Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schat der gezondheid (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schat der gezondheid
Afbeelding van De schat der gezondheidToon afbeelding van titelpagina van De schat der gezondheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.73 MB)

Scans (38.19 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

Lia van Gemert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schat der gezondheid

(1992)–Johan van Beverwijck, Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De bevalling

Alle andere dieren telen en werpen in het algemeen hun jongen enkel in een bepaalde tijd van het jaar. Maar bij de mensen gaat het heel anders, die houden geen rekening met jaargetijden, maanden, dagen of uren. Bovendien, als de dieren korter in de baarmoeder blijven dan de bedoeling is, sterven zij. Maar bij vrouwen ligt het tijdstip van de verlossing niet zo vast en zij kunnen op verschillende momenten hun kinderen baren, hoewel niet elk tijdstip daarvoor even geschikt is en ook invloed uitoefent op de levenskansen van het kind. De ervaring leert dat een kind onder de zes maanden niet oud wordt, dat er pas vanaf de zevende maand levenskansen zijn en dat de zwangerschap zich kan uitstrekken tot elf maanden. De natuurlijke geboorte heeft nochtans meestal aan het eind van de negende en het begin van de tiende maand plaats.

Als het kind voldragen is, blijft er niets anders te wensen

[pagina 159]
[p. 159]

over dan dat de bevalling voorspoedig verloopt, waaruit evenzeer het wonder van de natuur en Gods almachtige wijsheid blijkt als uit de bevruchting zelf. De beste Arabische geneesheer, Avicenna, schrijft dat de dingen die bij de geboorte gebeuren Gods geheimen zijn. Het is immers vreemd dat dezelfde kracht die de vrucht schept en laat groeien daarna ook wonderbaarlijk probeert het kind uit te stoten, zodat een en dezelfde zaak zonder eronder te lijden geheel in haar tegendeel verandert.

Nadat de baarmoeder negen maanden vast gesloten is geweest, probeert ze zich van haar last te ontdoen zodra ze merkt dat de vrucht voldragen is en alle lichaamsdelen stevig en sterk zijn. Het kind wil niet langer in de nauwe buik opgesloten zitten, maar probeert in de vrije lucht te komen. Daartoe beweegt het handen en voeten en breekt het al springend en spartelend de vliezen.

Bij deze strijd, vaak arbeid genoemd, heeft de moeder het zeer benauwd, ja meer dan andere dieren en dat is een straf voor haar zonden. Bovendien spelen natuurlijke factoren een rol. Ten eerste zijn vrouwen veel teerder, banger en kleinzeriger dan de wijfjes van alle andere dieren, die sterk en moedig zijn. Voor de verlossing nu is moed en kracht nodig. Ten tweede zijn vrouwen veel met zichzelf bezig, maar als het op de bevalling aankomt, staan ze vreemd te kijken omdat ze niet gewend zijn pijn te lijden. Daarbij eten ze vaak ongezond, waardoor ze veel slecht vocht verzamelen. Dat veroorzaakt een lastige kortademigheid. Ten derde is het hoofd van het kind groter dan de rest van zijn lichaam. Het hoofd komt het eerst naar buiten en zorgt voor een grote opening, maar ook voor scheuring en veel pijn. Bij het eerste kind voelt men dit door de onwennigheid het ergst, ook oudere vrouwen hebben er veel last van.

[pagina 160]
[p. 160]

Omdat we het nu over de bevalling hebben, zullen we iets zeggen over de vroedvrouw. De dagelijkse ervaring leert dat veel vrouwen bevallen zonder haar hulp. Ik heb begrepen van een vrouw uit Dubbeldam, die enige tijd in Ierland gewoond heeft, dat de vrouwen daar een paar buurvrouwen te hulp roepen en dat het kind geboren wordt zonder dat er een deskundige vroedvrouw bij is. Zo schrijft Aristoteles over de vrouwen in Ligustrië dat zij zonder pijn baren en vrijwel meteen na de bevalling weer aan het werk gaan. Linschoten verhaalt over zijn Indische reizen dat een Canarijnse vrouw meteen na de geboorte het kind waste en direct met haar dagelijkse bezigheden verder ging.

Toch weten we uit de bronnen over de moeder van de wijze Socrates en over rechtszaken dat er al in de oudheid vroedvrouwen waren. Volgens Plato en Galenus hadden zij van oudsher drie taken. De eerste was de man aan de vrouw te koppelen en te beoordelen of zij als paar goed genoeg waren om fraaie kinderen voort te brengen. Vandaag de dag ziet men dat sommige echtelieden geen kinderen krijgen, hoewel uit hun eerdere levensjaren blijkt dat ze beiden vruchtbaar zijn. Om zo'n ongeluk te voorkomen, hadden ze vroeger de vroedvrouwen. Zij beoordeelden of man en vrouw in lichamelijke gesteldheid genoeg overeenkwamen om een vruchtbaar huwelijk op te leveren. Dit zou erg handig zijn bij koningen en prinsen, maar onze vroedvrouwen verstaan die kunst niet.

Hun tweede taak was de vrouw in barensnood bij te staan, haar kind te verzorgen en medicijnen te verstrekken. Dit laatste doen ook sommige van onze vroedvrouwen, maar vaak tot hun eigen schande en tot grote schade voor de moeder. Haar ambt was vooral met de hand de bevalling uit te voeren en het kind bij de geboorte te begeleiden. Dat mocht men niet doen als men zelf geen kinderen had want alleen door volledige kennis en ervaring kan men wijs en bekwaam genoeg zijn om dit bij de hand te hebben, zoals Plato terecht zegt. Ook werd de vrouw

[pagina 161]
[p. 161]

pas tot het ambt toegelaten als ze zelf geen kinderen meer kreeg, omdat het voor een zwangere vrouw erg moeilijk is anderen bij de bevalling en de kraam te helpen.

Ten derde bepaalden vroedvrouwen of een vrouw bevrucht was. De wet beveelt dat drie ervaren vroedvrouwen met een goede reputatie daartoe de buik van de vrouw moeten onderzoeken.

Later hebben de vroedvrouwen zich nog een andere taak aangemeten: ze bepalen of een jong meisje nog maagd is. Al houden de artsen de tekenen hiervan voor onzeker en bedrieglijk, zij weten er wonderbaarlijk over te oordelen en heel wat voor den dag te halen. Uiteindelijk snijdt dit niet zoveel hout omdat zij hun kennis op losse gronden baseren en niet geschoold zijn in de echte ontleding van het geheim van de vrouwen. Het is dus meestal bedrog als de vroedvrouwen de mensen wijsmaken dat ze kunnen beoordelen of een meisje maagd is of niet.

Het is maar het beste dat vroedvrouwen zich aan hun echte taak wijden, dat wil zeggen de bevalling begeleiden. Dat kunnen ze alleen doen als ze deskundig zijn en daarom heeft de magistraat van Dordrecht terecht geboden dat in deze stad alleen vroedvrouwen mogen werken die door de examinator - waarvoor hij mij heeft uitgekozen - met bevredigend resultaat ondervraagd zijn. De Spaanse arts Gallego klaagt niet zonder reden dat dit in Spanje niet gebruikelijk is en dat men daarom door veel ondeskundige vroedvrouwen geplaagd wordt.

Zo'n vroedvrouw, de term betekent dat ze wijs is, moet bij de bevalling verstandig zijn en niet schrikken als de vrouw door de sterke weeën bang en slap wordt. Daarop volgt namelijk gewoonlijk de bevalling, zoals ik nog vorige week bij mijn eigen vrouw zag. Die slapheid kan geen slecht teken zijn omdat ze niet veroorzaakt wordt door kwade dampen of scherpe vochten, maar enkel door het kind dat na negen maanden opsluiting nu de vrijheid zoekt en met het hoofd, dat het zwaarste weegt,

[pagina 162]
[p. 162]

naar beneden buitelt. Het stoot daarbij tegen de maag en daar door voelt de vrouw zich niet goed, maar dat gaat snel over. Als het kind met het hoofd naar beneden geboren wordt, kunnen de andere ledematen ongehinderd volgen: dat is de natuurlijke bevalling. De oude gewoonte om de doden met de voeten vooruit ter aarde te dragen komt hiervandaan: de dood staat immers recht tegenover de geboorte.

Direct na de geboorte moet het kind van de navelstreng gescheiden worden, of het nu om een jongetje of een meisje gaat. Het afhangende stukje moet men in een linnen doek winden, opdat het door zijn kou het kind geen buikpijn bezorgt. De doek moet zo lang blijven zitten totdat het stukje vanzelf rot en afvalt. Na de behandeling van de navel moet de vroedvrouw het kind meteen reinigen van het vuile slijm dat de gehele huid bedekt. Het beste is dit te doen met lauw water, eventueel gemengd met wijn. Daarna smeert men het lichaam gewoonlijk in met gesmolten boter of een olie van zoete amandelen.

Aldus gewassen en ingesmeerd, moet het kind zachtjes in de luiers gelegd en gebakerd worden. Dit luistert tamelijk nauw omdat de tere, zachte ledematen meegeven en buigen en door slecht bakeren krijgt het kind vaak een misvormd lijf, kromme benen en andere gebreken. Hier te lande worden de kinderen van top tot teen in de doeken gelegd en in het begin worden ook armpjes en beentjes in zwachtels gewonden. Zo zijn alle ledematen beschermd en kunnen ze niet kromgroeien. Men moet vooral goed op het hoofd letten want de weke hersentjes vatten zeer gemakkelijk kou, wat een chronische ongezondheid tot gevolg heeft. Ik heb het vreemde verhaal gehoord dat kinderen van Nederlanders in Oost-Indië allemaal vroeg stierven omdat ze het broeien in de luiers niet konden verdragen. Pas onlangs is gebleken dat ze, als men ze op de manier van de inheemsen ongebakerd laat, erdoorheen komen en kloek en sterk worden.

Het gebakerde kind moet men niet terstond kwellen met zaken als wijn, mithridaat en teriakel, evenmin met rozensi-

[pagina 163]
[p. 163]

loop of andere laxerende drankjes, zoals vaak gebeurt: de eerste moedermelk kan hier net zo goed, ja zelfs veel beter, voor zorgen.

De moeder moet eerst met het hoofd en de voeten iets omhoog gelegd worden en men moet de buik zwachtelen met een klein, dubbelgeslagen tafellaken om de baarmoeder op haar plaats te houden en opdat ze de vuiligheid gemakkelijker kwijtraakt. De baarmoeder mag geen wind vangen want daardoor zwelt ze hevig op en worden de aderen, waarlangs de zuivering moet geschieden, afgesloten. Hierop volgen pijn, krampen, koorts en andere nog ernstigere kwalen, zoals ik bij verschillende vrouwen gezien heb.

Drie of vier uur na de bevalling mag men de moeder wat kippesoep geven en daarna pas mag ze slapen. Deur en ramen moeten goed dicht zijn, zodat er geen wind en weinig licht binnenkomt. Sommigen hebben de slechte gewoonte de moeder meteen met veel eten te kwellen met het argument dat de baarmoeder nu leeg is en gevuld moet worden. Maar de baarmoeder stoot enige dagen na de bevalling de nageboorte af en trekt daarna samen, zodat er geen leegte overblijft en er dus ook geen vulling nodig is. Als ze al iets zou willen, zou dat niet uit de voorraadkast komen en het andere komt niet te pas zolang de kraamtijd duurt! Tijdens de eerste dagen moet de vrouw niet te veel eten want daardoor verergeren koorts, pijnlijke tepels en dergelijke. Omdat ze heel wat kwijtgeraakt is, mag men haar na de eerste zeven of acht dagen meer voeden en nog meer wanneer ze zelf zoogt.

Op deze wijze verloopt gewoonlijk de natuurlijke bevalling. Soms echter gebeuren er onverwachte dingen en is ze zeer zwaar, zodat de vrouwen ten einde raad zijn. Dan moet men naast God zijn toevlucht nemen tot de artsen. Ons doel is immers altijd te hulp te komen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Alle de wercken, zo in de medicyne als chirurgie