Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ballade van de vleermuis (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ballade van de vleermuis
Afbeelding van De ballade van de vleermuisToon afbeelding van titelpagina van De ballade van de vleermuis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.18 MB)

Scans (41.33 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ballade van de vleermuis

(1925)–Martien Beversluis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Eerste zang

 
't Is onder schaduw van beblaarde takken,
 
of achter luifel van verlaten straat,
 
een duistre vlinder aan de kale vlakken
 
van lage schuren in vervallen staat,
 
't is daar waar niemand langsgaat dan de kilte,
 
wat wind, wat schaduw, saam tot lauwe vlaag,
 
tot blinde spiegel van de lichte stilte
 
der zomerdagen die staan uitgelaaid,
 
waar zij, de vleermuis, als een blad aan strakke
 
rusthoek is eenzaam aangewaaid.
 
 
[pagina 10]
[p. 10]
 
Ze lijkt de muurpen die de steenen saamklemt,
 
de zwaluwstaart wel van vermolmd stuk hout,
 
een grauwe vochtvlek of het mos dat aanzwamt,
 
ze lijkt de steen wel even stil als oud;
 
geen zonnewaaier die voorbij zal streelen
 
en haar verwekken tot een vlucht in 't licht,
 
want het blijft scheemring en haar vlerken deelen
 
geen andere wissling dan een diepere schaûw,
 
dan slechts de adem die het leven aandampt
 
van dauw tot dauw.
 
 
[pagina 11]
[p. 11]
 
De morgenschemer en 't gevlam der kimmen,
 
slapende bloemen die geen winden schennen,
 
zijn haar bij 't zwerven als verkilde schimmen
 
waarlangs zij blind scheert zonder één herkennen.
 
En wie haar gaan ziet langs de leege wegen
 
onder den hemel als een bleeke zweem
 
vergeet haar weer of denkt haar klevend tegen
 
een klamme kerkmuur, aangevlerkt als haat,
 
en schuwt haar hulploos slap'aan teere pennen
 
als angst en kwaad.
 
 
[pagina 12]
[p. 12]
 
Laat in den avond als de boomen bukken
 
hun kronen dieper tot inwendigheid,
 
en staan als vaster en als breede stukken
 
van kracht in 't hoogs der onbestendigheid;
 
als late nagloed nog de lucht doorluistert
 
waarin de sterren siddren bleek en ijl,
 
is 't of haar vliezen aan den steen gekluisterd
 
bewegen even.... tot.... in steilen kans
 
ze ruglings loslaat als een fel wegrukken
 
uit dood tot dans.... tot dans.... tot dans.
 
 
[pagina 13]
[p. 13]
 
Dan.... hoe ze wegzwerft over huis en hagen
 
verblind en wanklend in onhoorbre tocht,
 
de muren vlaklangs en de lage kragen
 
der heesters en der hooge popels, bocht
 
na bocht omfladdrend of ter aarde dalend,
 
diep neergetuimeld in onrustige vaart,
 
en opwaart werpend zich, in zwieren dwalend,
 
de gouden luchten zwijgende doorzwingt,
 
gelijk een vogel met verwarde slagen
 
haar nest omkringt.
 
 
[pagina 14]
[p. 14]
 
O! hoe ze oprukt in verdwaasd geveder
 
van kant'ge vleugels tot den hoogsten kruin,
 
O! hoe ze afzwenkt en schuinaf terneder
 
stort in de diepte van een donkre tuin;
 
en in den bogert tusschen de pilaren
 
der korte boomen om en om blijft waren,
 
d' omfloerste toortsen van de perelaren,
 
tot ze weer eensklaps tot den sterrenklaren
 
nachthemel opklimt als een lamme worp,
 
en over 't koren onder schaduwzware
 
lanen van popelen komt uitgevaren,
 
en als een nachtuilvlinder om lantaarn
 
zwaait om 't verlichtte dorp.
 
 
[pagina 15]
[p. 15]
 
Zoo zwerft een sneeuwvlok op de zeer ontzinde
 
Decembernachtstorm over aarde's vlak,
 
zoo danst het blad weg der Novemberlinden,
 
zoo zijn de wegen der onzichtbre winden
 
na diepe stilte voor de donder brak;
 
zoo neemt de twijfel en 't gezweept verlangen,
 
door nachtlijke uren haar gejaagde gangen,
 
tot in den morgen voor lichts wederkeer,
 
ze nederkomend van een raadloos dolen,
 
de stille rusthoek vindt waar ze verscholen.
 
gelijk een klacht hangt en aan God bevolen,
 
en wenscht niet meer.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken