Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst (1662)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst
Afbeelding van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconstToon afbeelding van titelpagina van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.79 MB)

ebook (22.55 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst

(1662)–Cornelis de Bie–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Ioos van Craesbeeck.

MEt het selve gheluck is oock ten hoochsten vereert gheweest sekeren Ioos van Craesbeeck den welcken van sijnen stijl was eenen Backer gheboren tot Brussel, ende ghelijck Quinten Mathijs door de cracht der liefde (die eerst eenen Smidt was) quam tot oeffeninghe der vry Schilder-const ghelijck sijn grafschrift tot een eeuwighe memorie binnen Antwerpen ghetuyght, ende seyt aldus: Conubialis Amor ex Mulcibre fecit Apellem. Dat is: naer onse Tael op desen sin te verstaen: dat de houwelijckse liefde van eenen Mulciber (oft smet) eenen Apelles heeft ghemaeckt. Soo is desen Ioos Craesbeeck niet door cracht van sijn pael maer door den drinck-pot ghecomen tot den vollen smaeck van Picturas soetheydt, want ondertussen met dien grooten Meester Abraham Brouwers clievende een stoopken en stoppende een toeback-pijpken, heeft hy allenskens de Schilder-const aenghenomen ende den oven verlaten, siende segh ick ondertussen Brouwers dese Const handtteren, die hy met een wonderlijcke opmarckinghe soo wel wist naer te volghen datmen hem voor den tweeden Brouwers heeft ghehouden, ende ghelijckmen seyt voor een spreeckwoordt: soo d'oude songhen, so pypen de jonghen, soo is de handelingh van Craesbeeck inde ghesteltenis des gheests ende Ordonantien met Brouwers Const over een ghecomen. Niet alleen in wercken, maer oock in manieren met boertighe aperijen te schilderen, en kluchtighen handel van leven te bedrijven, en ghelijck hy eenen gauwen snaeck en drollighen grol was, soo heeft hy eens (aenden esel sittende) een viese inbeldinghe ghecreghen, latende hem voorstaen dat sijn vrouw liever een ander sach als haeren man, en om eens te proeven oft 't selve oock waer was, soo heeft hy sijn wampbas van voor ontcnopt ende op sijn bloote borst gheschildert een seer afgrijselijcke wonde met roode verf haer verthoonende soo natuerelijck ofter een waerachtighe wonde in sijn lichaem hadde gheweest, en sijn temper-mes oock met roode verf beschilderende, gonck plat op de camer uytghestreckt ligghen en schreeuwende seer grouwelijck om hulp al oft hy de doodt op de lippen hadde, sijn vrouwe comende met verbaestheydt boven gheloopen, en siende haren man daer ligghen (die haer wijs maeckte dat hy by ongheluck in't mes ghevallen hadde) begost te lamenteren ende de wonde te cussen. Waer op Craesbeeck in dese of dierghelijcke woorden antwoorde: Nau ghy sottin houdt u backhuys ick sien wel dat ghy my lief hebt ick en ben noch niet doodt. Sulcken ende meer ander cluchtighe trecken heeft desen Craesbeeck in sijn leven uytghewerckt, en om datmen naer sijn doodt sou sien uyt de af-beldinghe van sijn wesen wat leven hy heeft gheleyt, emmers van wat conditie oft natuer hy is gheweest en heeft hy met geen beschrijf vande pen, maer met de pinceelen ghethoont in sijn poertret, daer hy sijn selven niet en flateert met schoonheydt, maer meer mismaeckt schilderde als hy in sijn selven was, sijnde somwijl gheschildert gapende, andermael spouwende oft maeckende eenighe grillen en treckinghen in't aensicht door tongh-bijten vanden annijs, op eenen anderen tijt met een plaetster op den ooghe, en voorts ontallijcke schijters, spouwers,

[pagina 110]
[p. 110]

tuysers, dronckaerts, bordeelders, luysers, slapers, sangers, en andere drolligheden heeft hy gheschildert met groote neerstigheyt ende studie die by de Constkenders seer worden ghepresen: waer op wel past dit volghende veers:

 
Al 't gen' werdt af-ghemaelt door Const-pinceel van Brouwer
 
Was een satterick, n'en schijter ofte spouwer,
 
En soo den Meester was soo was oock sijnen Knecht
 
Want Craesbeeck Schilderden oock tuysers oft ghevecht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken