Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bibeb & VIP's (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bibeb & VIP's
Afbeelding van Bibeb & VIP'sToon afbeelding van titelpagina van Bibeb & VIP's

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.35 MB)

Scans (11.62 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/interview(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bibeb & VIP's

(1965)– Bibeb–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

Rik van Looy
De zenuwen moeten gans zijn opgejaagd

In een straat, rijk aan ‘kapellekens’ waarin men in het licht, achter half geopende luxaflex, silhouetten ziet van wachtende, kaartspelende juffrouwen, ging ik een klein Antwerps café binnen. Even voordat Patriek Sercu (liefhebbersprinter) wereldkampioen werd. Patriek, 19 jaar en 2 maanden, werd met geweld aangevuurd door de waardin en de pintjes drinkende mannen. Een krachtige oude sprong, de vuisten gebald, tot bijna in de beeldbuis toen Patriek over de eindstreep kwam en het enorme lawaai uitbrak. De Brabançonne werd gespeeld en Patriek stond op het erepodium te Luik, met zijn boeket. ‘Wat zou die nou denken,’ zei de waardin en de mannen zeiden dat hij schoon had gereden.
Een week later werd er ‘ne valserd, lafferd’ geschreeuwd, en dat niet alleen, toen Benoni Beheyt op het erepodium te Ronse zijn boeket omhoogstak, terwijl Rik van Looy, het gezicht zeer bewolkt, het zijne weggaf aan wie achter hem stond, in het gedrang. Waarna de Brabançonne klonk. Dat was het dramatische einde van de strijd om het wereldkampioenschap op de weg voor beroepsrenners.
De jonge ‘veelbelovende renner Benoni Beheyt,’ die evenals z'n collega's van de Belgische ploeg - tegen, men zegt, voor ieder 50.000 franken - beloofd had om alles te zetten, niet op de eigen overwinning, maar op die van Rik, had zijn opdrachtgever verslagen. En wel nadat hij hem twee maal bij de trui had gepakt. Van Looy diende een klacht in, die werd verworpen, omdat hij zelf van zijn baan was afgeweken. Na enige dagen volstrekt onbereikbaar te zijn geweest, bekende Van Looy in Frankrijk dat hij Benoni Beheyt ten koste van alles had willen beletten te winnen.
[pagina 81]
[p. 81]
‘Ik heb’, zei hij, ‘opzettelijk over de volle breedte van de weg geslingerd. Sinds enkele minuten vermoedde ik wat Benoni van plan was en ik wou hem niet laten profiteren van z'n bedrog. Als het een andere renner was geweest, zou ik mijn lijn hebben aangehouden zonder te proberen hem lastig te vallen.’

Herentals ligt ongeveer een klein uur rijden (per trein) van Antwerpen. In het hart is een plein, met een roze muziektent, voor de kerk staat een uit steen gehouwen jongen, de mond wijd open, de arm geheven. Een monument ‘opgedragen aan de helden van de boerenkrijg 1798-1898.’ Als het mooi weer is, zitten (vooral) oude mensen op rechte stoelen voor hun deur, op de stoep. Tegen zes uur komt er een stroom jongeren uit de richting van het station en daarna kun je nog maar om de 2 uur naar Antwerpen, met de trein althans. Er zijn etalages waarin houten wandbordjes liggen. Daarop leest men zinnen als ‘Vader is de beste vriend op aarde’ en ‘Blijf Vlaming wie God Vlaming schiep’.

 

In een perk staat een lichtblauw kastje, waarin een madonna, omringd door zeer kleine poppetjes met vleugels, elk met een ongelofelijk klein wit harpje.

Rik van Looy woont in Herentals. Z'n huis is groot, modern, spectaculair, zijn auto is het ook. Van Looys manager probeerde het mij beloofde interview te verhinderen. Maar toen ik mevrouw Van Looy mijn pocket gaf met interviews in Parijs en met de foto van Brigitte Bardot op de kaft, kwam haar man even later de trap af.

In die dagen las men in alle kranten dat Rik, de grote favoriet, de keizer, in topvorm was. Ik sprak hem de dag voordat hij naar Ronse ging. Plaats van handeling is de hal van zijn huis, vanwaar een trap leidt naar de woonruimten.

We zitten naast elkaar, het gezicht (tenminste als we niet opzij kijken) gewend naar de trap waarop straks enkele figuren, die belangrijk zijn in z'n leven, zullen verschijnen.

