Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groot bescheurboek (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groot bescheurboek
Afbeelding van Het groot bescheurboekToon afbeelding van titelpagina van Het groot bescheurboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.51 MB)

Scans (62.65 MB)

ebook (28.88 MB)

XML (1.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groot bescheurboek

(1986)–Wim de Bie, Kees van Kooten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders


Vorige Volgende
[pagina 191]
[p. 191]

De Zaak Van Der Laak

MIJN NAAM IS COR VAN DER LAAK

en wel hierom dat ik dit eens heb uitgezocht, ja, waar die grenzen eigenlijk liggen, wat niemand schijnt te weten, maar wel grote encyclopedieën op de plank waar nooit wat in op wordt gezocht want waar hebben ze d'r kleurentelevisie dan anders voor gekocht, jazeker, zodat er van de delen 1 tot en met twintig zeker veertien nooit worden ingeslagen of gekeken, laat staan dat men zich bezig houdt met vragen van praktiese aard zoals die dag in dag uit opduiken en waar door laksheid of geen interesse of toch geld zat (want moet je ze zien rijden de dames in hun kleine autootjes naar de bakker en de kapper en terug, maar dat kost óók geld, zo'n klein autootje, dat heeft óók benzine nodig) geen mens zich voor inzet of mee bezig houdt en wie kan dit heus niet alleen dit dan weer oplossen? Jazeker, dezelfde. Ondergetekende. Want als ik mijn mond niet open had gedaan en zeker tien, vijftien persoonlijke brieven getypt naar de burgemeester, dan hadden de stoepen hier nu nòg open gelegen en zou bus 19 geeneens gestòpt zijn op het Willem Breukerplein maar dan zouden wij als buurtbewoners voor onze vaste halte naar de Theo Loevendiedreef hebben moeten blijven lopen! Daar hoor ik Cock d'r brommer stoppen dus ik moet nu even open gaan doen maar ik bedoel maar: van die dingen ja, van die dingen!

 

Kijk het is dus een duidelijke zaak dat de kwaliteit der frankeerzegels, zoals de kwaliteit van alles, hard en hard achteruit holt wat je merkt bij:

a. scheuren en b. likken.

Ik zie het nog wel eens zo ver komen dat wij hier zuideuropese toestanden krijgen op de postkantoren met na kopen der zegel een potje lijm met kwastje te leen vragen aan lokettist, vanwege onvoldoende gromkracht!

Want zoals de normale zestigcents zegel nu al (niet!) plakt, is tekenend voor de mentaliteit aan de top waar gedacht wordt van laat maar jongens ze betalen toch wel! Loslopende honden en op al het eten wolken vliegen, zie ik er ook nog best van komen, in Nederland.

Het beste kunt u de natte tong, bij plakken der zegel, eerst even ‘afstrijken’ op rug van hand of manchet van overhemd; de tong moet eerder ‘vochtig’ dan nat zijn, want bij ‘nat’ likken wij de toch al onvoldoende gom bij eerste aanraking in zijn geheel mee naar binnen, terwijl over de gevolgen hiervan nog niets bekend is, wat verklaard wordt door allerhande artsen: ‘wat Gom nou eigenlijk precies doet, in de mond en het lichaam, daar weten wij eigenlijk nog niets van....Waarom neem je dan geen sponsje?’ vraagt Cock mij dan ook wel eens, maar dan zeg ik: ‘Spònsje Cock? Een spònsje zei je? Met de maat postzegels die we in Nederland hebben?’ Want daar heb je nog zoiets: als je kijkt naar het buitenland en ik kijk váák naar het buitenland, omdat ik het hele Buitenland compleet heb, dan schaam je als nederlander je ogen uit je kop als je ziet wat een bekrompen gruttersmaat de nederlandse zegels hebben. En het lijkt wel of ze, vooral in vergelijking met de vele Jonge Afrikaanse Staten, steeds kleiner worden, onze postzegels! Dus met een sponsje is uitgesloten. Zeker als u een sponsje met een beetje fatsoenlijke gaten hanteert, loopt u de kans uw hele postzegel daar in te zien verdwijnen, bij poging tot bevochtigen. Ik moet nu even stoppen, want Cock heeft de koffiemelk omgegooid en dan mag ik hem altijd oplikken.

 

Zoals ik al zei: likken moet je leren, daar zijn geen richtlijnen voor. Het beste kunt u wat met de tong voor de spiegel oefenen, omdat veel mensen zelf niet weten hoe nat hun tong wel is. Als u hem uitsteekt en er hangen hele druppels aan, haal hem dan maar weer gauw naar binnen en doe eerst iets aan uw speekselhuishouding voor u met de frankering van uw post begint. Een hap zand of een cocosmacroon zijn goede middelen om de tong de gewenste ‘vochtige droogte’ te geven. Lik bovendien met uw hoofd zo dicht mogelijk boven de enveloppe of briefkaart, of breng de enveloppe of de briefkaart zo dicht mogelijk bij uw gezicht, zodat de postzegel, eenmaal natgelikt, niet de tijd krijgt om, op weg naar het te frankeren objekt, vocht te verliezen of ‘droog te krullen’. Een met de juiste hoeveelheid speeksel bedachte postzegel kan desondanks een wijkend hoekje blijven vertonen; een puntje waar men als het ware ‘onder’ de zegel blijkt kijken. Het gevaar van zo'n ‘wippende’ zegel laat zich raden - u moet er toch niet aan denken dat, eenmaal in de bus, een vreemde brief of kaart schuins over de uwe valt, zodat uw zegel er wordt afgewipt waardoor uw schrijfsel onverbiddelijk retour afzender zal worden gezonden! Want zo streng is men op de postkantoren en dit wordt de funktionarissen tijdens hun training dan ook duidelijk en hardhandig aan het verstand gebracht: brieven, kaarten of pakjes die niet van een postzegel zijn voorzien, dienen niet, zoals vroeger wel gebeurde, na bijplakking van strafport alsnog bezorgd te worden, nee, ze moeten onherroepelijk retour naar de afzender. Dat men, door een onverantwoorde Gomkeuze, zelf schuld draagt aan veel gevallen van invalide frankering, komt blijkbaar niet in de postale hoofden der hoge heren op!

 

Ik koop mijn postzegels per velletje van laten wij zeggen vijftig stuks. Jazeker. Ik ga niemand het precieze aantal aan de neus hangen, want er wordt al genoeg geroddeld, hier in de straat. Waar het om gaat is dat ik mijn postzegels dus moet afscheuren. Daar komt een tweede zwakke punt der vaderlandse postzegels bij vrij: de perforatiekwaliteit. Die is namelijk abominabel! Voordat ik het juiste afscheursysteem onder de knie had (strak langs stalen lineaal) heb ik van zeker laten wij zeggen honderd zegels één of meer hoeken afgescheurd, wat niet alleen geen gezicht is, maar waardoor men bovendien de kans loopt zijn brief en kaart geweigerd te krijgen voor bezorging! Wanneer is nu de verminking volgens de dienstdoende ambtenaar dusdanig ingrijpend dat de zegel niet langer als volwaardig wordt bestempeld? Dit nu heb ik in maanden van proefposten (ik verzond lege enveloppen, jazeker) voor u allen uitgezocht. En dit zijn de resultaten:

[pagina 192]
[p. 192]


illustratie

En daarom zeg ik: het is domdomdom om een tengevolge van hun eigen ontoereikende perforatiekwaliteit ten dele afgescheurde postzegel der PTT weg te gooien! Als vuistregel moge gelden dat (zie situatie B) de verminkte zegel niet als geldige frankering wordt aangemerkt wanneer er meer dan een derde deel aan ontbreekt.

Ik kom op dit cijfer omdat ik duizend brieven frankeerde met postzegels van zestig cents, waarvan ik door scheuren of knippen, een derde deel had verwijderd. Van deze duizend brieven kreeg ik er 684 terug als Ongeldig Gefrankeerd. Brengt het percentage geweigerde verminkingen op 68,4%. ECHTER: bij zegels die hoger dan breed zijn (zoals alle gangbare koninginnezegels) vallen blessures in de breedte (zoals voor u getekend in de figuren A,B en C) kennelijk veel meer op dan verminking in de hoogte! Ten bewijze van dit vermoeden beplakte ik duizend brieven met overhoog doorgescheurde zegels van zestig cents, op de volgende wijze:

illustratie

En wat dacht u? Niets! Er gebeurde niets! Halve, in de hoogterichting opzettelijk doorgescheurde zegels van zestig cents werden doodleuk afgestempeld! En ik kan het u nog sterker vertellen: zelfs een zegel waarvan nog maar een derde deel resteert zien ze, mits hij niet als enige maar als bijgeplakte ‘zegel’ op bij voorbeeld een pakketje of zware enveloppe zit, door hun postale vingers!

Ik geef u dus de raad om, als dit al niet vanzelf gebeurt, een deel van uw postzegelvelletje te reserveren voor doorscheuring, wat u idem maal zoveel zestig cent oplevert!

Realiseert u zich dat ik, door duizend brieven met plusminus halve zegels van zestig te beplakken, zeshonderd gulden heb verdiend? Mag ik u even zien Jaap? Jazeker! Wel er voor zorgen dat de halve zegel ‘echt’ lijkt, dus niet keurig doorknippen maar altijd grofjes scheuren.

Veel sukses en als alle scheurders, het woord zegt het al, hieraan meedoen, dan zullen wij gezamenlijk bereiken dat de meer dan schandalige miljoenenwinsten der PTT binnen 1 jaar tijd Halveren!

 

van die dingen!

Cor van der Laak.

Mijn opa's Horloge

Mijn opa bezat een vestzakhorloge waar hij zo aan gehecht was, dat hij er zeker twintigmaal per dag op keek, ook als hij best wist hoe laat het was. Zelfs als het gelijk liep met de kamerklok hield hij het regelmatig, bedenkelijk kijkend, aan zijn oor. Het liep nu wel gelijk, maar tikte het nog wel?

Op een herfstavond - hij had, met zijn jas aan en hoed op voor het raam zittend, al minstens tienmaal op zijn horloge gekeken waar ze nou bleven - werd mijn opa door zijn dochter en haar man meegenomen naar het oude Haagse Scala-theater, waar de goochelaar Kalanag optrad. Er was voor kaartjes op de eerste rij gezorgd, want opa's ogen werden minder.

Kalanag was een magiër die zijn trucs uitvoerde in een spectaculaire revuestijl; gewaagde danseressen en een twaalfmansorkest leidden, waar nodig, de aandacht van het publiek in een andere, de goochelaar welgevallige richting. Mijn opa genoot. Prachtig vond hij het. Tot vlak na de pauze. Toen verzocht de heer Kalanag de zaal om ‘ein Herrenhorloge!’ Voor mijn opa begreep welk gevaar hem bedreigde, had zijn schoonzoon grootvader's vestzakhorloge al te pakken en toonde de grote Kalanag, gebroken duits kraaiend, de knol aan de zaal...

Opa's gouden horloge verdween nu onder veel misbaar in een Gouden Vijzel van twee meter hoogte, en werd vervolgens meedogenloos in elkaar gestampt door een gespierde, naakte negerassistent. Tot op de zesde rij kon men opa horen kreunen. Drie minuten later, na veel vuur en lawaai en gedans en toverformules, zakte een enorme kist uit de nok van het theater. Na de ritmiese ontmanteling van ontelbare deksels, deurtjes en sloten kwam opa's horloge hier ongeschonden uit te voorschijn! De opluchting van de bejaarde eigenaar was onbeschrijfelijk. Hij moest op het toneel komen en kreeg, na een kus van twee danseressen, zijn horloge weer terug.

Na die avond bekeek opa zijn horloge minstens honderdmaal per dag. Ook vroeg hij mij meer dan eens of ik, met mijn jongere ogen en via zijn postzegelloupe, nergens een restje van het wonder, al was het maar een krasje, kon ontdekken. Nee opa, niets te zien. Gelijk heeft het uit de dood herrezen horloge echter nooit meer willen lopen. Maar dat gaf niks, vond mijn opa. ‘Op mijn leeftijd’, zei hij. ‘hoef je niet meer op je horloge te kijken om te zien hoe laat het is. Dat vóel je.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken