Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den sedighen toet-steen (1689)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den sedighen toet-steen
Afbeelding van Den sedighen toet-steenToon afbeelding van titelpagina van Den sedighen toet-steen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

ebook (3.85 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den sedighen toet-steen

(1689)–Cornelis de Bie–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 267]
[p. 267]

Blad-wyser.

Vanden sedighen Inhoudt des werckx.

I. Gheheym-schrift vande Tijtel-print. 
2. Op-dracht-brief verthoonende de wettighe reden van t'schrijvers Inbeldinghen.  
3. Beschud-rijm tot den nijdt-suchtighen berisper.  
4. Vyftigh van de verbeldinghe inde wapen-schild' vanden lof-weerdighen Patroon, oft Mecenas aen wie dit werck is toegheeyghent, en op de eyghenschappen daer in verthoont, met de woorden Nil male: Niet qualijck.  
5. Beschrijf van d'eygentschap der wapenen.Folio 1
6. Inleydinghe voor den weet-lustighen Leser op de sinnelijcke beweginghe tot wereldts onverdraeghelijcke weelde. Fol. 9

Eerste bewys.

Dat de losse en onghebonde vrijheydt buyten ontsach van reden, veeltijdts valt inde straf van lijdeloose allenden.

En daerom

wort sy vergheleken by de fabel oft versieringhe van Icarus vlieghende met sijn wasse wieken te naer by de Son, die (smiltende) hem doen vallen.23.

Noli altum sapere.

Tweede bewys.

Dat de weldighe vrijheydt, loopende in het wildt buyten ontsach van ghehoorsaemheydt raeckt inden strick van ongheluck.
[pagina 268]
[p. 268]

En daerom

wordt sy vergheleken by een onghebreydelt peerdt, dat om sijn losse dertelheydt ten lesten verongheluckt, hals en been breckt.35

Derde bewys.

Dat de vry en bly omghesloten welde buyten het ghesicht van haeren Meester licht comt tot de straf van eyghen onderganck.

En daerom

wordt sy vergheleken by een vogheltien vlieghende uyt de gauwoole van een vast, seker, en sorgeloos leven inde straf van d'onvoorsienighe doodt.46

Vierde bewys.

Dat de nieuwsgirighe weelde sonder oogh ghemerck van voorsichticheydt raeckt int uytghespannen net van de bederffenis der sielen,

En daerom

Wordt sy vergheleken by een vlieghe swevende inde fenijnighe spinne-webbe van qualijck-vaert52

Vijfde bewys.

Dat de onkuyse welde is eenen bederffelijcken kancker der natuur, en proevende het aes van wellusticheyt, vergaet in stanck en vuylicheyt, en wordt het spoock der verachtinghe.

Reden

Dat sy vergheleken wordt by een visken vast aen den anghel van bedroch tot spijse der wormen69

Aenmerckinghe.

Op de verganckelijcke schoonheyt der creaturen oft schepsels, die veel menschen verleydt en bedrieght,
[pagina 269]
[p. 269]
ghelijck als den visch bedroghen wordt.76

Sesde bewys.

Dat de bedorven welde is de bederffenis der deughden, en moet daer van ghescheyden worden door straffelijck ontsach.

Passende

Op graen en cas dat met den vleghel-stock en wanne wort ghesuyvert.82

Sevenste bewys.

Dat de dertele welde door sotte liefde bedorven, en noyt ondersteunt met de goede leeringhe van onderwijsinghe, quaede vruchten voorts brenght.

In verghelijckenisse

van eenen schutters boogh, die met spannen en ontspannen niet wel en wordt ondehrouden bederven sal.91

Achtste bewys.

Dat de soute, onghetoomde, en redelose welde buyten den reghel van volmaecktheydt ende ghemanierde sedicheydt, schandelijcke verachtinghe onderworpen is en geen prijsweerdicheyt en verdient.

Passende

Op de cleyn huys-rekels die de grootste honden oft dogghen int voor by gaen naer loopen, en bassende dreygen te bijten.102

Verschil.

Tussen het leven en de doodt, tussen blijschap en druck.111

Negenste bewys.

Dat de ooghen de eenighe voorloopers sijn der quaede gheneghentheden, die d'arme sielen in volghen, en
[pagina 270]
[p. 270]
worden daer door verfoijelijck swert ghemaeckt, met verscheyde gheschiedenissen bevesticht, wie, en hoe veel door het ghesicht bedroghen, en bekeert sijn meer als den verloren sone, den welcken (in goddeloos onheyl ghevallen wesende) door rouhertich leetwesen inde ghenaede van Godt ontfanghen is.115

Thienste bewys.

Dat de weldighe Fortuyn den mensch (voorts gecomen van geringhe af-comst en gheclommen sijnde op den bergh van hooveerdicheydt en ydel glorie buyten kennis van sijn selven) can vernederen, en doen worpen inde duysternissen van een schandighe doodt.

Over een comende

Met het leven van Mas Anello een arm visscher tot Napels, om sijn stout vermeten gestraft met de geeselroede van rechtveerdicheydt.143

Elfste bewys.

Dat de princelijcke deughden van ootmoedicheyt ende bermherticheydt inden rijcken, lof-weerdigher sijn, en meer verheven moeten worden als die van den armen, om dat de rijckdommen de menschen ghemeynelijck meer verhoochmoedighen als verootmoedighen, en door staet-giricheyt vrecker maecken, om meer te crijghen als sy noodigh hebben, welcke ghelegentheydt den armen ontbreckende, hem natuerelijck dwinght tot ootmoedicheyt, om te leven by de bermherticheyt.153

Twelfste bewys.

De reden waerom den Philosooph Democritus de verblinde dwaesheyt en ydele sotticheyt des werelts al laggende bespot, ende Heraclitus de selve al weenende
[pagina 271]
[p. 271]
beclaeght heeft.

Derthienste bewys.

Dat volghens de goddelijcke spreuck vanden wijse Man: Quem-diligo castigo: oft; die ick beminne sa lick straffen: alle menschen hun behoorden te troosten inde quade toevallen van teghenspoet, om dat het voer-teeckenen sijn van Godt bemint te worden die hy met tegenspoet castijdt.196

Vierthienste bewys.

Dat den bekeerden sondaer schuldich is Godt lief te hebben, en soo te beminnen, dat hy bekeert, en op den wegh van gratie gheraeckt sijnde, daer in mach blijven, en noyt wycken uyt den wegh der rechtveerdicheyt.214

Vyfthienste bewys

Om wat reden wy in veel wereltse quellinghen vallen.230

Sesthienste bewys.

Vande verduldighe lijdtsaemheyt, en hoe noodtsaeckelijck dat de verduldicheydt is die in teghenspoet besproeft wort.241
Dat de quellinghen bestaen in schulden, clappernij, haet en nijdt, injurien, praecessen, armoede, sieckte, en andere haetelijcke vervolginghen.245

eynde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken