Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schat der gezondheid (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schat der gezondheid
Afbeelding van De schat der gezondheidToon afbeelding van titelpagina van De schat der gezondheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.73 MB)

Scans (38.19 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

Lia van Gemert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schat der gezondheid

(1992)–Johan van Beverwijck, Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]

Geneesmiddelen

Inleiding

Omdat alle beweging en werking haar oorsprong vindt in verschil en strijd tussen de dingen die elkaars tegendeel zijn, heeft de natuur, toen ze de hele wereld aan gedurige verandering onderwierp, haar ook noodzakelijk allerlei soorten verschillen gegeven. Zoals ze de vier beginselen van alle dingen - vuur en water, lucht en aarde - tegenover elkaar stelde, heeft ze ook elk ding dat daaruit ontstaat iets tegenstrijdigs gegeven. Er kan daarom geen ziekte zijn waarvoor niet een tegenmiddel is, hoewel de geneeskunst ze nog niet allemaal gevonden heeft. Als patiënten niet genezen, ligt het meestal niet aan een gebrek aan medicijnen, die de goede God geschapen heeft, maar aan ons verstand, dat ze nog niet allemaal kent. Bijna geen enkele ziekte is in de grond ongeneeslijk, maar men kan eraan sterven doordat ze zich niets van de medicijnen aantrekt of doordat de krachten van de patiënt het begeven voor de middelen hun werk gedaan hebben. Ik zal nu kort het gebruik en de kracht van de verschillende soorten geneesmiddelen uiteenzetten.

Een medicament of geneesmiddel is van nature tegengesteld aan ons voedsel. Voedselsoorten als brood, vlees en ei lijken enigszins op de bestanddelen van ons lichaam en veranderen daar ook in terwijl ze het lijf voeden en laten groeien: ze verschaffen geen lichaamsvreemde bestanddelen. Als de voeding enigszins op het lichaam lijkt, maar daarnaast nog andere eigenschappen heeft waarmee ze het wel verandert, noemen we haar medicamenteus, bij voorbeeld sla, andijvie, sterke wijn, mispels en kweeperen. Maar als de bestanddelen van het voedsel geheel verschillen van ons lichaam en ook geen eigenschappen bezitten om het te veranderen, dan kan zo iets geen voedsel en ook geen medicament heten. Blijft over de categorie genees-

[pagina 44]
[p. 44]

middelen: middelen die van nature niet op ons lichaam lijken maar de gesteldheid ervan wel kunnen veranderen, hetzij door hun innerlijke balans, zoals pyretrum, hetzij door hun grondstof, zoals galnoot en aluin, hetzij door hun uiterlijk, zoals aloë. Er zijn twee soorten geneesmiddelen: de enkelvoudige of ongemengde, die zo in de natuur voorkomen, bij voorbeeld rozen en alsem, en de gemengde, met behulp van de geneeskunst vermengd uit de enkelvoudige, bij voorbeeld teriakel.

Sommige artsen, onder wie Guevara in zijn Spaanse brieven, menen dat men alleen de enkelvoudige middelen mag gebruiken omdat God alleen die voor de mens geschapen heeft. Als slechts één tegenvoorbeeld uit vele noem ik hier Spawater om te bewijzen dat God met Zijn buitengewone kunst ook gemengde middelen schiep: Spawater bestaat immers onder andere uit aluin, zwavel, salpeter, ijzer en zout. En zelfs al had God niet voor gemengde middelen gezorgd, dan nog zou Guevara's redenering niet opgaan: omdat vissen en andere dieren geschapen zijn zoals ze zijn, hoeft men ze nog niet zonder enige bereiding te eten! Ik wil evenwel niet ontkennen dat men geen gemengde medicijnen moet gebruiken als men het met enkelvoudige af kan: de kracht van de laatste kan dan beter tot zijn recht komen. Echter, niet elke ziekte heeft een enkelvoudig geneesmiddel tegenover zich en daarom moet men wel overgaan tot menging. Bovendien kan men zo enkelvoudige geneesmiddelen in kracht versterken en ze ook nog eens aanpassen aan de aard van de kwaal. De belangrijkste reden om te mengen is echter de verscheidenheid van ziekten. Gemengde kwalen kunnen alleen door gemengde middelen verdreven worden, want enkelvoudig staat tegenover enkelvoudig en gemengd tegenover gemengd en alles moet door zijn volstrekte tegendeel verjaagd worden.