Ik noteer mijn eerste milde gevoelens: een aardige jongen, lang,

[pagina 82]
[p. 82]

niet dik, bruin haar geknipt op z'n kort Amerikaans, bruine ogen. ‘Dus’, zegt hij, ‘u schrijft een boek.’

Ik leg hem uit wat ik wel doe en vraag hoe het gaat met z'n sleutelbeen, want dat is na zijn laatste val voor de tweede keer gebroken.

‘Het zal wel gaan’, zegt hij. ‘Zo gauw zijn ze niet van me af.’ En hij tast onder z'n hemd.

Nu komt er iemand de trap af, het blijkt een zwager. Hij raadt me aan zo gauw als het kan te vertrekken. Op mijn antwoord roept hij geïrriteerd: ‘Schrijf dan maar dat als ge 10 jaar in dit milieu zit, het u begint te malen.’

 

‘Ik weet niets van wielrennen,’ zeg ik tegen Rik. ‘Ik heb alleen Patriek Sercu op de tv gezien.

rik: ‘Hij is 19. Ik denk dat ik nog drie, vier jaar koers. Ik ben nu 29, tien jaar beroeps. Als ik tot mijn 38ste wacht, is meer dan de helft van je leven weg en een beetje van je leven mag je nog wel hebben. Wij hebben niks.’

ik: ‘Niks?’

rik: ‘Nee. Een voetballer kan tot z'n veertigste doorgaan, die heeft meer vrije tijd. Maar op slechte dagen in de winter moeten wij nog op de piste rijden. Het is een slechte stiel. Altijd verplichtingen, altijd zorgen. Het publiek verlangt altijd meer. Of het een kleine koers is of een grote, het publiek komt zien of de vedettes goed zijn. Een voetballer die een slechte dag heeft, kan zich wegsteken achter tien anderen.

Wij niet. Wij moeten geconcentreerd zijn op het wielrennen, op niks anders. Dat is moeilijk. Dat is niet voor een leven lang. Het publiek is ondankbaar, gaat het slecht, dan fluiten ze je uit. Er zijn te veel vedettes, ze kunnen overschakelen op een andere vedette. Dat is de moeilijkheid van de stiel.’

Er komt een mooi meisje de trap af. Ze is degene die samen met mevrouw Van Looy fan-mail beantwoordt. Tweehonderd brieven per dag. ‘Ze vragen om foto's, om truien, om velo's.’

ik: ‘De renners met wie u dat akkoord voor Ronse hebt gesloten, moeten u helpen winnen?’

rik: ‘Als ik win, krijgen ze de vergoeding.’

‘Hoeveel?’

[pagina 83]
[p. 83]

Zwijgt.

‘Maar als ik zondag word geklopt, dan kan ik zeggen: dat komt omdat er betere waren dan ik, maar dan weet ik dat ik de nederlaag niet aan me zelf te wijten heb, dat ik alles heb gedaan. Ik ben niet bijgelovig, ik rijd wel nr. 13. Geloof in je eigen moet je hebben.’

ik: ‘Wat is nou het moeilijkst in zo'n wedstrijd als die in Ronse?’

rik: ‘De renners maken het zich zelf moeilijk. Als ze samen zouden rijden, de 200 km tot op de laatste 50, dan zou het beter zijn. Maar dan is het publiek niet tevreden. En wat moeten de reporters schrijven over 200 km wandeling en maar 50 km trapvoering?’ Mevrouw Van Looy (klein, blond, zenuwachtig) gaat naar boven met een meisje van een jaar of acht.

rik: ‘Ze is een goede vrouw voor een wielrenner.’

ik: ‘Wat is dat, een wielrenner?’

rik: ‘Dat is iemand die niks kan doen, niet uit dansen kan gaan, niet drinkt, niet mee naar het bos kan en niet mee kan zwemmen. Ik kan misschien zes keer in een jaar gaan zwemmen. En de tijd gaat voorbij, dat is de hele slechte kant van de stiel. Er zijn vrouwen van renners, nou ja... Het is de reden dat veel sportmannen nooit de grote vedettes werden. Mijn vrouw heeft zich goed aangepast. Maar dat kan je maar korte tijd doen. Als je moet beginnen op je veertigste heb je de ambitie niet meer.’

