verteerd hebben.

De plaats waar men de ader zal openen, moet eerst helemaal warm gewreven worden en vervolgens moet men de arm stevig afbinden om het bloed tegen te houden. Uit ervaring weten we dat men altijd moet binden boven de plaats waar men steken wil, maar de reden daarvan kenden we tot voor kort niet. Want als het gebeurde om het bloed van boven naar de band toe te trekken, zoals lang gedacht is, alsof het vanuit de holle ader via de oksels naar de arm komt, dan zou niet de ader die onder de band zit, maar die erboven meer bloed moeten geven. Dat blijkt niet zo te zijn en daaruit kan geconcludeerd worden dat het bloed vanaf het hart via de slagaderen, die het kloppen veroorzaken, door het hele lichaam gedreven wordt en dat het daarna weer via de aderen vanuit de verst verwijderde lichaamsdelen naar het hart trekt, om daar verdunning en vernieuwing te ontvangen. Dat blijkt ook als men het aderlaten wil stoppen: men zet de vinger niet boven de opening maar eronder. Dit komt door het circuleren van het bloed vanuit het hart, waarover meer te lezen valt in het Steenstuk.

Als men de bloeding gestelpt heeft en de band weggenomen, dan moet de opening met een sponsje schoon en droog gemaakt worden. Wanneer er bloed in de wond achterblijft, verhindert dat het dichtgroeien en kan ze weer opengaan of gaan zweren.

Men kan het bloed beter opvangen in een bakje van tin, zilver of aardewerk, dan in een van koper want daarin veran-

[pagina 21]
[p. 21]

dert het gemakkelijk van samenstelling en kleur en dan wordt het moeilijker een oordeel over de ziekte te vellen. Men moet ook niet één, maar meer bakjes gebruiken om de verschillen goed te kunnen zien. Allereerst bekijkt men de aard van het bloed. Taai bloed stroomt langzaam en hangt als lijm aan de vinger; goed bloed doet geen van beide. Dik en vast bloed stremt en stolt snel en veroorzaakt verstoppingen en daarmee samenhangende ziekten. Een langzame stolling duidt op dun bloed, maar als het meteen koud is en niet dik wordt, is het of helemaal waterachtig of bedorven. Dik en vast bloed kan men met moeite scheiden, dun bloed gemakkelijk. Bedorven bloed scheidt al bij de minste aanraking van het vlies dat er vaak op drijft: het loopt dan in kleine gedeelten, onderling meestal verschillend van kleur, uit elkaar. Veel geel water op koud geworden bloed betekent dat er stevig gedronken is of duidt op een zwakke lever, zoals bij mensen met waterzucht, of op verzwakte of verstopte nieren. Toch moet het bloed een beetje water bevatten want als het te dik is verspreidt het zich moeizaam door de aders en verstopt die gemakkelijk. Aan het schuim kan men zien welk vocht ontstoken is: bij rood schuim is dat het bloed, bij geel de gal, bij wit het slijm en bij bruin de zwarte gal.

Soms zit het bloed in een bepaald deel zo vast dat het noch door aderopening, noch door afdrijvende middelen weggezogen kan worden. In dat geval moet men het lichaamsdeel met aparte hulpmiddelen behandelen, zoals bloedzuigers, kervingen en koppen.

De bloedzuiger bijt niet alleen door de huid heen, maar gaat als deze teer is, bij voorbeeld bij kinderen, nog dieper en zuigt zo al het bloed weg totdat hij vol en gezwollen afvalt van het deel waarop hij neergezet was. Hij kan echter niet veel bloed trekken uit een harde huid of op plaatsen waar geen grote ader loopt. Daarom wordt hij meestal gebruikt om boven in de huid gelegen gebreken uit te zuigen, zoals schurft, puisten aan de neus of in het gezicht en dergelijke.

[pagina 22]
[p. 22]

Kerven is het doorsnijden van de opperhuid tot in de echte huid. Het ontlast alleen het geraakte deel, behalve als een ader gekwetst is. Het is een goed middel tegen de huidkwalen die men ook met de bloedzuiger kan behandelen. Daarnaast geeft het lucht aan plekken waar de natuurlijke warmte verstikt is, bij voorbeeld bij koudvuur.

Het kerven levert echter veel meer op als er op de plaats van de snee meteen een kop gezet wordt, die dan het bloed krachtig inzuigt. De term schijnt van de gelijkenis met het hoofd van een mens te komen. Zo zegt Hippocrates dat het hoofd op het lichaam staat als een kop die vele, van onderen opstijgende, dampen opneemt. De kop is een handig en ongevaarlijk hulpmiddel omdat hij geen kwade zaken op het lichaam overbrengt. Degenen die zich twee- of driemaal per jaar zo maar laten koppen, misdoen dus minder dan zij die, gezond en wel, uit slechte gewoonte een aderlating ondergaan en hun lichaam zonder noodzaak van bloed beroven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Alle de wercken, zo in de medicyne als chirurgie