Het mengen van geneesmiddelen luistert zeer nauw en soms gebeurt het helemaal verkeerd. Het is vooral dom en gevaarlijk veel ingrediënten van verschillende aard en werking bijeen te

[pagina 45]
[p. 45]

brengen. Zo worden zweetmiddelen of afdrijvers of opwekkers van menstruatie nogal eens gemengd met purgatoren. Dat gaat niet alleen tegen de leer van de oude geneesmeesters in, maar ook tegen het gezonde verstand: de genoemde medicamenten gaan elk hun eigen weg en moeten elkaar daarom wel hinderen als ze vermengd worden.

Aan de hand van de drie verschillende kenmerken of eigenschappen van de enkelvoudige geneesmiddelen worden ze in drie soorten verdeeld. Het eerste kenmerk betreft de balans van de elementen en het geneesmiddel wordt als heet, koud, vochtig of droog gekenschetst naar het element dat de boventoon voert. Echter, niet alles is bij voorbeeld even heet en daarom heeft men vier verschillende graden ingesteld. In de eerste graad werkt iets nog niet zo duidelijk, in de tweede al wat sterker, in de derde flink en in de vierde op z'n sterkst.

Het tweede kenmerk komt voort uit de materie van het middel gecombineerd met de kracht van de eerste eigenschap, de balans tussen de elementen. Sommige stoffen zijn dun en verspreiden zich gemakkelijk in het lichaam; andere zijn dik en taai, blijven onderweg hangen en dringen niet al te diep in de lichaamssappen door; de middelmatige soort houdt het midden tussen dun en dik. In combinatie met de eerste eigenschap levert dat het volgende op: hitte en droogte vermeerderen de kracht en de snelheid van een middel, kou en vocht vertragen hen. De tweede eigenschap van geneesmiddelen is dan uiteindelijk verdunnend, verdikkend, zuiverend, pleisterend, ruw- of gladmakend, openend, sluitend, trekkend, verdrijvend, wegstotend, verzachtend, verhardend, rijpend, verrottend, helend, vleesmakend, invretend, vliesvormend of brandend.

Een enkel voorbeeld. Peterselie is dun van stof en heet in de derde graad, opent van binnen de kleine wegen van het lichaam, verdrijft de dunne vochten en zet zo aan tot urineren en zweten. Ze verdunt de dikke vochten en op de huid gelegd opent ze die en trekt zo dampen en vochten uit het lichaam.

[pagina 46]
[p. 46]

Azijn is dun van stof en koud: binnen het lichaam opent hij ook de wegen, maar hij verdunt niet wat warm is. Op de huid stoot hij door zijn kou dingen van binnen verder terug en wel met meer kracht dan een middel dat koud en samentrekkend is want door zijn dunheid kan hij de kracht van de kou verder binnendrijven. Iets dat matig warm of koel is, zoals rozen en mirte, maakt de weke delen stevig en wordt versterkend genoemd; iets dat in de vierde graad heet is, zoals kalk of meekrap, vreet in, brandt en maakt een korst. Wat in de vierde graad koud is, zoals galnoten, verstopt inwendig de adermonden en sluit ze geheel, zoals het ook alle andere wegen verstopt en de lichaamssappen bovenmatig verdikt. Van buiten af maakt het de huid vaster en zorgt voor een vlies op een wond.

Het derde kenmerk komt niet voort uit de balans van de elementen of de grondstof, maar uit het middel in z'n geheel en is niets anders dan een verborgen eigenschap. Er zijn hier twee soorten: de afdrijvende en de veranderende. De afdrijvende trekken iets naar zich toe waar ze mee overeenkomen en werken ofwel op het gehele lichaam ofwel op een deel ervan. Voorbeelden zijn peterselie, bijvoet en hysop. De veranderende staan door een verborgen eigenschap lijnrecht tegenover het vergif in ons lichaam enveranderen het zodanig dat het ons niet meer kan schaden. Hiertoe behoren citroenzaad en mithridaat - nuttig bij besmettelijke ziekten als de pest - en verder middelen die op een bepaald lichaamsdeel werken, zoals salie op het hoofd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Alle de wercken, zo in de medicyne als chirurgie