‘Dat is m'n schoonmoeder, die kookt voor ons, dat doet ze al tien jaar. Een wielrenner mag geen vet, geen sausen, geen patatten. Het wordt allemaal gewoonte. Het gaat erom je leven te verdienen voor je vrouw en de kinderen, een welstand te krijgen. De eer is schoon. Maar op eer kan ik m'n leven niet bouwen. Als ik over drie jaar uitschei met koersen, kan ik niet leven van de eer. En we moeten leven van de mensen, daarom moet je niet zo'n dikke kop krijgen als je bekend bent. Het is dikwijls moeilijk als ze bij je auto komen om handtekeningen, maar je moet ze geven, het is noodzaak.’

 

‘We hebben dit huis laten bouwen, we hadden de grond, we komen allebei uit de Kempen. Ik zal m'n zoontje nooit aanraden om wielrenner te worden. Ik zou willen dat hij eerst z'n studies doet. Ik wéét dat je in het leven langer op school moet zijn dan

[pagina 84]
[p. 84]

tot je veertiende jaar. Ik zou willen dat hij vier, vijf talen schrijft en spreekt. Dát is heel het leven, dan kan je overal het beste werk vinden. Als ik tien jaar geleden Italiaans had gesproken zoals ik het nu doe, had ik nooit een derde persoon nodig gehad, dan had ik in die gepasseerde jaren niet zoveel geld verloren. Ik weet hoe moeilijk 't is.

't Is zo schoon als je 20 jaar bent en zegt: ik kan dat. Maar je moet de middelen hebben. Bij ons thuis waren ze geen miljonair, het waren gewone mensen. Alleen gewone mensen, maar goed. Er is in het leven overal verschil, maar je moet karakter hebben. Je moet doordrijven. Van het ene op het andere springen, dat doe je niet als je karakter hebt. Ik heb gevoetbald. Vader zei: het moet worden wielrennen of voetballen. Bij het voetballen trappen ze tegen je benen, die je als wielrenner nodig hebt. Als je jong bent, wil je een Coppens worden, een Coen Moulijn. Later komt dat je 't andere wil, dat je zegt: ik wil m'n eigen blijven. Ik ben altijd m'n eigen weg gegaan. Ik zal niet zo slecht zijn om, als ik iemand dankbaar moest zijn, niet te zeggen dat hij mij geholpen heeft, maar dat was niet zo. Ik had nooit iemand nodig.’

 

‘Nu woon ik in een schoon huis, ik heb een auto. Als ik geen karakter had, moest ik 's morgens om 7 uur naar 't werk met m'n boterhammen mee. Natuurlijk is dat niet slecht, maar als ge capaciteiten hebt, moet ge die gebruiken om op de goeie weg te draaien. Politiek interesseert me niet. Ik denk alleen aan de wielersport. De zenuwen moeten gans zijn opgejaagd. Dat is de concentratie. Ik ga iedere dag naar m'n masseur, ik bevind me daar goed mee. 't Is een Duitser. Ik interesseer me heel erg voor voetbal, maar ik word nerveus als ik naar een voetbalwedstrijd kijk. Dat mag niet. Ik hou van vissen, maar ik heb geen tijd. De mensen denken dat een wielrenner de hele week in z'n fauteuil ligt. Ze weten niet dat je de hele week hard werkt, zeven à acht uur rijdt per dag.

Als ze je dan zondags zien rijden, zeggen ze: lekker fietsen. Dan zeggen ze: dat is fijn, hè.’

 

‘We zijn uit de Kempen. M'n vader is nu ploegbaas in Duitsland, hij heeft een goede baan, dat was vroeger anders. Ik lees nooit

[pagina 85]
[p. 85]

boeken. Als ik een boek begin te lezen, word ik nerveus, dan denk ik: hoe zal het eindigen? Dat mag niet. Tot we uitscheiden, dan kunnen we gewoon leven en ontspanning hebben.

In Het Laatste Nieuws zal iemand m'n carrière beschrijven en als het goed wordt komt het voor de radio.’

 

‘Ik ben in '48 begonnen bij de kleintjes, ik had een velo geleend van een kameraad en op de eerste wedstrijd ben ik twee keer gevallen en ik was vijf ronden achter. 't Volgend jaar heb ik een mooie schone velo gekregen. Alles van m'n moeder en vader die hadden gespaard. Een mooie schone velo. Zo is 't mekander opgevolgd. Maar ik was liever voetballer dan wielrenner.

Voor een voetballer is 't leven aangenamer.’

 

31 augustus '63


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken