Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Panpoëticon Batavum (1720)

Informatie terzijde

Titelpagina van Panpoëticon Batavum
Afbeelding van Panpoëticon BatavumToon afbeelding van titelpagina van Panpoëticon Batavum

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

Scans (41.62 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

non-fictie/biografie
lofdicht(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Panpoëticon Batavum

(1720)–Lambert Bidloo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 284]
[p. 284]

Bladtwyzer der voornaamste zaken

A.  
Aardig raissonement over de Schilder Konst. 204
Academie, oorsprong deses Naams Aanteek. 265
Aeschylus sterft van spyt om dat Sophocles voor hem gesteldt wierdt. 262
Afbeeldingen, waar om met L. Koster beginnen. 14
Africa, wel eer de Moeder van Monsters genoemdt. 151
Agting van brave mannen, het eenige loon dat de dichtkonst hoopen moet. 209
Amphictyonsche Raad, hoe en waarse in bestondt Aanteek. 257
ANSLO, (Reynier) Zyne werken geroemdt 127 zyn afval gelaakt. 128
Apollo, op het Cabinet geplaatst en waarom. 9: 11
Apollo, en de 9 Muizen van binnen geschilderdt. 12
Aran en Titus, ontleedt en ondersogt aanteek. 223
Arcadia, een slegt Landschap, 142 Misbruyk dezer Naam aangewesen ibid: enz.
Archilochus eerste uytvinder der Jambice Vaarsen aanteek. 249
ARNOUD VAN HALEN, geroemdt wegens zyn Ondernome versameling. 3
Arnoud van Halen, Zyn yver en Vaardigheyd daarin. 5
Arnoud van Halen, Vereenigt de Dicht en Schilder Konst. 4
ASSESAN (Pere de) gehekeldt 179 zyne Eugene en Ariste ondersegt 181. enz
Athenens wetten, Regeering en Stamhuysen. 87
Atheners, groote Liefhebbers van soete koek. Aanteek. 114
Atheners, Eerste stichters van Schouw-toonelen. 234
Attisch krygs volk door de Poësy geredt. 259
   
B.  
BARLEUS. 166
Bastaardt Poeten van Regtschape Dichters onderscheyden. 34
Bastaardt woorden door de Rederykers allenskens geweerdt 230
Beelden die 't Cabinet van buyten vercieren beschreven. 9: 11
Beurse Snyders en Geldt snoeyers by de veragters van 't oude vergeleken 35
BIDLOO, (Godefredus) verdeedigt. 280
BIE, (Corn: de) zyn Schilderboek aangehaaldt. 58
Blyspeelen moeten niet hoogdravent zyn. 186
Blyspeelen mogen wel quade zeden toonen maar moetense verbeeteren. 18
Blyspeelen swaarder op te slaan dan Treurspeelen. 188
Blyspeelen en klugten of se behooren afgeschaft te worden. 190
Boere raissonement over de Schilder Konst. 204
Boeren, eerste Rederykers. 233
Boekdrukkers waaren eertyts groote Mannen. 163
Boekzaal schryvers gehekeldt. 151
Boekzaal watze by de oude waren. 154
Boekzaal in 't Latyn, Prysselyk in Englandt Vrankryk en Duyts-landt. 150

[pagina 285]
[p. 285]

Boekzaal schryvers zyn heden Huurlingen en ambagts knapen. 160
BRAND; (Geerard) en zonen. 177
BREDERODE, gehekeldt. 45
BREDERODE, slegt in Treurspelen. 148
BREDERODE, niet te volgen. 185
BROEKHUYSEN (Janus) 167
BROUERIUS, a Niedek, wegens zyn zinnebeelden van de Tong by Erasinus geleken. 138
Bybel stoffe voegt op het Tooneel niet. 60: 61
Bybel met 't heydensche te vermengen tegen gesproken. 62
Bruylofts dichten met vuyle uytdrukkinge verworpen. 172
BRUNO, (Hend.) zyne werken. 170
BRUYN, (Claas.) zyne werken aangehaaldt 140. zyn Arcadia overwogen. 142
   
C.  
Cabinet beschreven. 7
Cabinet uyt wat hout het bestaat. 8
CAMPHUYSEN ziet op let: K.
Cats verdeedigt 123 enz.
Christen Pindares, wie dien naam toe komt. 59
Clemens Alexandrinus hoedanigen criticus. 157
Clitemnestras verkeerde Caracter by P. de Assesan. 179
Coffyhuysen, de Hoogescholen der Boekzaalisten. 161
CORENHERT. 17
CORENHERT en vondel de Dicht Jeugt ten voorbeeldt aangewezen. 164
Corinna overwindt Pindarus in Dichten. 267
Criticus geen schandtnaam by de Ouden. 153
   
D.  
Danssen op 't Schouwburg gewraakt 191. enz!
Dathenus afgekeurdt. 172
DEKKER (Jeremias de) zyne werken en lof. 59
Deugdelyke konsten krygen hun Oorsprong door een Hemel geest. 65
Dichteren, verscheyde genoemdt en geroemdt aanteek. 139
Dichter, moet na zyn bequaamheyt werk ondernemen. 148
Dichters moeten geen Tafelbezems zyn. 209
Dichters moeten geen andre loon zoeken als agting van Brave Mannen. 209
Dichters wierden eertyts beelden opgeregt. 267
Dichters verlopen zich zomtyts in drank en Vrouwen. 197
Dichteressen. 268
Dichteressen, hunne naamen en werken. 274
Dicht en Schilderkonst door A. van Halen vereenigt. 4
Dichter-stryden wanneer opgehouden aanteek. 264
Dicht-dieven, aardig beschreven. 40
Dicht Jeugdt, tot naarstigheydt vermaandt. 40
Dicht Jeugdt, na Coornhart en Vondel gewezen. 164
Dicht Jeugdt, van verwaandtheydt afgemaant 174 enz.
Dicht Jeugdt, tot de Oudtheden gewezen. 176
Dicht konst, door wie verbreydt. 16
Dicht konst, is yder even na maer niet nut. 204
Dicht konst, uyt gevonden om 't geschiede te onthouden. 227
Dichtkundige onderzoeken ondersogt. 198
Dicht prysen slegter in latere als Oude Tyden. 275
Dicht triomf van Petrarcha. 208
Doge van Venetien geestig beschreven. 256
DOUSA. 21
DOUSA Junior. 21

[pagina 286]
[p. 286]

Drukkers waren eertyts groote mannen. 163
Druk konst verbreydster der Poësy. 14
Duyt-Poëten. 34
Duytsche Klerken, moedt gegeven en een goeden weg gewezen. 42
Duytsche Klerken, de Bouwmeesters ten voorbeeldt gegeven ibid.
Duytslandt heeft goede Boekzaal-schryvers in 't Latyn. 159
   
E.  
Een is Noodig, van Manders Zinspreuk ontleedt en uytgelegdt. 44
Eergierigheyt des Oude Tooneel speelders. 262
Englandt heeft goede Boekzaal schryvers in 't latyn. 159
Ennius, Liefhebber van den wyn heeft veel navolgers. 39
Ephoren wat die waren aanteek. 265
ERASMUS. 16
ERASMUS, hoedanigen criticus. 157
Eyndeling Vaarsen, wat soort. 201
   
F.  
Fabulen der Ouden, zyn alle Zinnebeeldig geweest. 32
Filippus soon van Maxmiliaan, een medelit van een Gentze kamer.
FRANCIUS. (Petr.) 168. en zyn werken. 169. 170
Fransche klugtspeelen ondersogt. 185
Fransche klugtspeelen Tonneel stukken gehekeldt. 177
Fransche klugtspeelen niet te volgen ibid.
Fransche klugtspeelen Poëzy berispt. 178
Franschen kunne stoutheydt in 't veranderen der Historien. 179
Franschen kunne zyn Roman ziek. 180
Franschen hunne vuylaardigheydt in hun Hollands Spot Spel la Contesse malade. 182
   
G.  
Gebaarden hoe by de Ouden waargenomen. 225
Geestelyke, hunne pligt aangewezen. 239
Geldt-snoeyers en Beurse-snyders met de veragters van 't oude gelyk gesteldt. 35
Genees kundige hun verval. 162
Gentse Balzem 't Blasoen van een der Voornaamste kamers. 250
Geraapte Pastorellen. 35
Gistelen Houwardt enz: boven Bredero gesteldt. 44: 45
Goden, wierden met keur en onderscheydt in den Pantheon gebragt. 33
GOEREE. (Wilhelmus) zyn kennis in de Joosche en andre Oudheden geroemdt. 75
GOEREE, waarom by de Poëten geplaatst. 76
GOEREE, zyne Schilder, Bouwkundige en andre werken aangehaaldt. 77. 78
Grafschrift op L: Schermer. 150
Grafschrift van Petrarcha aanteek. 208
Grafschrift op L. Smids. 282
Grieken, hadden rechters over onreedelyke Letterknabbelaars. 159
Grieken, hadden Regters over de Tooneel speelen. 206
Grieks en Latyn, hoe nodig aan dicht oeffenaars. 41
GROOT (Hugo de) 25. 60
Gulde Broeders wat die waren. 251
   
H.  
Helde Zangen van Oudts by de Batavieren in gebruyk. 203
HERKMANS. en zyne werken. enz. 135
Hertstogten uytmuntendt by Hooft. 187
HEYNSIUS. ((Daniel) 29
Hieronimus, hoedanigen criticus. 157
Hollanders door de Franschen in een klugt overgehaaldt. 182

[pagina 287]
[p. 287]

Hollandsche klugtspeelen tegen de Fransche getoetst. 185
Homerus, het eerste voorwerp der critici. 155
HOOFT. (P: Corn:) geroemdt en Verdeedigt. 89
HOOFT, in hertstogten uytmuntendt. 187
Hoogdraventheyt in klugten te myden. 186
HOOGSTRATEN, (Frans van) 67
HOOGSTRATEN, (Samuel van) 68
HOOGSTRATEN, zyn schilder boek. 58
HOOGSTRATEN, (Davidt van) en zyne werken gepresen. 56
HOOGSTRATEN, (Jan van) Redeneering over zyn werken een dubbele bequaamheyt 70 enz.
HOUBRAKEN, (Arn:) 58
Hout van 't Cabinet, beschouwdt. 8
Houwaardt, Gistelen enz. boven Bredero gesteldt. 44
HUYGENS. (Constantyn) zyne werken 122. zyn Tryntje Cornelis gehekeldt ibid:
   
I.  
Jambice Vaarsen by wie uytgevonden. 249
JANUS SECUNDUS. 166
Jeugdt dezer euw beklaagt. 93
Iphigenia van Koster uytneemendt. 238
Junius. (Adriaan) 24
Junius, van de Schilder-konst der Ouden aangehaaldt. 47
   
K.  
Kamers der Rederykers, hunne oorsprong en voortgang Blasoenen &c. aanteek. 234. enz.
KAMPHUYZEN (Diedrik) zyn kommerlyk leven en vervolging. 94-95
KAMPHUYZEN begeerde geene Eerampten. 98
KAMPHUYZEN zyn lessen omtrent dertele Poësy 173
Klugten van Ogier gepresen. 186
Klugten behoeven geen hoogdravende styl. 186
Klugten en Blyspeelen ofze behoorden afgeschaft te werden. 190
Klugtspeelen der Franschen ondersogt. 185
Koning Flippus, heeft mede-lit van een Gentse kamer geweest. 250
Konsten en wetenschappen gaan van de Ouderen tot de kinderen over. 73
Konstgenoodschappen loffelyk. 200
Koster voor Bredero aangeprezen. 185
Koster net in zyne Caracters. 236
Koster zyn Iphigenia hoog geroemdt. 238
Koster Vereeuwigt en gelaurierdt 241 enz.
Kroeg Poëten beschreven. 198
   
L.
La Comtesse malade een Fransche klugt tegen de Hollanders. 182
Latyn en Grieks de dicht oeffenaars hoognoodig. 41
Latynsche Boekzaal-schryvers in Engelandt Vrankryk en duytslandt geprezen. 159
Latynse digten die Rymen, by wie gebruykt. 202
LANGENDYK (Pieter) zyn speelen en werken. 189
Laurens Koster geroemt. 14
Letter knabbelaars, stonden by de Grieken onder de censure van seekere Rechters. 159
Liedekens tot lof van 't Vaderlandt en Vaderlandsche helden, gemeen by de oude Batavieren. 203
Lofzangen der Helden gebruykelyk by de Batavers. 203
Lycambes verhangdt zich zelfs om een hekeldicht aanteek. 249
Lyk reden van Franciuis, over den Admiraal de Ruyter. 168

[pagina 288]
[p. 288]

   
M.
MANDER, (Karel van) 43
MANDER, zyne werken opgeteldt ibid.
MANDER, zyn lof als Schilder. 46
MANDER, zyn wapen schildt beschreven, ibid.
MARTINIUS. (Franc:) 105
Melpomene en Thalia waarom ter zyden het Cabinet geplaatst. 9: 11
Mercurius. Patroon der Raap-Poëten. 34
MEURSIUS. (Joh:) zyne afkomst en bequaamheydt. 85 enz.
Misbruyken ontrent de Schouwburg. 194
Mode in 't Rymen. 125
MONEN. (Arn:) zyn Herders-zangen. 115: 116
MONEN, gehekeldt over zyn Pestdrank een gedigt tegen Amsterdam enz. 117: en 119
MUSIUS. 20
   
N.  
Naam verkortingen mispresen aanteek. 231
Naarstigheydt, de Dicht Jeugd aangepresen. 40
Naspooring van 't Grieks en Latyn aangeprezen. 41
Navolgers der Franssen beklaagdt. 189
Neske bollen, of platters, met hun Zangeres Nimphje en Zangheldin doorgehaaldt. 37
   
O.
O Gier omtrent zyne klugten gepresen. 186
Onderscheydt der Goden die in den Pantheon gebragt wierden. 33
Onderscheydt tussen Regtschape Dichters en Bastaardt Poëten. 34
Order der beschryvingen, hoe gehouden. 15
Origenes, hoedanigen criticus. 157
OUDAAN (Joachim) zyne werken onderzogt 49 enz.
OUDAAN zyn Huys van Eli afgekeurdt. 52
   
P.
Pan Athenaisch hoedanigen Feest by de Grieken aanteek. 258. 275
PANPOETICON BATAVUM, wat dit opschrift beteekendt en waarom op het Cabinet geplaatst. 3
Pantheon, hoedanigen Tempel by de Romeynen. 1.
Pastorellen uyt de Italianen. 35
Petrarcha zyn aenmerkelyke dicht triomf. 208
Petrarcha, zyn Grafschrift aanteek: ibid.
Petronius een Schandvlek in de Dichtkonst. 255
Photius, hoedanigen criticus. 157
Pindarus door niemandt als Corinna in Dicht strydt overwonnen. 267
Plato, zyne getuygenis van de Dicht-Konst. 127: 244.
Poëten zyn Propheten. 31
Poëten veel tyts Minnaars van Wyntje en Tryntje. 197
Poëzy, welke in vroeger of later tydt verschildt. 165
POOT, zyne Dicht geest en needrigheydt geprezen 209 enz.
Postuurmaakers behooren van het Tooneel geweerdt 191 enz.
Propheten en Poëten konnen een zyn. 31
Prosa, swaarder te onthouden dan Rym. 227
Prysen, met wat Plegtigheyt by de Grieken aan de Dichters uyt gedeeldt. 258
Psalmen van Kamphuysen. 99
Psalmen door wie al berymdt.ibid.
PUPPIUS en STROMBERG afschuwelyke Dichters. 205

[pagina 289]
[p. 289]

   
Q.
Quade zeden moeten in Blyspelen verbeterdt werden. 186
   
R.  
Raap-Poëten onder wien zy behoren. 34
Rang, hoe in 't werk gehouden. 15
Rechters, by de Grieken over onreedelyke Letter vitters. 159
Rechters, over de Tooneel speelen by de Grieken. 206
Rechtschape Dichters en Bastaardt Poëten onderscheyden. 34
Rederykers, grondtleggers der Reformatie. 228
Rederykers zyn al by de Grieken bekendt geweest. 233
Rederykers, hunne kamers & wydloopig verhandeldt 234. enz.
Rederykers hebben veele spreek woorden bedagt. 242
Rederykers, eerste stigters der Toonelen. 248
Rederykers, Grondleggers van Neerlandts vryheyt. 255
Reformatie, kragtig door de Rederykers ondersteundt. 228
Regenten der Schouwburg, waren wel eer aansienelyke lieden. 249
RODENBURG zyn geslagt en Titelen aanteek. 252
RODENBURG, 't onregt van Tengnagel gehekeldt ibid.
Roman ziekte der Franssen. 179
Romans verwurpen. 222
ROTGANS. (Lucas.) 132 zyne werken aangehaaldt. 133-135
RUSTING, (Salomon van) geheekeldt aanteek. 223
RYK, (Frans.) zyn werken overwogen. 187. 188 enz.
Rym, niet meer dan de Lyst der Poëzy. 204
Rymen heeft mede een mode. 125
Rymfouten in brave Dichters over 't hooft te zien. 204
Rymers om geldt, gemeenelyk dieven 36
Rymers met hun Zangeres, Nimphje, Zangheldin enz. beschimpt. 37
Rymers om Geldt by de Fransche Koks vergeleeken. 38
Rymwyze der Straat schreeuwers. 34
Rym wyze der Oude 't onregt verschoven. 44
SAMBUCUS. 166
   
S.
Sappho een groote, doch vuyle Dichteres. 267
Scaliger 't onregt van Scioppius gehekeldt. 158
SCHERMER, (Lucas.) Nevens Lucanus en Claudianus gesteldt. 149. zyn Meleager gepresen 150. Graf-Schrift ibid:
Scioppius, (Casp:) een vuyle blafferdt tegen wakkere Mannen. 158
Schilders, welke de beste zyn. 147
Schouwburg is niet gestigt voor danssers springers of Postuurmakers. 191 enz.
Schouwburg was in oude Tyden Heylig en eene vryplaats. 246
Schouwburg te Amsterdam door wie gebouwdt aanteek. 260
Schouwburgen hoe in den aanvang en vervolgens toegesteldt wierden. 260
Schouw tooneelen eerst by d'Atheners gebouwdt. 234
SCHUURMANS, (Anna Maria) tot Hooft der Dichteressen gesteldt. 270
SCHUURMANS, haare bequaamheden opgeteldt en by L.H. Cornaro vergeleeken. 271. enz.
SCHYNVOET. (Simon) Zyne Bouwkunde en Cabinetten. 79
SCHYNVOET, zyn Penning Geslagt en Natuur kunde. 81

[pagina 290]
[p. 290]

Schynvoet, zyne agting voor de Oude Nederlansche Dichters. 82
SLUYTER. (Willem) zyne werken en Rym trant. 106 109
SMIDS (Ludolph) aangehaaldt. 53
SMIDS, Zyne werken aangetogen. 53: 54 enz.
SMIDS blik by Oudaan geplaatst. 54
SMIDS, zyn doodt en Grafschrift. 281. 282
Sophisten, hoe by de Ouden geschat. 153
Spreekwoorden door de Rederykers bedagt. 242
Stoutheydt der Franschen overgehaaldt. 179
Straat-schreeuwers, en hunne manier van rymen. 34
Strada 't onregt van Scioppius gehekeldt. 158
STROMBERG en PUPPIUS hunne wanschape Poëzy. 205
   
T.
TENGNAGEL berispt. 254
Terrentius schaamde zich niet om geldt te Dichten. 40
Tertullianus hoedanigen Criticus. 157
Thalia en Melpomene terzyden het Cabinet. 9: 11
Thracien: een Heerlyke Landsdouwe 145
Beter naam om aan een Landbeschryving te geven dan Arcadia ibid.
Thuanus, 't onregt van Scioppius overgehaaldt. 158
Tooneelspeelders moesten by de Oude Onbesproke zyn. 263
Tooneel speelders hadden by de Grieken hunne Rechters. 206
Treurspeelen zyn ligter toe te stellen dan Blyspeelen. 188
Treurspeelen, wat 'er in waar te neemen is. 221
   
V.
VAN DER HOEVEN (Willem) zyne Speelen aangemerkt. 188
VELIUS. 25
Veragters van 't Oude by Beurse snyders en geldt snoeyers vergeleken. 35
Verschil der Poëzy in vroeger en later tydt. 165
Versus Leonini wat zoort van gedigten. 202
Verval onder de geneeskundige. 162
Verwaandtheydt een schadelyk pest voor de Dicht jeugdt. 174. 175
Vindingen, de Ziel der Poëzy, by een uurwerk vergeleken. 121
Vit-Poëten overgehaaldt. 120
VLAMING, (Pieter) zyn Dicht lievende uytspanningen. 118
Vleyen past geen vrygeboore Ziel. 148
VOLLENHOVEN. zyne verhevene Dichttrant. 112. 113
VONDEL (Joost van.) 90
VONDEL en Coornhert de Dicht-Jeugdt aangewezen. 164
VOSSIUS. 28
VOSSIUS 't onregt van Scioppius gehekelt. 158
Vrankryk voort brengster van gedrogten. 151
Vrankryk heeft goede Boekzaal schryvers in 't Latyn. 159
Vuyle Rymery op Bruyloften afgekeurdt. 172
   
W.
Wapen Schildt van K. van Mander beschreven en uyt gelegt. 46
Warnar met de Pot geprezen. 187
WELLEKENS (J. Bapt.) zyn Dichtlievende uytspanningen enz. 218

[pagina 291]
[p. 291]

WESTERBAAN. en zyne werken 130
om zyne Puntdichten bestraft. 131
West-Frieslandt, waardig beschreven te worden. 146
Wilhelmus van Nassouwen hoedanigen Helden deuntje. 203
WILLINK (Daniel), zyne werken genoemdt en geroemdt. 216
Winzugt had voor heen geen plaats by de Boekdrukkers. 163
Wyn-Poëten, beroepen zich op Ennius. 39
Wyn-Poëten zien met Terrentius op 't geldt. 40
   
Z.
Zangberg van binnen in 't Cabinet geschildert. 12
Zingen op het Tooneel overwogen. 192
Zinnebeelden, doorgaans in de Fabulen der Ouden gevonden. 32
Zinspeelingen op van Manders Zinspreuk. 44-46
Zinspreuk van van Mander uytgebreydt. 44. 46


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken