Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Panpoëticon Batavum (1720)

Informatie terzijde

Titelpagina van Panpoëticon Batavum
Afbeelding van Panpoëticon BatavumToon afbeelding van titelpagina van Panpoëticon Batavum

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

Scans (41.62 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

non-fictie/biografie
lofdicht(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Panpoëticon Batavum

(1720)–Lambert Bidloo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio *3r]
[fol. *3r]

Voorberigt.

Bescheydene Lezers,

 

NIet zonder verwondering beschouwd hebbende het Kabinet, door Heer A. v. Halen gestigt voor de Afbeeldingen der voornaamste Nederlandsche Digteren uyt liefde tot de zelven, en door zyn eygene hand Konstig geschilderdt, wierd myn lang gedoofde Rym-lust ontvonkt, met lust, en yver om'er een Lof-Digt over op te stellen, en ik gaf, zoo wel om den inhoud van 't Kabinet, als myne Aanmerking, het Werk tot opschrift Panpoëticon Batavûm, op dat dit woord zoo wel het zaakelyk, als Persoonlyk zoude kunnen werden toegepast. De oirsprong myner verkiezinge (om'er het Voorberigt niet mede te beswaren) is te zien Blad 1.2. 'k zal hier enkelyk byvoegen, dat Panpoëticon Batavûm, in zyne eerste enge betekening wil, aller of allen Hollanderen; dog op dat misschien het zelve, in de vertaling van de Tytel alleen, niemand stoote, als of ik dit zeyde, zonder uytneming, zy te weten, dat ik het stelle als de meeste, voornaamste; in welke betekening het ook alzoo voorkomt in het woord Panthëon, aller Goden: want 't is niet bedenklyk, dat in deze Tempel zyn geweest de Beelden der 300. Helsche, welke Virgilius zegt, dat Dido opdaagde, gelyk ook niet alle die van Deugden, en Ondeugden, Goed en Quaad in Menschelyke bedryven, door de Heydenen vergoodt; ook meen ik met het Woord Hollanderen, niet alleenlyk die uyt de Seven-Vereenigde, en de Tien andere Nederlanden, maar ook zoodanige, welke om hunne wetenschap in Geleerdheyd, en voornamentlyk Poësy alhier tot Hoog-Leeraars, en andere Ampten gevorderd, Verhollanderd, en, zoo men zegt, genatuuralizeerd zyn; van welk een Land-aart; zoo ik ze door den Heer V. Halen vinde afgebeeldt, Duytsers, Fransen, Italianen, en wie meer de Leydsche, of andere Nêerlandsche Academiën, en Stedelyke Door-

[Folio *3v]
[fol. *3v]

lugte Schoolen hebben gezien, als onder veel anderen, Salmasius, de Scaligers, Casaubonen, Heynsius, Vossius, Lipsius &c Ja ik agt het gelyk dankbaarheyd, en Lofwaardig, en een geluk voor ons Vaderland, dat zig Mannen van deugd, en geleerdheyd uyt andere gewesten tot onze Burgerschap zynde erweeld, ook gelykmatige Eer-bewyzing genieten met de Inboorelingen.

'k Had dan een Vaars gedigt, tot roem van het voorschreven Kabinet, voornemens het zelve enkelyk in geschrifte den Heer van Halen op te offeren; dog wierd te rade, zoo treffelyken Werk meer Weireldkundig te maken; hoe wel niet zoo wyduytgestrekt, als het althans voorkomt; zynde het zelve dus aangegroeidt door de Rykheyd der Stof, en van zelfs toevloeiënde Aanmerkingen op de Nederlandsche Poësye, en Poëten. Ten andere, dat my dagelyks aangebragt wierden nieuwe Afbeeldingen eeniger brave Digteren, van wien ik geen Naam, en veel minder Werken, kende, en hun verdiensten my egter noopten hunner loffelyk te gedenken; en aldus is het met myn Vaars gegaan, als met de tegenwoordige Hervorming der Huysen in Amsterdam; men wil op een en 't zelfde Erv, meer vertrekken, ingestekene Kameren, Zaalen, Stallingen, Koets-Huyzen enz, en dat op den Ouden Grond-slag. Zoo ben ik ook genoodzaakt geworden, om aan de Digt-Lust wat verandering te laten, plaatze te zoeken voor Saletten, en zydel-Kamers, ten dienste van nieuw gezelschap. Alle het welke wel ten goeden gebruyke is dienende, dog juyst niet de beste gestalte, en geschiktste ordening aan dit Werk geeft.

De bescheydene Lezer neme het dan, is het niet naar den behoorlyken styl, beschaafdheyd onzes Tyds, en Agtbaarheyd der Perzoonen in hunnen Rang, zoo het myn genegene drift, ter Liefde der Poësyë, in mynen hoogen Ouderdom, door doofheyd, en Eenzaam Leven, tot een Eerlyke Afleydinge gediend heeft, in de vergeefsche swaarmoedichheyd van twee zoo ongeneesbare qualen.

[Folio *4r]
[fol. *4r]

Wat myn Digt-Styl belangd, daar over moet ik des Lezers Oordeel afwachten, verhopende het zyn zal met eenige beleefde toegevelykheyd voor myne Jaaren; echter schynd het my best in het Schryven van gemeene berichten, 't zy Rym, of Onrym, tot voorbeelden, en gelykenissen, gemeenzame, en al de Weireld bekende dingen, eenvoudig op te brengen, in Helden-Digten van hooger toon; tot welk onderscheyd Horatius ons een onverleydelyke weg-wyzer is, gelyk dat blykt tusschen den styl zyner Epigrammata, Epoden, Satyren, en Brieven, doch voornamentlyk, de Arte Poëtica: waarom ook ik, zonder te dier tyd op Horatius gedacht te hebben, wanneer hy zegt, indien een Schilder aan een Menschen Hoofd een Paarden hals &c. Zeg een Zeehaans-Kop op een Stekelbaarsje enz.; blykende, dat myn gestel, uyt Natuurlyke toevloeijng, bevestigd word.

Aangaande de Vertaling der Bastaard-Woorden, de Eensvormigheyd der spelding, de Accenten, en wat meer van dat soort is, daar van spreek ik by den Weg in myne Aanmerkingen; en heb ik, in de voortvarendheyd der Digt-Lust, my daar op niet gelegdt, slegts verlangende naar het Eyndel-Vaars, weder gelyk Flaccus van den Digter, Semper ad Exitum properat; egter is de Gelykformigheyd in allerley Geschrift pryzenswaardig, al was het ook slechts om den uyterlyken welstand, gelyk een schoone lyst om een Spiegel, of Schildery.

 

Vaar Wel.

 

Lamb. Bidloo.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken