Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groot bescheurboek (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groot bescheurboek
Afbeelding van Het groot bescheurboekToon afbeelding van titelpagina van Het groot bescheurboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.51 MB)

Scans (62.65 MB)

ebook (28.88 MB)

XML (1.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groot bescheurboek

(1986)–Wim de Bie, Kees van Kooten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders


Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Inspekteur Trapper

1.

Toen inspekteur Trapper de flat binnenging, konstateerde hij opgelucht dat het allemaal achter de rug was. De jongens van de morgue hadden het lijk al weggehaald, de jongens van de fotodienst waren vertrokken en naar de bergen poeder in de hoeken van de kamers te oordelen, hadden de jongens van de vingerafdrukken hun werk grondig gedaan. Waarschijnlijk was er ook een werkster aan de gang geweest, want bloed was nergens te bespeuren. ‘Gelukkig’, mompelde Trapper. Plotseling verstijfde hij. Op een fruitschaal op het dressoir lag een sinaasappel! Een prachtige grote ronde navelsinaasappel. Instinctmatig schoof Trapper de bovenste la van het dressoir open en ja, daar lag een fruitmesje! In een wip ontdeed hij de vrucht van zijn schil en toen Trapper het eerste partje in zijn mond liet glijden, ontspanden zijn gelaatspieren zich. Partje voor partje verdween onder Trappers neus en een straaltje sap zocht zich over zijn kin een weg naar omlaag. ‘Dat was een heerlijke sinaasappel’, dacht Trapper, terug fietsend.

2.

Inspekteur Trapper stak, na een lange inspannende werkdag, de sleutel met een zucht van verlichting in zijn huisdeur. Nog voor hij de deur van het nachtslot had gedraaid, zwaaide het ‘aan de deur wordt niet gekocht’ luikje open en ‘Boeaaaaggghhh!!’, een afgrijselijke kreet weerklonk en een afschuwelijk, door een nylonkous vervormd gelaat werd zichtbaar. ‘Theresa!’, inspekteur Trapper probeerde zijn stem iets snijdends te geven, maar hij moest toegeven dat het hem elke dag, nu al 25 jaar, toch weer dun door de broek liep. In de gang vertoonde zijn vrouw zich niet en op zijn tenen liep Trapper naar de huiskamer. Maar daar ging de keukendeur open en Zenggg! zijn hoed zat met een grote blinkende dolk aan de muur gespiest. ‘Theresa, laat dat!’, probeerde Trapper flink. In de kamer stonden gelukkig zijn toffels en een bakje koffie klaar. ‘Te laat’, mompelde Trapper toen hij een slokje had genomen. Langzaam zakte hij, met zijn ogen rollend, achterover in zijn stoel. Het slaapmiddel had zijn werking weer gedaan.

3.

Inspekteur Trapper richtte zijn bureaulamp op de verdachte en bulderde ‘En nou geen geintjes, Schele Jaap, waar is de poet?’

‘Waar zie je me nou voor an, Trappie’, bulderde Schele Jaap terug, ‘wie zegt jou dat ik die kraak gezet heb? Je denkt toch niet dat ik het risiko loop de lik in te draaien, voor één rooie?’ Ai, nu zat Trapper klem. Koortsachtig dacht hij na. Was een rooie 100 of 1000 gulden? Hij had nog steeds moeite met dat soort dingen; hoeveel gram gingen er in een ons, heeft juni 30 of 31 dagen...‘Voor een geeltje vermoord jij je moeder’, probeerde Trapper, terwijl hij wist dat er zweetdruppels op zijn voorhoofd te zien waren.

‘Ha! Voor een joetje zeker’, schamperde Schele Jaap. Nu dreigde Trapper zijn gezicht te verliezen. Wat was een joetje? Een kwartje was een heitje, dat stond voor hem vast.

‘Okay, maak maar dat je wegkomt’, redde Trapper zich. Hij trok een 25-guldenbiljet uit zijn portefeuille, want dat wist hij zeker.

‘Hier heb je een knaak. Ga maar een kop koffie drinken, voor de schrik.’

4.

Inspekteur Trapper drukte de gleufhoed die hij van collega Steekblik had geleend, nog 's wat dieper in zijn ogen. De hoed was 'm drie maten te groot, maar Trapper was gezegend met een paar knapen van oren, zodat 'ie daar wel op bleef hangen. Trapper was bijna rond met de zaak van Joe Dalton en de inspekteur was nu op jacht naar inlichtingen omtrent zijn mogelijke woon- of verblijfplaats. Hij haalde diep adem en daalde de treetjes af van café Spoorzicht, trefpunt van de onderwereld. Het kneipje was gevuld met apachen, die ophielden met lallen en brassen zodra het licht van de peer boven de deur op de hoed van Trapper viel. Tegen de louche, éénogige barkeeper mompelde hij: ‘Zeg makker, heb jij ene Joe Dalton hier de laatste tijd nog gezien?’ ‘Een biertje met een aspirien!!’, riep de schooier luid en hij keerde een gevulde bierpul over de hoed van Trapper uit. Een bulderend gelach steeg op. Eén van de grootste apachen ging voor Trapper staan, plantte een dolk in de tapkast en trok de hoed over zijn ogen.

5.

Commissaris Breedindeschouders schrok wel even toen hij kamer 4316 van het Prinses Christina de Depziekenhuis binnentrad.

Die mummie, die omzwachtelde ledepop, was dat inspekteur Trapper? Hij keek vragend naar de zuster die naast het bed een slipover zat te breien. Ze knikte en commissaris Breedindeschouders boog zich over de witte bol die Trappers hoofd moest bevatten. Op de plaats van de mond was een gaatje uitgespaard.

‘Ik wil een paar dingen van je weten’, zei de commissaris. Er klonk een onderaardse rochel uit het gaatje.

‘Volgde je soms een auto die precies op de mijne leek en heb je me daarom klemgereden?’, vroeg de commissaris. De roohel klonk bevestigend, maar ging daarna, bijna angstig, in een ie-klank over.

De commissaris glimlachte. ‘Maak je geen zorgen, Trapper,’ zei hij tegen de witte cocon, ‘als je volgend jaar uit 't ziekenhuis komt, staat er voor jou een nieuwe diensttiets klaar.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken