Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schat der gezondheid (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schat der gezondheid
Afbeelding van De schat der gezondheidToon afbeelding van titelpagina van De schat der gezondheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.73 MB)

Scans (38.19 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

Lia van Gemert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schat der gezondheid

(1992)–Johan van Beverwijck, Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De taak van de nieren

Anatomen beweren nogal eens dat de natuur ons twee nieren heeft gegeven opdat het water bij verstopping van de ene door de andere zou kunnen lopen. Dat valt echter moeilijk te geloven. De overeenkomst tussen de twee nieren zorgt ervoor dat bij ziekte van de ene vaak ook de andere aangetast is. Al doen ze allebei hetzelfde werk, dat betekent nog niet dat de ene de andere kan vervangen: ze moeten samenwerken om een zwaar

[pagina 124]
[p. 124]

karwei te klaren. Ik heb vaak gezien dat beide nieren tegelijk ziek waren en denk dat onze lichaamsbouw de reden is dat de natuur ons twee nieren heeft gegeven. Als er maar één nier was, zou ze erg groot moeten zijn en het lichaamsevenwicht verstoord hebben, tenzij ze op de ruggegraat lag.

De nieren lijken op halve manen en nog meer op Roomse bonen. Ze bestaan volgens Galenus uit hard en vast vlees, omdat anders de urine er al te vlug uit zou lopen en om te voorkomen dat scherp water ze kapotbijt. Toch komt dit laatste voor. Vaak is er dan een scherp steentje in de nieren aanwezig, zoals Mercatus schrijft over Jeronimus van Roda. Toen deze op het punt stond naar Nederland af te reizen, werd hij overvallen door een hevige pijn, die veertig dagen aanhield. Er zat een gemeen steentje in zijn rechternier, dat zich door geen enkel middel liet verdrijven. Ten slotte loosde hij het - het leek op een dadel - en daarna was hij drie jaar van de pijn verlost. Toen kreeg hij opnieuw last, nu in de linkernier. Met veel moeite loosde hij na veertig dagen opnieuw een steentje. Nu was de pijn wel over, maar de kwaal niet. Drie dagen later kon hij niet meer urineren. De artsen dachten dat zand of steen en slijm een verstopping veroorzaakt hadden, wat niet onwaarschijnlijk was gezien zijn aanleg en nogal onregelmatige levenswijze. Niets hielp meer en na dertig dagen overleed hij. Bij sectie bleken de nieren doorboord en werd er nergens zand of een andere verstoppingsoorzaak gevonden. De gaten moeten dus veroorzaakt zijn door de steentjes die hij met zoveel moeite kwijtgeraakt was, schrijft Mercatus.

[pagina 125]
[p. 125]


illustratie
a De stam van de grote lichaamsslagader; b De stam van de onderste holle ader; cc De nieren; dd De kleine aderen; ee De urineleiders; ff De aderen die in verbinding staan met de teelballen; gg De slagaderen die in verbinding staan met de teelballen; i De blaas; kk De zaadafvoerende vaten; l De ringspier van de blaas; m De mannelijke roede; nn De teelballen.


[pagina 126]
[p. 126]

Ik kan echter niet geloven dat de ene nier drie jaar lang al het werk gedaan heeft, terwijl de andere al doorboord was. Het bloed wordt volgens mij door de kleine aderen in beide nieren gedreven en bij Roda zou de waterigheid dan meteen in de buik moeten zijn gelopen door de gaten in een van de nieren. Ongetwijfeld is dit in die laatste dertig dagen gebeurd en dat hij toen niet kon urineren kwam niet door een verstopping, maar doordat het water in de buikholte in plaats van in de blaas liep.

Men is het erover eens dat de functie van de nieren het lozen van overvloedig vocht is. Ik wil hen niet van deze edele taak beroven, maar kan toch niet geloven dat dit hun enige werk is. Ik heb het gevoel dat ze helpen bij de aanmaak van het bloed. Of men dit laatste nu, zoals Vesalius en Joubert, alleen aan de aders toeschrijft, of alleen aan de lever, zoals Argenterius doet, of met Galenus aan allebei, de nieren mag men hierbij niet uitsluiten: ze zitten vol aderen en hun vlees lijkt op dat van de lever. Volgens mij moeten ze het bloed koken en zo onnuttige wei ervan afscheiden. Iedereen is het erover eens dat de nieren het bloed met wei vermengd binnenkrijgen. Verder vinden we al slecht bloed als alleen maar de nieren iets mankeert. De conclusie moet dus wel luiden dat de nieren betrokken zijn bij de aanmaak van ons bloed.

Ik zal hiervan een voorbeeld geven, dat ik onlangs gezien heb. De broer van de beroemde dominee Voetius kreeg, na een ziekbed van acht jaar, waterzucht. In zijn laatste maand klaagde hij over pijn aan beide kanten van de bovenbuik en over druppelpis. Na zijn dood werd, zoals hij bevolen had, sectie verricht: het bindweefsel aan de binnenzijde van de buikwand was helemaal bedorven en op vele plaatsen verhard, op sommige zelfs zo hard als bot. Uit het buikvlies kwam veel etterig, geel water. In de rechternier zaten vier kleine rode zandsteentjes aan elkaar geklonterd plus één bijna zo groot als een hazelnoot. De grootste steen zat echter in de urineleider en kleefde vast aan een die nog in de nier stak. De linkernier was vergroot,

[pagina 127]
[p. 127]

slap en zacht en helemaal vol etter. Op de bodem van de vlezige blaas lag een steen zo groot als een okkernoot, vastgekleefd in wit slijm. Hart, lever en milt waren in orde, maar de longen zaten vol etter. De oorzaak moet in de nieren gezocht worden, die de longen - de kwetsbaarste delen - via het bloed aangetast hebben. Dit bewijst dat ook de nieren dienen om bloed te maken.

Ik denk dat het nog onzuivere bloed onophoudelijk in de nieren gedreven wordt door de beweging van het hart. Na de zuivering wordt het door de slagaderen in de aderen gedreven en gaat het via de kleine aderen terug naar de holle ader en wordt het naar het hart getrokken. Dit leid ik af uit een leer die weliswaar nieuw is, maar minstens even voortreffelijk als vele klassieke doctrines. Ze komt van William Harvey, arts van koning Karel van Engeland.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Alle de wercken, zo in de medicyne als chirurgie