Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst (1662)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst
Afbeelding van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconstToon afbeelding van titelpagina van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.79 MB)

ebook (22.55 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst

(1662)–Cornelis de Bie–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 331]
[p. 331]

Aenmerckinghe.

CVpiditas unius oritur ex fine alterius: dit voortreffelijck spreeck-woordt als te weten: d'een begheerlijckheyt spruyt uyt het eynde van het ander, heeft mijn ghedachten (in't overlegghen en doorsoecken den grond van Pictura) ghedurich soo becommert, dat het my onmoghelijck is gheweest met korte woorden oft redenen haeren glans uyt te drucken, aenghesien ick ondervonden heb dat ick als in eenen oneyndelijcken dool-hof gheraeckt was, ende dat het eynde van d'een begheerte ghedurich is gheweest het begin van eenen nieuwen lust ende wensch, dat is: soo menichmael ick meyn de uyterste volmaecktheyt, edelheyt, weerdicheyt, oudtheyt en verscheyden aert van Pictura naer mijn best ghevoelen verbreyt te hebben soo ist dat de overvloedighe verstanden van nieuwe Leerelinghen en Constgirighe Oeffenaers door verscheyde vindinghen my soo aenlocken, dat het den Leser niet en sal doen verwonderen over de langhe omweghen die ick in mijn beschrijf aenwijs, hoe wel dat ick my niet bastant en kenne om alles te ontdecken t'ghene de vry Schilder-const inden boesem verborghen draeght. Ick heb hier voor in het eerste en dit teghenwoordich tweede voorwerpsel eenichsins aenghewesen den ouderdom ende edelheyt van Pictura, wijders oock hoe menighe Princen en Coninghen, jae heylighe Mannen de selve ghehanteert ende gheoeffent hebben, en voorts hoe hooch de Schilder-const in ouden tijdt gheacht is gheweest. Maer om oock eens voor ooghen te stellen wat profijt datter uyt de schildery tot behoudenis vande siel ghetrocken worden, soo dient hier een ghedenckweerdich voorval ontdeckt, gheschiet aen een Florentinsche Dochter, die de wellusten des werelts en besonder de hooverdy soo inghesoghen hadde, dat sy heel daghen overbrocht om haer voor den spieghel te palleren ende op te cieren, dit eenen sekeren devoten Priester ghemerckt hebbende heeft haer maer eens verthoont het Beldt van onsen Salich-maecker in de Figure van Ecce Homo, d'welck doorwont ende seer beweeghelijck gheschildert was, sulckx dat sy van stonden aen daer door soo is beruert gheworden, dat sy als een tweede Magdalena haer selven heeft gehewassen in overvloedighe traenen van leedtwesen, en die te voren was een Slavin vanden duyvel, door de sonde, is gheworden eenen spieghel vande deught ende een uyt vercoren kindt van Godt, door het aenschouwen van een schildry. Soo en ist niet te verwonderen dat de Schilder-const vanden mensch bemint wordt, aenghemerckt sy sulcken en dierghelijcke bekeeringhen inden mensch heeft voorts ghebracht. Godt selver den Oppersten Salichmaecker heeft dese nutte Const ten hoochsten bemindt, en is hem aenghenaem gheweest, ghelijck ick hier voor breeder hebbe bewesen. En heeft Hy aen Esechiel in sijn vierde Capittel niet belast, om sijn volck tot bekeeringh te roepen ende van het ongeluck dat boven haer hooft hongh te waerschouwen, dat hy op een Tichel-steen sou bewerpen de Stadt Jerusalem om alsoo een belegheringhe teghen haer te maecken en teghen haer sterckte te bouwen, op dat door soo danighe schrickelijcke afteeckeninghe de kinderen van Jsarael bevreest sijnde, haer tot Godt souden bekeeren, uyt welcke voorschreven gheschiedenissen te speuren is dat de schildrijen niet alleen en dienen

[pagina 332]
[p. 332]

om Palleysen en Huysen mede te verfraeyen, maer oock om deughden mede te saeyen. Dese Const heeft sulcken kracht dat sy niet alleen nieusgirighe ende Const-lievende Gheesten en verlockt maer wel de grootste Sondaers, en Barbarise herten, jae onruerelijcke en steenrotsighe Tyrannen can beweghen, lichtveerdighe tonghen toomen, eyghen Opinie-volghers beschamen en bloetdorstighe oft wraeckgirighe menschen versoenen. Tot het eerste proefstuck, soo wil ick verhalen hoe dat in't jaer 1527. sekeren Schilder by naem Francisco Mazzoly, binnen de Stadt Roomen seer gherustelijck op den hoeck van een straet sat en schilderde, en sijn invallende ghedachten sonder verbaestheyt uytweckte ter wijlen dat de Soldaten besich waren met de selve stadt te plundren, te stroopen, te moorden ende te branden, jae in sulcken furie waren uytghelaten dat qualijck een onnoosel kindt vry was van hun tirannie te proeven, en comende als rasende Tijghers ontrent desen Schilder, en siende de wonder uytwerckinghe van sijn Const, hebben den selven het leven gheschoncken en vande doodt bevrijdt. Daer sachmen de Leeuwen herten veranderen in Schapen sachtmoedicheyt alleen door cracht van onse Pictura. Sekeren Schilder op Zee van Barbarische Roovers overweldight ende tot buydt van dese vyanden ghevallen zijnde, is voor een slaef mede ghenomen, en in alle onghemack, pijn en miserie vele Maenden gheboyt en uytghehonghert gheseten hebbende heeft eens den Provost (die hem met meer andere slaven in bewaernis hiel) met een swerte kole op den muer gheconterfeyt en soo natuerelijck doen verghelijcken, dat den Barbaer niet anders en meynde oft het was toovery oft onmenschelijck doen, uyt dien datmen aldaer in die Landen van gheen Schilder-const en wist oft en sach: en t'selve aen de Meesters aenghedient sijnde, die t'selve oock ghesien hebbende, noch meer vewondert waeren, en niet sonder reden, Cum ignorantia sit admirationis Mater, Aenghesien de onwetentheyt de Moeder is van alle verwonderinghe. Soo ist ghebeurt dat hy door de selve Const sijn vrijheyt heeft ghecreghen naer dat hy vele Barbaren had uyt gheconterfeyt, die meynden dat hy meer eenen Godt als eenen mensch om sijn Conste was. Als den Coninck Demetrius de stadt Rhodes beleghert hadde, om dat de Rhodianen met sijn vyanden in verbondt waren en om meer andere verraders stucken die sy hem bewesen hadden, maer alsoo den vyandt van hem versocht (eer hy sijnen thoren op hem sou laeten uyt bersten) dat den Coninck voor den onderganck van Rhodes sou willen eerst uyt de stadt laten voeren en bevrijden een schoon schildry die Protogenes gheschildert en noch niet volmaeckt en hadde, welcke schildry Demetrius ghesien hebbende, wert tot de Const soo seer ontsteken, ende tot sulcken bermherticheyt beweeght dat hy de Stadt heeft verlaten ende sijn vyanden vrijdom ghegheven. Een mottich en onbelompen man sijnde ghetrouwt met een mismaeckte en leepoogige Vrou-persoon als saus naer het kommeken oft scheel naer het potteken, verweckten samen seer gheestighe en wel besneden jae uytnemende schoon kinderen, sulckx dat al de werelt verwondert was en qualijck en wilden ghelooven dat den man vader van soo aenghenamen en soet wesentlijcke kinderen kost wesen, met opinie ende vast ghevoelen dat de vrouw den man moest horens setten en haer bed laeten schenden van een ander, maer bevindende in hun huys een seer

[pagina 333]
[p. 333]

aenghename Figuer afbeldende een kindeken dat seer konstigh en lieffelijck ghesneden was, daer de vrou daeghelijckx haer ooghen moest op slaen werdt ghelooft (tot toesluytinghe van veel clappende monden en tonghen) dat het wesen van hun schoon kinderen uyt het ghesicht van t'selve Beldt als een merckelijck teecken haren aert ghenomen hadde. Van welcke gheschiedenis den Edelen Heer Cats in sijn wercken van het houwelijck, op rijm oock mentie maeckt. En voorwaer t'selve en is niet te verwonderen aenghesien al menichmael ghesien wordt dat swanghere vrouwen (hun ooghen maer eens met verschrickinge op misschapen, monstreuse, oft ghestropieerde onvolmaeckte menschen slaende) dierghelijcke vruchten sullen voorts brenghen. Met welcke voorverhaelde gheschiedenissen is bewesen, dat de Schilder-const van vremden aert en ghesteltenis is, soo wel dienende om deught mede te leeren, als lichtveerdicheydt door te verwecken: waermede ick eens wil veranderen van begeerte, om te beschrijven den lof en weerdt verdiende eer van onsen vernuftighen en verstandighen David Teniers die door sijn Const ende welspreekentheyt niet alleen van die de Const verstaen oft selfs hanteren, om sijnen grooten gheest en wordt verheven maer door de ghemeyne Faem soo vermaert ghemaeckt, dat haer gulden trompet is ghehoort by verscheyde Hertoghen en Princen, die hem hebben ghecosen om te sijn den Schilder van het Hof en boven dien ghegunt te wesen den Kamerdiender van haere Doorluchtighste Hoocheden den Arts-Hertogh Leopoldus, ende Don Juan d'Austria &c. waerom ick niet en heb connen voorby gaen met de volghende Poesie sijnen Naem naer gheleghentheyt en verdienste van sijn verstant breeder te ontdecken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken