Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beschryving der spreekende perzoonen, zangen, danssen, konstwerken en vertoogen. Gevoegd by J.V. Vondels Faëton. (1685)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beschryving der spreekende perzoonen, zangen, danssen, konstwerken en vertoogen. Gevoegd by J.V. Vondels Faëton.
Afbeelding van Beschryving der spreekende perzoonen, zangen, danssen, konstwerken en vertoogen. Gevoegd by J.V. Vondels Faëton.Toon afbeelding van titelpagina van Beschryving der spreekende perzoonen, zangen, danssen, konstwerken en vertoogen. Gevoegd by J.V. Vondels Faëton.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.24 MB)

Scans (1.05 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beschryving der spreekende perzoonen, zangen, danssen, konstwerken en vertoogen. Gevoegd by J.V. Vondels Faëton.

(1685)–Govert Bidloo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]

Aan den Leezer, of Aanschouwer.

OM uwe nieuwbegeerige oogen, en ooren, zoo veel wy vermoogen, te vergenoegen, hebben wy goed gevonden, het groote Treurspel van Faëton, door wijlen de Heer J.v. Vondel gemaakt, ten Tooneele te brengen; maar alzoo de Dichter gewoonlijk zijne Speelen, op de Oude Grieksche, en Latijnsche wijze geschikt heeft, en derhalven aan de hedendaagsche smaak, die op der Franschen geschiktheid, of der Itaaliaanen veranderingen van vertoogen gestelt is, niet allom voldoed, neemen wy de vryheid, onvermindert des grooten Mans waardye, wien wy zoo veel achting als iemand, toedragen, om zijn schoone stuk, 't welk wy in 't geheel laaten, noch eenig sieraaden by te voegen. Men beschuldige ons echter niet van eenige betweetery; want de waarheid der bekende spreuk, dat men licht, tot de reeds uit gevondene zaaken wat toe doen kan, is by ons altijd, met zoo veel zekerheid aangenoomen, als dat'er niets lichter, dan berispen; en niet zwaarder, om te doen, dan verbeteren, valt.

'T geen'er van 't by gevoegde, gezongen werd, is met deeze tekenen,, aangeweezen; de Sieraaden van het Tooneel, de Kleedingen der bizondere, en niet elk bekende Zinverbeeldende Perzoonen vind men ter vereischter plaatze beschreeven.

Noch hebben wy tot meerder klaarheid hier by gedaan den inhoud van 't geheele Treurspel, en de Perzoonen, die de Dichter in 't zelve heeft in gevoerd.

Faëton, Febus en Kleimenes Zoon, van Oom Epafus, Jupijnsen Isis Zoon, getergt en beschimpt, over d'onkunde aan zijnen Vader, hem van Klymene (zoo de schimper uitstroide) toegelegt; bid de Moeder datze hom tog zijnen regten Vader toone, het welck zy belooft. Hier op trektze met den Zoone en hare drie Dogteren, Faëtuze, Lampete, en Febe, uit Ethiopie door Oost-Indie, naar Febus hof en den opgank der Zonne, daar Febus haar en de Kinders wellekomt, Faëton verzekert dat hy zijn eigen Vader is, en, tot een onderpand van dien, met een hoogen eed zweerd den Zoon te schenken wat hy op zijnen Vader zal begeeren. Faëton eischt reukeloos den Zonnewagen eenen dag te mogen regeeren, het welck Febus hem ongaarne, dog door den hoogen eed verbonden, ten leste inwilligt. Faëton stijgt hier op vrolijck te wagen, rukt voort, en, onbedreven in het mennen der Zonnepaarden, verbijstert, mist de regte heirbaan, en helpt de Paarden, ten bederve der Weereld, aan 't hollen. Jupiter werd

[pagina 5]
[p. 5]

hierom van Juno en den Hemelraad gedwongen dien brand te blusschen, en treft den reukeloozen Wagenaar, dat hy inden Padus [sedert den Eridaan naar hem genoemt] neder plompt, daar de Moeder en Gezusters met Cycnus, het begraven lijk beklagen. en Klymene hare Dogters in Popelierboomen, Cycnus in een Zwaan ziet veranderen. Febus, in zijnen rouwe van de Goden beklaagt, en treurig, laat zig eindelijk troosten, en gaat heenen, om den gerabraakten Zonnewagen te herstellen, ende weder te regeeren.

Het Treurtooneel is Febus Hof. Het Treurspel begint met den opgank, en eindigt met den ondergank, en de Lijkstaatsie van Faëton.

De treurspeelders.

Klymene, Faetons Meeder.
Faëton, Febus en Klymenes Zoon.
Zonnelingen, Febus en Klymenes Dogters.
Rey van Uuren.
Febus.
Juno.
De Hemelraad.
De Faam.
Jupiter.

Vertooners, daar by gedaan.

De Nacht. Een Vrouw in een Zwart kleed, onder een Lamfer met Starren bezaaid, houdende een Maan in de hand.
Zorg. Een Man in 't Geel en Zwart, met een Slang om 't Lijf, en vleugels aan de Voeten en 't Hooft, hebbende 't haar los en engesiert.
Arbeid. Een Man met een Dommekracht, en ander Werk-tuig by zich, omkleed met een Leeuwen huid.
Hemelraad. Gedeeld in 3 Perzoonen, en genaamt 1 sle. 2 de. 3 de. Hemel-Raad.
Uuren. Die by wijze van Rey zullen spreeken.
Ganimedes. Een Jongeling, in 't Wit en Rood, met een Schenk-schaal en Kan by zich,.
Vesta. Een Vrouw met een Muur kroon op, rijkelijk gekleed, hebbende eenige Aard-vruchten by haar, en een Cepter in de hand.
Iris. Een Jonge Vrouw met een Regenboog of 't Hooft, in 't Rood, Geel, en Blaauw gekleed.
De Lucht. Een Vrouw met een Chameleon op de hand, en een Hulzel. verbeeldende een Wolk, op 't hooft, daar een Vogel uit komt,
[pagina 6]
[p. 6]
voorts in Hemelblaauwe en Witte losse kleeren, nut vliegende Vogels versiert.
Tijd.
Mercurius.

Zingende.

Eenige der Uuren. Gedeeld in uuren van de Dag, en Je Nacht, die van den Dag zijn gekleed met Witte Geblomde Rokken, en Roode Sluier-kleeden, het Hooft is geciert met een stralende Zen, en groene Kranssen. In haar handen ziet men Tuilkens van frisse Bloemen, op de rug veelverwige vleugelen: die van de Nacht, met Zwarte Rokken, met Sterren bezaaid, en Blaauwe Sluier-kleeden, hebbende op 't Hooft een Maan, en kranssen van Slaap verwekkende kruiden als nachtschade; in de hand een bundelken van Bilzengroen en Slaapbollen, op de rug zwarte Vleermuis vleugelen.
Wakkerheid. Een Vrouw met een Haan by haar, op 't Hooft een vurige vlam, in de hand een licht, voorts grootsch gekleet.
Slaap. Een dik Man, in 't Zwart en Wit gekleed, hebbende een krans om het Hooft van Slaapbollen, en Ypebladen.
De Vier Getijden des Jaars. Verbeeld in vier Perzoonen.
Hemellieden. Mans en Vrouwen, in 't Wit gekleed.
Brongodinnen. Met een Rivier-kruik en Riem in de hand, Lieze kroonen op 't Hooft, en Zeegroene klederen aan.
Boschnimphen. In 't Wit, met Groente versiert.
Eeuwigheid. Een Vrouw met een bestraalde Driehoek, daar een oog in staat, op 't Hooft, een Slang, die de Staart vat in de hand, voorts in 't Groen en Wit gekleed.

Danssende.

De Morgenstond en haar Gespeelen. In't Rood en Wit, met Sterren en bloemen op het Voorhooft.
Ganimedes en twee Homel-Geesten.
De Vier Winden. In 't Wit, met vleugelen, en blazende tronien op de borst, en Hooft-cieraden van vleugelen op 't hooft, in hunner midden.
Eölus. In't Blaauw, met Wolken, Winden, Weerlichten en Onweeren beschildert.
Gebrande Volkeren. In 't Zwart, met gloeiende Aangezichten, Handen en Voeten.
De Seven Planeeten. Mannen in 't Rood gekleed, hebbende ieder zijn Sterreteken in de hand, en een cieraad van Sterren op 't Hooft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken