Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst (1662)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst
Afbeelding van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconstToon afbeelding van titelpagina van Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.79 MB)

ebook (22.55 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst

(1662)–Cornelis de Bie–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 370]
[p. 370]

Ioannes de Duyts
Schilder van Antwerpen, oudt 33. jaeren.

MEt de voorschreven soete ende rijpsinnighe bedenckingh is ten hoochsten begaeft den Const-barenden ende Weet-lustighen Joannes de Duyts vermaert Schilder der wijt-befaemde Stadt Antwerpen, den welcken door zijn oversoete ende lieffelijcke Const-Pinceel voortbrenght veel en menichvuldighe ordonnantien soo Goddelijcke als Poëtische ende Heydensche historien, blijckende aen verscheyde Altaer-stucken, Tafereelen als andere cloecke Belden die van hem in Nederlandt op verscheyde plaetsen te sien sijn ende notoirelijck veele aerdighe Poëterijen, uyt druckende somwijl een naeckte Diana haer wassende in een Fonteyn-badt oft slapende Venus met naeckte kinderkens, ende sulckdanighe voorvallen daermen de volmaecktheyt vanden Natuer in't s'menschen leden can speuren. Waer in sijn Pinceel soo groote gratie ende soete eelheydt naerlaet, dat niemandt (vande Konst kennis draghende) daer in eenighe herticheyt can sien als alleen een groote welstandt van t'ghene de vry Pictura is leerende, vol sekere en vaste teeckeningh vloeyende van gheest, aerdighe bedenckinghe, ende rijckelijckheyt, vol welschickinghe der daghen en schaduwen, daer by een cloecke waerneminghe der natuerelijcke eyghenschappen, een wel gheoeffent verstandt inde Persectiven, en boven al seer ervaren in't kennen der Historien, vergheselschapt met verre ende eyghentlijcke naer ghedachten, spruytende uyt een stercke memorie die hem gheeft een goet ende licht begrijp der oude gheschiedenissen: waerom dat Musa wel singhen mach tot sijnen ontsterffelijcken lof dese volghende veersen.

 
De pen en Const-pinceel de schrale doodt voorcomen
 
Schoon dat het leven van den mensch is wegh ghenomen
 
Schoon segh ick dat de doodt baert de verghetentheyt
 
Soo wort des Schilders roem noch naer de doodt verbreyt.
 
Pictura noyt en wilt, verghetentheydt ghehenghen,
 
Noch die met haere eer en hooghe eelheyt menghen;
 
Om dat de pen haer al te heilsaem voedtsel gheeft
 
Waer door de Schilder-const te grooten voordeel heeft.
 
Des' suyver Const en laet soo licht haer niet verleyden
 
Van die niet anders als verganck'lijckheyt verbeyden,
 
Maer liever van de gheen die haeren lof beschrijft
 
Die lanck naer t'Schilders doodt inde ghedachten blijft.
[pagina 371]
[p. 371]


illustratie
 
Orbis Roma caput bellorum turbine quondam
 
Obruta cur fremuit? Martis amica fuit:
 
Ast ubi multiplicis sese dedit Antis alumnam,
 
Celsa Triumphatrix se super astra tulit.


[pagina 372]
[p. 372]
 
Wat baetet in sijn tijdt veel lof en eer te crijghen,
 
Als naer de doodt de Faem de daden sal verswijghen,
 
En dat oock selden mensch eens naer den naeme vraeght
 
Jn teecken dat den roem daer van gheen luyster draeght.
 
Wat heeftmen niet bedocht van over veele jaeren
 
Om te behouden al den roem van die ervaren
 
Gheweest sijn in't Pinseel, oft ander groote Konst
 
Op dat tot hunnen lof den naem sou sijn bejonst.
 
Met de onsterf'lijckheyt, alleen door d'edel pennen
 
Die alderbest den roem lanck naer de doodt doen kennen.
 
Eerst schreefmen op het houdt, op bladers, stof oft sy
 
Om te ghedencken al de Konsten der schildry,
 
T'gen' men nu op papier oft parquement siet vloeyen
 
En daeghlijckx meer en meer tot s'Schilders eere groeyen,
 
Besonder van de Duyts om sijn hooch gheesticheyt
 
Door wiens eel Pinceel schier t'leven wordt bereyt.
 
Door wiens cloeck vernuft en treffelijcke gaven
 
De Const-beminders naer sijn eel schildrijen draeven,
 
Om dat de malsicheyt van t'leven daer in steckt
 
En al wat t'leven gheeft daer in niet en ontbreckt:
 
Sulckx dat sijn hooghen naem van Pallas is verheven
 
En vande Faem oock in d'onsterf'lijck-boeck gheschreven,
 
Tot ciersel van t'gheslacht, dat ons Pictura dient
 
En die de handelingh van onsen Duyts bemindt.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken